ECLI:NL:RBZWB:2013:10386

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juni 2013
Publicatiedatum
17 januari 2014
Zaaknummer
223671/11-2888
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding bij vertraging van een vlucht en ontvankelijkheid van verzoeker

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juni 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker] en Ryanair Ltd. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding wegens vertraging van vlucht FR 9338 van Palma Mallorca naar Charleroi op 26 juli 2010. De vlucht had een vertraging van bijna 11 uur, waarbij Ryanair slechts een beperkte vergoeding in de vorm van een bon voor MacDonalds heeft aangeboden. De verzoeker heeft Ryanair aangeklaagd voor compensatie op basis van de Europese regelgeving inzake passagiersrechten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ryanair zich niet kon beroepen op buitengewone omstandigheden, zoals zij had gedaan in haar verweer. De rechter oordeelde dat Ryanair niet voldoende had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter heeft de verzoeker in zijn verzoek om schadevergoeding voor hem en zijn zoon toegewezen, maar heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek namens zijn echtgenote, omdat hij geen volmacht had overgelegd. De totale schadevergoeding is vastgesteld op € 500,00, en Ryanair is veroordeeld in de proceskosten van € 202,00.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtvaartmaatschappijen bij vertragingen en de noodzaak voor passagiers om de juiste procedures te volgen bij het indienen van claims. De beslissing is genomen in het kader van de geldende Europese wetgeving en de jurisprudentie omtrent passagiersrechten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Sector kanton
[Zaaknummer] [Repnummer]
Locatie Middelburg
zaak/repnr.: 223671/11-2888

beschikking van de kantonrechter d.d. 20 juni 2013

inzake

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
verder te noemen: [verzoeker],
in persoon,
t e g e n :

Ryanair Ltd,

gevestigd te Dublin, Ierland,
verwerende partij,
verder te noemen: Ryanair,
gemachtigde: mr. C.LR. Beernink,

het verdere verloop van de procedure

Na de beschikking van 21 juni 2012 is de procedure als volgt verlopen:
-arrest gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 december 2012,
-verweerschrift,
-repliek en dupliek.

