In deze zaak vorderde eiser, die letsel had opgelopen aan zijn voet, een verklaring voor recht dat de camping aansprakelijk was voor de onrechtmatige daad die hij had geleden. Het incident vond plaats op 20 juli 2010, toen eiser blootsvoets voetbalde op het terrein van de camping en in een sloot stapte om een bal te pakken. Hij raakte gewond door een scherpe flessenbodem die op de bodem van de sloot lag. Eiser stelde dat de camping haar zorgplicht had geschonden door niet te zorgen voor een veilige omgeving rondom het voetbalveldje.
De camping voerde verweer en stelde dat zij niet op de hoogte was van de flessenbodem en dat het niet gebruikelijk was dat gasten blootsvoets voetbalden. De rechtbank oordeelde dat de camping wel degelijk algemene maatregelen had getroffen om scherpe voorwerpen te voorkomen, zoals toezicht en het regelmatig uitdiepen van de sloot. De rechtbank concludeerde dat de kans dat een campinggast zich zou verwonden door een scherp voorwerp in de sloot zeer klein was en dat de camping niet meer maatregelen hoefde te treffen dan zij al deed.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de camping aan haar zorgplicht had voldaan en dat de vordering van eiser ongegrond was. Dit vonnis werd uitgesproken op 4 december 2013 door mr. S.M.J. van Dijk.