In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert eiser schadevergoeding van gedaagde na een vechtpartij op 6 maart 2008. Eiser, die tijdens de vechtpartij letsel opliep aan zijn gebit, vordert in totaal € 44.416,22, inclusief smartengeld van € 12.500,00. De rechtbank oordeelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door eiser een vuistslag te geven, wat heeft geleid tot schade aan zijn gebit. De rechtbank wijst een bedrag van € 1.500,00 toe als smartengeld, rekening houdend met de impact van het letsel op het leven van eiser. Daarnaast wordt 75% van de schadevergoeding toegewezen, omdat eiser ook eigen schuld heeft aan de situatie. De rechtbank wijst diverse schadeposten toe, waaronder kosten voor kleefpasta, flosdraad en spoelmiddel, maar wijst de vordering voor reiskosten en telefoonkosten af. Uiteindelijk wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van € 8.502,45, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de vechtpartij. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten van eiser.