ECLI:NL:RBZWB:2013:1513

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
245821 / 12-4597
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van functie wegens overtreding veiligheidsvoorschriften en bewijsopdracht aan werkgever

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 4 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dirk Pieter [eiser] en de besloten vennootschap Heerema Vlissingen B.V. [gedaagde]. De zaak betreft de wijziging van de functie van [eiser] als gevolg van een overtreding van veiligheidsvoorschriften. [Eiser] was in dienst van Heerema sinds 1 januari 2011 en zijn arbeidsovereenkomst werd zonder tegenspraak voortgezet per 1 januari 2012. Na een veiligheidsincident op 2 mei 2012, waarbij [eiser] zich op een steiger bevond zonder de vereiste toestemming, werd hij geschorst en later ontheven uit zijn functie van meewerkend voorman ETD. Hij werd vervolgens benoemd in een lagere functie als electrician, wat hij weigerde.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
[Zaaknummer] [Rolnummer]
Zittingsplaats: Middelburg
zaak/rolnr.: 245821 / 12-4597

vonnis van de kantonrechter d.d. 4 maart 2013

in de zaak van

DIRK PIETER [eiser],

wonende te[woonplaats],
eisende partij,
verder te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. drs. P.A. Visser,
t e g e n :
de besloten vennootschap
HEEREMA VLISSINGEN B.V.,
gevestigd te Nieuwdorp,
gedaagde partij,
verder te noemen: Heerema,
gemachtigde: mr. B.L.G.M. van Gemert.

het verloop van de procedure

De procedure is als volgt verlopen:
  • dagvaarding van 17 oktober 2012,
  • conclusie van antwoord,
  • tussenvonnis van 26 november 2012,
  • comparitie van partijen.