de verdere beoordeling van de zaak

1.
De kantonrechter handhaaft hetgeen is overwogen en beslist bij de beschikking van 21 juni 2012. De inhoud van die beschikking moet als hier ingelast worden beschouwd. De kantonrechter heeft bij die beschikking het incidentele beroep van Ryanair op onbevoegdheid afgewezen. Het gerechtshof heeft Ryanair in haar beroep tegen de beslissing van de kantonrechter niet-ontvankelijk verklaard.
2.
In haar verweerschrift in deze zaak vraagt Ryanair onder meer de zaak aan te houden totdat is beslist op de prejudiciële vragen als vermeld in punt 90 van het verweerschrift. Dit beroep kan worden gepasseerd nu het HvJ EU inmiddels op 23 oktober 2012 uitspraak heeft gedaan NJ 2013/4). De kantonrechter verwijst ter zake ook naar de arresten van de Hoge Raad van 3 mei 2013 (NJ 2013,276 en 277),
3.
Als gesteld en erkend dan wel niet of niet betwist staat het volgende vast. [verzoeker] was samen met zijn vrouw ([naam 1]) en zoon [naam 2] passagier van vlucht FR 9338 die op 26 juli 2010 om 12.55 uur zou vertrekken van Palma Mallorca naar Charleroi. Deze vlucht heeft een vertraging opgelopen van bijna 11 uur. Het vliegtuig is uiteindelijk om 23.00 uur vertrokken. In deze door de vertraging ontstane wachttijd heeft Ryanair [verzoeker] geen maaltijd(en) en/of verfrissingen aangeboden, behoudens een bon voor MacDonalds ad € 5,00 per persoon. Bij brief van 27 juli 2010 heeft [verzoeker] geklaagd bij Ryanair over de vertraging die hij en zijn gezinsleden hebben opgelopen. Ryanair heeft zich bij brief van 27 augustus 2010 beroepen op buitengewone omstandigheden. Zij is wel bereid de kosten die [verzoeker] heeft gemaakt aan maaltijden en verfrissingen te vergoeden en zij verzoekt [verzoeker] bewijsstukken naar haar te zenden. [verzoeker] heeft dit niet gedaan. [verzoeker] heeft middels een EU-Klachtenformulier een klacht ingediend bij de nationale toezichthouder van Spanje. Deze heeft bij brief van 21 februari 2011 aan [verzoeker] medegedeeld dat er haar inziens en na kennisneming van de technische rapporten, geen sprake is geweest van buitengewone omstandigheden. Zij verwijst verder naar de geldende compensatieregelingen.
4.
Ryanair heeft in het verweerschrift diverse verweren te berde gebracht die de kantonrechter puntsgewijs zal bespreken:
4.1
één of meerdere verzoekers?
Ryanair geeft aan dat [verzoeker] naast een vergoeding voor zich zelf ook een vergoeding voor zijn echtgenote en zoon vraagt. Hij heeft echter geen volmacht van die anderen in het geding gebracht, zodat hij in het verzoek voor zover dat mede namens anderen is ingediend niet kan worden ontvangen. Ryanair verwijst daarbij naar andere uitspraken van andere kantonrechters, waaronder die van de kantonrechter te Eindhoven van 5 juli 2012, die Ryanair in het geding brengt. [verzoeker] heeft daartegen aangevoerd dat uit alle stukken en correspondentie voorafgaande aan deze procedure toch apert blijkt dat het drie personen betreft die compensatie vragen. Hierin kan de kantonrechter [verzoeker] niet volgen. Het formulier waarmee deze procedure is ingeleid geeft duidelijk aan hoe te handelen indien er meer verzoekers zijn. Bovendien had [verzoeker] het door Ryanair aangedragen probleem kunnen ondervangen door bij repliek een volmacht van zijn echtgenote in het geding te brengen of door voeging als verzoekende partij van zijn echtgenote bij repliek. Voor zover het verzoek mede namens zijn echtgenote is ingediend kan [verzoeker] daarin niet worden ontvangen. Dit geldt niet voor wat betreft [naam 2]. Deze was bij de vlucht, zo leert ambtshalve raadpleging van het GBA waarmee Ryanair niet in haar verdediging is geschaad, minderjarig en voldoende duidelijk is dat [verzoeker] in deze zaak mede als wettelijk vertegenwoordiger van zijn zoon optreedt. Ryanair heeft bij dupliek nog naar voren gebracht dat niet gebleken is van een machtiging ex art. 1:345 BW, maar dit verweer is eerst bij dupliek en dus te laat naar voren gebracht.
4.2
Sturgeon-arrest (Hof van Justitie EG 19 november 2009) mist toepassing
Dit verweer, weergegeven in de onderdelen II en III van het verweerschrift wordt gepasseerd. Uit de beantwoording van de prejudiciële vragen in het hiervoor genoemde arrest van 23 oktober 2012 volgt dat het Sturgeon-arrest als geldend recht dient te worden beschouwd. Hieruit volgt dan weer dat passagiers bij vertraging van zekere duur recht op compensatie hebben. Door Ryanair is niet betwist dat dat in het geval van de vertraagde vlucht [verzoeker] een vergoeding van € 250,00 per passagier is.
4.3
buitengewone omstandigheden
