ECLI:NL:RBZUT:2012:BY4537

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940318-12
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in diefstalzaak zonder bewijs van voltooid delict

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 november 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld. De verdachte was in de nacht van 9 op 10 augustus 2012 betrapt in de garage van de aangever, waar hij goederen had willen stelen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een voltooid delict. De aangever, [slachtoffer 1], had verklaard dat hij op het moment van de inbraak wakker werd door het blaffen van de hond en dat hij een onbekende man in zijn garage aantrof. De verdachte werd door de aangever en zijn vrouw, [slachtoffer 2], aangehouden, maar er waren geen gestolen goederen bij hem aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte zich onrechtmatig toegang had verschaft tot de garage, er geen bewijs was dat hij daadwerkelijk goederen had weggenomen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde diefstal, omdat er geen sprake was van een voltooid delict en een poging niet was ten laste gelegd. De vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen werden eveneens afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van het ten laste gelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/940318-12
Uitspraak d.d. 28 november 2012
Tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats op 1989],
wonende te [adres],
ten tijde van de terechtzitting verblijvende te Zwolle, PPC Zwolle.
Raadsvrouw mr. W. Hekkelman, advocaat te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 november 2012.
Bij afzonderlijke beslissing van 27 november 2012 heeft de rechtbank beslist dat de voorlopige hechtenis wordt opgeheven.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de nacht van 9 augustus 2012 op 10 augustus 2012 te Terborg, althans in de gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een woning/garage en/of op/van een besloten erf waarop een woning staat (gelegen aan de [adres] aldaar), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer krat(ten) bier en/of een hoeveelheid voedsel (o.a. pizza, brood, diepvriesmaaltijden, vlees, groenten) en/of een of meerdere icepack(s) en/of (hand)gereedschap (o.a. een accuboormachine, ijzerzaag, schroevendraaier), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of tegen [getuige 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, een schoppende/trappende beweging en/of slaande beweging in de richting van voornoemde [slachtoffer 2] en/of [getuige 1] maakte en/of tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [getuige 1] riep "laat mij gaan of ik maak je kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art. 310 Wetboek van Strafrecht
art. 312 lid 2 aanhef/sub 2 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
A. Aanleiding tot het onderzoek
Op 10 augustus 2012, omstreeks 02.06 uur, kreeg de politie de melding van de Meldkamer Oost-Nederland om te gaan naar het perceel [adres] te Terborg, gemeente Oude IJsselstreek. Aldaar zouden de bewoners een inbreker hebben overlopen en aangehouden. Men zou in het plantsoen staan nabij de genoemde woning.
Door de politie werd ter plaatse een onderzoek ingesteld. De politieagenten die aangekomen waren, zagen dat een manspersoon hard wegrende en hoorden dat een aantal andere personen riep dat die man net bij hen had ingebroken. Deze man werd vervolgens verderop aangehouden.
B. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit, diefstal met geweld, wettig en overtuigend bewezen kan worden, met dien verstande dat het medeplegen niet bewezen kan worden.
C. Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd. Verdachte is weliswaar in de schuur/garage aangetroffen bij de woning aan de [adres] in Terborg, maar er is geen bewijs voorhanden dat verdachte de dief is en dat hij alle door aangever genoemde goederen heeft weggenomen. De raadsvrouw heeft gesteld dat de gestolen goederen niet zijn teruggevonden en dat niemand heeft gezien dat verdachte de goederen daadwerkelijk heeft weggenomen. Tot slot heeft de raadsvrouw betoogd dat niet uitgesloten kan worden dat de goederen door anderen dan verdachte zijn weggenomen.
D. Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak
De rechtbank is bij de beoordeling van het tenlastegelegde uitgegaan van de volgende feiten en omstandigheden. In het dossier bevinden zich verschillende stukken, zoals hierna zakelijk en verhalenderwijs weergegeven.
Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op vrijdag 10 augustus 2012 omstreeks 01.30 uur op zijn slaapkamer was. Hij hoorde dat de hond begon te blaffen. Vanuit zijn slaapkamerraam zag hij dat de lamp in zijn garage aan het flikkeren was. Hij liep de garage binnen en zag dat er een rood alarmlampje van de vriezer brandde. Kort daarna zag hij dat de deur van de vriezer open stond. Vanuit zijn ooghoeken zag hij een schim achter in de garage. Hij zag dat dit een jongeman was. Hij schrok van de man in de garage en riep tegen de man "maak dat je wegkomt" of woorden van gelijke strekking. De man rende langs hem heen en in het voorbijgaan gaf hij de man een duw waardoor de man ten val kwam. De man krabbelde overeind en liep langs de garage naar de poortdeur naar de voorzijde van het huis. Aangever hoorde zijn vrouw roepen en ging toen via de achterzijde van de woning naar de voordeur. Hij liep naar de oprit toe waar zijn vrouw was. Hij zag dat zijn vrouw op de grond lag samen met de inbreker. Zij lagen op dat moment in de gemeentetuin. Hij zag dat zijn vrouw onder de inbreker lag. Zijn vrouw hield de inbreker vast aan zijn kleren. De inbreker wilde wegkomen maar zijn vrouw hield dat tegen. Ondertussen werd door zijn dochter, [getuige 2], die op dat moment ook in de woning was, samen met haar vriend [ getuige 1], gebeld met de politie.