de beoordeling van de zaak

1.
In het tussenvonnis werd een comparitie van partijen gelast die plaatshad op 4 februari 2013.
2.1.
Heerema maakt grote constructies voor de offshore olie- en gasindustrie. Volgens schriftelijke arbeidsovereenkomst trad [eiser] op 1 januari 2011 in haar dienst voor de bepaalde tijd van 12 maanden. Per 1 januari 2012 werd de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak voortgezet. De overeengekomen functie was die van meewerkend voorman ETD voor 40 uur per week. De overeenkomst bevat niet een beding dat Heerema bevoegd maakt een arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen op grond van artikel 7: 613 BW.
2.2.
Op 3 mei 2012 schreef Heerema aan [eiser]: "
Naar aanleiding van een veiligheidsincident van woensdag 2 mei jl., waarbij u(…)
gesommeerd bent een stelling(…)
te verlaten, deel ik u het volgende mede. Het feit dat geconstateerd is dat u zich enige tijd na deze sommatie wederom in de betreffende stelling bevond, zonder dat u daar toestemming voor had gekregen, is voor ons reden om u met ingang van vrijdag 4 mei 2012 te schorsen met opschorting van loon. De schorsing blijft van kracht tot het onderzoek naar bovengenoemd incident is afgerond en bij ons hebben kunnen beraden over verder te nemen maatregelen.(…)".
2.3.
Na verder onderzoek, waarin [eiser] werd gehoord, schreef Heerema hem op 11 mei 2012 naar aanleiding van het veiligheidsincident van 2 mei 2012 te hebben ontheven uit zijn functie van meewerkend voorman ETD en dat hij met ingang van 11 mei 2012 was benoemd in de functie van electrician. Hoewel die functie lager was ingeschaald, zou het salaris van [eiser] ongewijzigd blijven maar wel worden "bevroren" zodat verhogingen krachtens de CAO niet op zijn salaris van toepassing zouden zijn.
2.4.
[eiser] werd opgeroepen om met ingang van 14 mei 2012 te werken als electrician. Hij weigerde aan die oproep gevolg te geven en verklaarde zich wel bereid te werken als meewerkend voorman ETD. Heerema betaalde hem het loon tot 14 mei 2012 en daarna niet meer.
2.5.
Op verzoek van Heerema is de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter bij beschikking van 26 juli 2012 ontbonden per 1 augustus 2012. Feitelijke grond voor deze beslissing is dat [eiser] de veiligheidsvoorschriften van Heerema had overtreden en de zaak op de spits had gedreven door geen gehoor te geven aan de oproep te werken als electrician.
3.
[eiser] vordert de veroordeling van Heerema tot betaling van:
  • het restantsalaris over de maanden mei, juni en juli 2012 te vermeerderen met de wettelijke verhoging wegens vertraagde betaling,
  • de proceskosten.
4.
[eiser] stelt dat er geen grond is voor de sanctie van degradatie. Omdat hij zich beschikbaar hield voor de bedongen werkzaamheden, heeft hij recht op het gevorderde salaris. Heerema voert aan dat zij [eiser] in redelijkheid kon plaatsen in een andere functie die hij had moeten aanvaarden. [eiser] heeft geen recht op het gevorderde salaris. De standpunten van partijen komen, voor zover nodig, in het vervolg van dit vonnis aan de orde.
5.
De kantonrechter overweegt het volgende.
5.1.
Op 2 mei 2012 om ongeveer 16.20 uur is [eiser] met een stagiair aangetroffen op een steiger op het bedrijfsterrein van Heerema. Voor de toegang tot een steiger gelden bij Heerema voorschriften. Een steiger moet worden gekeurd voordat die mag worden betreden. Als een steiger niet is gekeurd, hangt er geen of een rode tag aan, als hij (nog) niet is goedgekeurd een oranje tag en als hij is goedgekeurd een groene tag. Volgens [eiser] werd hij aangetroffen op een steiger met een oranje tag. Heerema weerspreekt dit niet voldoende, zodat het ervoor moet worden gehouden dat [eiser] zich bevond op een steiger met een oranje tag. Deze tag is voorzien van de tekst:
"
verboden voor onbevoegden
gebruik van veiligheidsharnas verplicht!"
5.2.
Tussen partijen is niet een geschil dat [eiser] niet zonder toestemming de steiger met oranje tag mocht betreden. [eiser] beroept zich op de wetenschap van zijn directe leidinggevenden dat hij op die steiger moest werken en die hem hadden moeten informeren of alles conform de regels kon worden gedaan. De kantonrechter volgt hem hierin niet. Alleen al uit de tekst op de oranje tag had [eiser] moeten begrijpen dat hij niet zonder toestemming de steiger mocht betreden. Hij lijkt zijn bekendheid met dit voorschrift ook te erkennen met zijn stelling dat hij door gebrek aan ervaring met deze werkzaamheden niet wist wie bevoegd was toestemming te verlenen om de steiger te betreden zodat hij contact opnam met de voorman van de steigerbouwers. Ook beroept [eiser] zich op de opdracht om lampen aan te brengen in verband met de veiligheid. Hieruit kan niet volgen dat [eiser] de steiger mocht betreden zonder de vereiste toestemming.
5.3.
Volgens Heerema mocht [eiser] de steiger met oranje tag slechts betreden na expliciete toestemming van zijn leidinggevende die hij schriftelijk had moeten aanvragen. [eiser] betwist dit. Tot de voorschriften waarop Heerema zich beroept, behoren de zogeheten HFG Procedure "Working at Hight" van 19 augustus 2011 (productie 20 in de verzoekschriftpro-cedure) en de "Gedragsregels, voorschriften en procedures" van Heerema Fabrication Group (productie 23 in de verzoekschriftprocedure). Onderdeel 5.7 van de HFG Procedure luidt onder meer: "
The orange/yellow scafttag indicates that the scaffold is not completely safe and may only be accessed by appointed personnel wearing a safety harness." In de Gedrags-regels, voorschriften en procedures staat: "
