ECLI:NL:RBZWB:2013:11215

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2013
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
2116088 MB VERZ 13-236
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrondverklaring beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeerssanctie

Op 12 december 2013 vond de mondelinge behandeling plaats in de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Bergen op Zoom, onder leiding van kantonrechter mr. W.E.M. Verjans. Betrokkene, die in persoon verscheen samen met zijn direct leidinggevende, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met betrekking tot een verkeerssanctie. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. F.A. Slootweg van het CVOM te Utrecht. Betrokkene ontkende dat hij een mobiele telefoon vasthield tijdens het rijden en voerde aan dat hij aan zijn oor aan het krabben was. Hij stelde dat zijn telefoon in het middenconsole van de bedrijfswagen lag en overhandigde een specificatie van zijn telefoonrekening waaruit bleek dat er geen telefoongesprekken hadden plaatsgevonden op het moment van de verweten gedraging.

De kantonrechter oordeelde dat het beroep ontvankelijk was, omdat het tijdig was ingesteld en er zekerheid was gesteld voor de betaling van de sanctie. De officier van justitie handhaafde zijn beslissing en verwierp de bezwaren van betrokkene. De kantonrechter merkte op dat, hoewel de verbalisant had verklaard dat betrokkene een Nokia vasthield, betrokkene dit ontkende en geen bewijs had geleverd dat hij daadwerkelijk de verweten gedraging had verricht. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende grond was om aan te nemen dat betrokkene de verweten gedraging had gepleegd, vooral omdat er geen aanvullend proces-verbaal was opgevraagd om het verweer van betrokkene nader te onderzoeken.

Daarom verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en droeg deze op om het bedrag van de zekerheidstelling van € 226,= aan betrokkene terug te betalen. De beslissing werd opgemaakt in proces-verbaal en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, onder bepaalde voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaaknummer : 2116088 \ MB VERZ 13-236
CJIB-nummer: 5062542161550121
uitspraak: 12 december 2013
Op de in het openbaar gehouden zitting van 12 december 2013 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door L.P.A. Gijsen-van der Linden als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:
naam: : [betrokkene 1]
adres :[adres]
--------------------
Betrokkene is ter zitting verschenen in persoon, samen met zijn direct leidinggevende
[betrokkene 2].
Namens de officier van justitie is verschenen mr. F.A. Slootweg, werkzaam bij het CVOM te Utrecht.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal.
Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld. Ter zitting heeft betrokkene medegedeeld de gronden van het beroep te handhaven.

1.De beoordeling

De kantonrechter heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sanctie.
De officier van justitie heeft meegedeeld de beslissing waarvan beroep is ingesteld, alsmede de verwerping van de bezwaren van betrokkene, te handhaven.
Betrokkene ontkent de verweten gedraging. Hij voert aan dat hij aan zijn oor aan het krabben was. Zijn telefoon lag in het middenconsult van de bedrijfswagen waar hij in reed. Betrokkene heeft een specificatie van zijn telefoonrekening overgelegd waaruit blijkt dat er geen telefoongesprekken hebben plaatsgevonden ten tijde van de verweten gedraging. Tijdens de staandehouding wilde betrokkene een verklaring afleggen, maar betrokkene mocht geen verweer voeren van de verbalisanten. Ook heeft betrokkene geen aankondiging van beschikking uitgereikt gekregen. In het zaakoverzicht staat als verklaring van de verbalisant opgenomen dat betrokkene een Nokia vasthield, maar betrokkene stelt niet in het bezit te zijn van een Nokia.
Dat betrokkene een specificatie van de telefoonrekening heeft overgelegd doet niet ter zake. Immers, ingevolge artikel 61 a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is tijdens het rijden het enkel vasthouden van een mobiele telefoon al verboden.
Echter, gelet op de door betrokkene aangevoerde omstandigheden en het feit dat geen aanvullend proces-verbaal is opgevraagd om het verweer van betrokkene nader te onderzoeken, maar enkel van gestandaardiseerde overwegingen gebruik is gemaakt in het zaakoverzicht, bestaat er naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende grond er van uit te gaan dat betrokkene de verweten gedraging heeft verricht. Dit betekent dat het beroep gegrond dient te worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd.
De gestelde zekerheid dient aan betrokkene te worden terugbetaald als hierna bepaald.

2.De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van de zekerheidstelling ter hoogte van € 226,= aan betrokkene terug te betalen.
Waarvan proces-verbaal,
De griffier, De kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,00 bedraagt, of
b. het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, team kanton, locatie Bergen op Zoom, (118 4600 AC Bergen op Zoom) en dient door degene die bij het team kanton beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending beslissing: