Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 maart 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 april 2013.
2.De feiten
De schuldenaar en de schuldeiser verklaren een overeenkomst van geldlening met bijubehorende, in de onderhavige overeenkomst weergegeven afspraken te zijn aangegaan. (…)
De schuldenaar verklaart ter leen te hebben ontvangen van en daarom verschuldigd te zijn aan de schuldeiser, die verklaart daarom van de schuldenaar te vorderen te hebben, een bedrag van totaal VIJFTIG DUIZEND EURO (€ 50.000,00), welk bedrag in 2 tranches is ontvangen, te weten:- VIJF EN TWINTIG DUIZEND EURO (€ 25.000,00) per 25 januari 2006;- VIJF EN TWINTIG DUIZEND EURO (€ 25.000,00) per 5 oktober 2005. (…)
Vanaf de onder 2 genoemde data is de schuldenaar verplicht over het respectievelijke deel van de hoofdsom of het onafgeloste gedeelte daarvan aan de schuldeiser te voldoen een rente vanacht procent (8%)per jaar. (…)