In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2013, betreft het een ambtshalve toets van de ontvankelijkheid van het bezwaar van eiser tegen een systeembeschikking van de Belastingdienst/Toeslagen. Het bezwaar was gericht tegen de wijziging van het voorschot kinderopvangtoeslag naar nihil, terwijl vier maanden eerder een brief was verzonden waarin eiser werd medegedeeld dat hij geen recht had op kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat deze brief een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de systeembeschikking slechts een herhaling van dat besluit is. Hierdoor is het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser had eerder een voorschot kinderopvangtoeslag ontvangen, maar na een mededeling van de Belastingdienst/Toeslagen dat hij geen recht had op deze toeslag, heeft hij bezwaar gemaakt tegen de systeembeschikking. De rechtbank concludeert dat de systeembeschikking geen nieuw besluit is en dat het bezwaar tegen deze beschikking ten onrechte ontvankelijk is geacht door de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk.
De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen het griffierecht aan eiser moet vergoeden en veroordeelt hen tot betaling van de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.