ECLI:NL:RBZWB:2013:10790
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vermelding van naam arts in EPD en berisping door werkgever
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 oktober 2013, staat de vordering van [eiser] centraal, die zich verzet tegen de berisping die hem door zijn werkgever, Emergis, is opgelegd. De zaak betreft de vermeende onrechtmatige vermelding van de naam van [eiser] in het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) van een patiënte, waarbij hij werd geassocieerd met grensoverschrijdend gedrag. De procedure begon met een dagvaarding op 11 maart 2013, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een vonnis van 24 juni 2013 waarin een schrijffout werd gecorrigeerd. [eiser] vorderde onder andere de intrekking van de berisping, rectificatie van de verslaglegging in het EPD, en schadevergoeding voor immateriële schade.
De kantonrechter oordeelde dat de registratie van de naam van [eiser] in het EPD niet onrechtmatig was, hoewel het beter was geweest om zijn naam niet te vermelden. De rechter benadrukte dat de aantekeningen in het EPD de twijfels van [gedaagde 1] over de betrouwbaarheid van de patiënte weerspiegelden. De vordering tot intrekking van de berisping werd afgewezen, omdat Emergis in redelijkheid had kunnen besluiten tot de berisping, gezien het gedrag van [eiser] bij het verspreiden van vertrouwelijke informatie. De rechter concludeerde dat de vorderingen van [eiser] niet toewijsbaar waren en dat hij in de proceskosten moest worden veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zorgprofessionals in het omgaan met vertrouwelijke informatie en de gevolgen van onprofessioneel gedrag in de werkomgeving. De rechter bevestigde dat de werkgever, Emergis, niet onterecht had gehandeld door de berisping op te leggen, en dat de vorderingen van [eiser] op basis van onrechtmatige daad niet konden worden toegewezen.