Werkzaamheden die niet voldoen aan de bedrijfs-voorschriften mogen niet worden verricht. In uitzonderlijke gevallen, het bedrijfsbelang dienend, kan, door middel van het formulier met bijlage 1, ontheffing worden gevraagd bij de afdeling SHE. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van dit standaard ontheffings-formulier. Het verzoek tot ontheffing dient te worden gemotiveerd en ondertekend door de aanvrager. Het verzoek wordt vervolgens beoordeeld door de direct leidinggevende."
5.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter volgt uit de HFG Procedure en de Gedragsregels, voorschriften en procedures onvoldoende duidelijk aan wie en hoe [eiser] toestemming had moeten vragen de steiger met oranje tag te betreden. In onderdeel 5.7 van de HFG Procedure is niet te vinden wie bepaalt dat een personeelslid een steiger met oranje tag mag betreden. Ook onderdeel 4, dat de verantwoordelijkheden van de diverse betrokkenen beschrijft, biedt hierover geen duidelijkheid. Het beroep op de aangehaalde passage uit de Gedragsregels, voorschriften en procedures schiet tekort. In die passage gaat het om uitzonderlijke gevallen waarin wordt afgeweken van de bedrijfsvoorschriften. Het betreden van een steiger met oranje tag door daartoe bevoegd en aangewezen personeel kan niet worden beschouwd als een dergelijk uitzonderlijk geval. De HGF Procedure houdt in dat een dergelijke steiger mag worden betreden door "appointed personnel". Dat betreden van de steiger is dan niet het afwijken, maar het opvolgen van de bedrijfsvoorschriften. In ieder geval motiveert Heerema onvoldoende dat het [eiser] duidelijk had moeten zijn op 2 mei 2012 aan wie en hoe hij toestemming had moeten vragen om de steiger met oranje tag te betreden.
5.5.
In dit geval was onvoldoende duidelijk aan wie en hoe [eiser] toestemming had moeten vragen de steiger met oranje tag te betreden. Heerema is hiervoor verantwoordelijk zodat dit niet in het nadeel van [eiser] komt.
5.6.
Wel staat vast dat [eiser] met het betreden van de steiger de voorschriften overtrad door dat te doen zonder een veiligheidsharnas te dragen. [eiser] moet bekend zijn geweest met de verplichting zo’n harnas te gebruiken, alleen al omdat die blijkt uit de tekst op de oranje tag.
5.7.
Die enkele overtreding van voorschriften is onvoldoende grond voor de wijziging van de bedongen arbeid meewerkend voorman ETD in electrician. Die wijziging is mede gebaseerd op het standpunt dat [eiser] na de sommatie om de steiger te verlaten dezelfde middag de steiger nogmaals betrad. Dit volgt uit de verwijzing in Heerema’s brief van 11 mei 2012 naar de brief van 3 mei 2012, aangehaald in overweging 2.2. [eiser] betwist dat hij na sommatie om de steiger te verlaten de steiger weer betrad.
5.8.
Voor het geval komt vast te staan dat [eiser] nogmaals de steiger betrad nadat hij gesommeerd was die te verlaten, geldt het volgende. In dat geval was de steiger nog steeds voorzien van de oranje tag. Alleen al uit de sommatie volgt dat het [eiser] duidelijk was of behoorde te zijn dat hij de steiger met oranje tag niet mocht betreden. Als hij toch weer die steiger betrad, deed zich een wijziging van omstandigheden voor waarin Heerema als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden te verlangen dat [eiser] niet langer werkte in de functie van meewerkend voorman ETD. In redelijkheid zou - in dat geval - van [eiser] kunnen worden gevergd de aangeboden arbeid in de functie van electrician te aanvaarden.
5.9.
Bij deze beoordeling wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Heerema hecht terecht groot belang aan de veiligheid op het werk. Overtreding van voorschriften kan leiden tot grote risico’s voor mens en materieel. Volgens de Gedragsregels, voorschriften en procedures kan Heerema in geval van het niet opvolgen van voorschriften waarbij gevaar optreedt maatregelen nemen. Die maatregelen kunnen bestaan uit een schriftelijke waarschuwing, overplaatsing, wijziging van de functie, schorsing met behoud van loon of ontslag. [eiser] lapte de veiligheid op het werk aan zijn laars als hij ondanks de sommatie de steiger met oranje tag te verlaten de steiger nogmaals betrad. Als [eiser] inderdaad aan de slag was gegaan als electrician, zou zijn loon niet zijn verlaagd. Weliswaar zouden verhogingen van het loon krachtens de CAO niet worden gevolgd, maar dat nadeel is beperkt. Al op 31 december 2012 verstreek de termijn waarvoor de verlengde arbeidsovereenkomst gold.
5.10.
De bewijslast voor de feitelijke grondslag van de wijziging van de functie rust op Heerema. De kantonrechter laat haar toe tot het bewijs van feiten of omstandigheden waaruit volgt dat [eiser], nadat hij was gesommeerd de steiger met oranje tag te verlaten, die steiger opnieuw betrad op 2 mei 2012.

de beslissing

De kantonrechter:
laat Heerema toe om, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen wat is geformuleerd onder 5.10 van dit vonnis;
verwijst deze zaak naar de rolzitting van 25 maart 2013 te 10.00 uur opdat Heerema het aantal getuigen zal opgeven dat deze partij wil doen horen, en opdat beide partijen hun verhinderdata zullen opgeven voor de maanden april, mei, juni en juli 2013 (daarna zal dag en uur van het getuigenverhoor worden bepaald);
heeft het voornemen om dan geen verder uitstel toe te staan;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kool, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.