Indien de vervoerder, zoals Ryanair in deze zaak doet, zich beroept op buitengewone omstandigheden moet deze volgens vaste jurisprudentie van het HvJ EU (Wallentin-Hermann C-549/07, S&S 2009/38 en Air Baltic C-294/10, S&S 2011/83) aantonen dat de omstandigheden hoe dan ook niet voorkomen hadden kunnen worden door het treffen van aan de situatie aangepaste maatregelen. De vervoerder moet aantonen dat hij zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen – behoudens indien hij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van zijn onderneming had gebracht – kennelijk niet had kunnen vermijden dat de buitengewone omstandigheden waarmee hij werd geconfronteerd, tot annulering dan wel vertraging van de vlucht leidden. De stelplicht en bewijslast ligt derhalve in deze zaak bij Ryanair. Uit de rechtspraak volgt verder dat onverwachte vliegveiligheidsproblemen als buitengewone omstandigheden kunnen worden aanvaard. Ryanair beroept zich in deze procedure op die vliegveiligheidsproblemen. Uit het verweerschrift begrijpt de kantonrechter dat de vlucht van Palma Mallorca naar Charleroi zou worden uitgevoerd met het vliegtuig komende uit Charleroi, anders kan het verweer niet worden uitgelegd. Tijdens een voorgaande vlucht van dat vliegtuig naar Bergamo heeft zich een birdstrike voorgedaan. Tijdens het opstijgen zijn meerdere vogels in een motor terechtgekomen. Ondanks dat er vibraties door de gezagvoerder zijn waargenomen is het vliegtuig veilig teruggekeerd te Charleroi. Volgens Ryanair bleek na uitvoerig onderzoek dat er aanzienlijke schade was aan een motor. Meerdere propellerbladen waren zodanig beschadigd dat deze vervangen moesten worden. Zo’n reparatie duurt enige dagen. De enige oplossing was een vervangend vliegtuig te regelen, maar het reservevliegtuig was al elders ingezet. Pas toen dit vliegtuig weer beschikbaar was heeft de vlucht van Palma Mallorca naar Charleroi een aanvang kunnen nemen. Ryanair kan dus geen verwijt worden gemaakt. Ryanair kan niet worden verweten dat zij in het kader van de vliegveiligheid heeft besloten een vervangend vliegtuig in te zetten. De kantonrechter overweegt, dat hoewel de bevoegde Spaanse autoriteit heeft vastgesteld dat er geen buitengewone omstandigheden waren, een birdstrike een bijzondere omstandigheid kan opleveren. Ook de kantonrechters in Amsterdam, SES 2013,47 en Haarlem, LJN: CA2304, hebben inmiddels zo geoordeeld. Echter, in casu kan het beroep op de birdstrike niet baten. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Ryanair namelijk niet aangetoond dat zij ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen de vertraging niet voorkomen had kunnen worden. Daartoe heeft Ryanair onvoldoende gesteld. Zij stelt slechts dat “het reservevliegtuig” niet inzetbaar was. Ryanair is echter een grote low-fare luchtvaartmaatschappij met een vloot van honderden vliegtuigen. Zonder nadere informatie, die niet is verstrekt, valt niet in te zien, waarom de passagiers in Palma Mallorca, terwijl Ryanair in Bergamo al bekend was met de birdstrike, meer dan 10 uren hebben moeten wachten op een oplossing. Ryanair heeft niet gesteld of aangetoond dat zij andere pogingen heeft ondernomen of andere middelen heft ingezet om de vertraging in Palma Mallorca te voorkomen dan het wachten op dat ene reservevliegtuig. Ryanair heeft dus niet voldaan aan haar stelplicht en om die reden wordt het beroep op overmacht gepasseerd. [verzoeker] en zijn zoon [naam 2] komen derhalve ieder een vergoeding toe van € 250,00, te betalen aan [verzoeker].
4.4.
de overige kosten
[verzoeker] vordert ook de vergoeding van de volgende posten:
a. € 219,52 extra verlofuren
b. € 24,95 Resufond,
c. € 7,50 portokosten
d. € 37,50 maaltijd en verfrissingen.
Ryanair heeft onbetwist gesteld dat de posten a. tot en met c. buiten het bereik van Verordening (EG) nr. 261/2004 vallen en niet kunnen worden toegewezen. Wat post d. betreft staat vast dat Ryanair te kort is geschoten in het (laten) voorzien van maaltijden en verfrissingen. Ryanair wil de daadwerkelijke kosten ook vergoeden, maar heeft, naar het oordeel van de kantonrechter terecht, om bewijsstukken gevraagd. Zowel vóór als tijdens deze procedure is [verzoeker] daarmede in gebreke gebleven, zodat ook post d. niet toewijsbaar is. Het verzoek van [verzoeker] is dan ook toewijsbaar tot een bedrag van € 500,00.
5.
Het onterecht weigeren van de aansprakelijkheid heeft aanleiding gegeven tot deze procedure en Ryanair zal dan ook in de proceskosten worden veroordeeld. Die worden vastgesteld op € 202,00 wegens griffierechten.

de beslissing

De kantonrechter:
verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in het verzoek voor zover dat mede namens [verzoeker]-Den Haan is ingediend.
veroordeelt Ryanair om tegen bewijs van kwijting aan [verzoeker] te voldoen een bedrag van
€ 500,00;
veroordeelt Ryanair in de kosten van het geding gevallen aan de zijde van [verzoeker] en tot op heden begroot op € 202,00;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beslissing is gewezen door mr. N.J.C. van Spronssen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
jdk