ECLI:NL:RBZWB:2013:11081
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorbetaling van loon en verstrekking van loonspecificaties in kort geding
In deze zaak vordert eiser, [eiser], in kort geding betaling van achterstallig loon en verstrekking van loonspecificaties van gedaagde, [gedaagde]. Eiser stelt dat hij sinds 1 januari 2010 zonder schriftelijke arbeidsovereenkomst in dienst is bij gedaagde als monteur. Hij heeft zich op 27 februari 2013 ziek gemeld en stelt dat gedaagde hem ten onrechte geen salaris en vakantiegeld heeft uitbetaald, met een totaalbedrag van € 3.166,88 netto. Eiser vordert daarnaast een maandelijks salaris van € 1.981,02 bruto vanaf 1 februari 2013 tot het rechtsgeldige einde van de arbeidsovereenkomst, vermeerderd met wettelijke verhoging en rente. Tevens vraagt eiser om de verstrekking van loonstroken vanaf 1 januari 2013, op straffe van een dwangsom van € 100,-- per dag. Gedaagde is niet verschenen in de procedure en heeft de vorderingen van eiser niet betwist. De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen van eiser niet onrechtmatig of ongegrond zijn en wijst deze toe. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon en het verstrekken van de gevraagde loonspecificaties. De kantonrechter bepaalt dat gedaagde de bedragen binnen twee dagen na betekening van het vonnis moet voldoen en dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf 4 april 2013. Ook wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de griffierechten, die worden gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 8 mei 2013 door mr. C. Kool, kantonrechter.