Ondertussen was ook [ getuige 1] naar buiten toe gekomen. Aangever zag dat [ getuige 1] de inbreker een keer terugduwde in de struiken. Zijn vrouw liet de inbreker los en hij zag dat de inbreker voor hen ging staan. Hij zag dat de inbreker [ getuige 1] probeerde te slaan, maar dat lukte niet. Hij zag dat [ getuige 1] het shirt van de inbreker vasthield en dat deze als gevolg daarvan kapot scheurde. Hij hoorde de inbreker roepen "laat mij gaan of ik maak je kapot" of woorden van gelijke strekking. De inbreker was zeer agressief waardoor hij een angstig gevoel over zich heen kreeg. De inbreker probeerde weg te rennen. Aangever hoorde dat de politie ter plekke was aangekomen en achter de inbreker aanrende.
Na een vluchtige inspectie door de aangever is door hem geconstateerd dat de volgende goederen weggenomen zijn:
- accuschroefboormachine van het merk Bosch, kleur groen;
- vol krat Grolsch bier en een half krat Warsteiner bier
- tas van de Action, kleur blauw en wit, met de letters Action erop. In de tas zat gereedschap waaronder een accuschroefboormachine, hamer, duimstok en diverse schroevendraaiers
- 4 laden etenswaren uit de vriezer (vlees, pizza's, ijsjes, magnetronmaaltijden)
- 3 coldpack's
- flessen en/of pakken frisdrank, flesjes bier en diverse alcoholische dranken
- doosje met algentabletten voor de vijver.
Aangever zag daarnaast dat er een doosje in de garage was klaargezet om mee te nemen. Hierin stonden o.a. een stoomapparaat en anti-mierenpoeder.
De echtgenote van aangever, [slachtoffer 2], heeft verklaard dat zij op donderdagavond 9 augustus 2012 thuis, op de [adres] te Terborg was. Rond 01.30 uur is zij gaan slapen. Zij hoorde op een gegeven moment de hond blaffen. Zij maakte haar man wakker omdat zij dacht dat er iemand beneden in de woning was. Haar man keek toen vanuit het slaapkamerraam naar buiten. Haar man is toen naar de garage gelopen. Zij hoorde hem met een hoge stem roepen "sodemieter op" of woorden van gelijke strekking. Zij hoorde vervolgens een geluid alsof er iets viel of dat er iemand klappen kreeg. Zij is toen direct uit haar bed gesprongen en is op blote voeten naar beneden gegaan. Op het moment dat zij de voordeur uitliep en de oprit opkwam, kwam er vanaf het gangpad naast de woning een voor haar onbekende man, haar armen in lopen. Zij greep de man direct vast. Samen met de inbreker botste zij tegen de auto die op de oprit geparkeerd stond. De man schreeuwde "Laat me los! Laat me los!" De inbreker probeerde zich los te rukken. Omdat zij hem niet wilde loslaten zijn zij tijdens de worsteling in de struiken beland. Op deze manier heeft de inbreker haar meegesleept. De inbreker kreeg op een gegeven moment een woedeaanval, maar zij wilde hem niet loslaten. De inbreker probeerde toen in haar richting te schoppen. De inbreker raakte haar uiteindelijk niet maar dat was wel zijn bedoeling. Zij wist inmiddels dat haar dochter de politie had gebeld en daarom was ze van plan om de inbreker vast te houden totdat de politie arriveerde. Op een gegeven moment liet zij de inbreker los waarna hij wegrende. Op dat moment kwam de politie en zij zag dat de politie achter de inbreker aan rende. Later zag zij dat de politie de man met wie ze geworsteld had, had aangehouden. Aan de worsteling met de inbreker heeft zij verschillende verwondingen overgehouden.
[getuige 1] heeft verklaard1 dat hij in de nacht van 9 op 10 augustus 2012 in de woning van zijn vriendin, [getuige 2],sliep. Hij werd wakker van het geschreeuw van de moeder van zijn vriendin. Samen met zijn vriendin is hij de voordeur uitgelopen. Hij hoorde geschreeuw van achter de coniferen. Hij is daar naartoe gerend en zag dat mevrouw [slachtoffer 2] daar lag met een jongeman. Hij zag dat zij aan het worstelen waren. Hij hoorde dat zij riep: "bel de politie, hij heeft alles uit de schuur gehaald."Ondertussen was zijn vriendin aan het bellen met de politie. Hij zag dat mevrouw [slachtoffer 2] de jongeman vasthield aan zijn broek waarbij de jongeman riep: "laat me los". De jongeman was aan het schelden. Hij zag dat het uit de hand liep, de jongeman was erg agressief. Hij zag dat de jongeman een slaande beweging maakte in de richting van mevrouw [slachtoffer 2]. Om te voorkomen dat de jongeman ging slaan, heeft hij hem in de coniferen geduwd. De jongeman probeerde om hem te slaan maar dat kon hij nog net afweren. Hij hoorde dat jongeman riep: "Laat mij los of ik maak je kapot." Hij heeft het shirt van de jongeman vastgepakt waardoor het kapot scheurde. Op het moment dat politie kwam rende de jongeman weg.
[getuige 2] heeft verklaard2 dat zij wakker werd van het geschreeuw van haar moeder. Samen met haar vriend liep zij naar buiten. Van achter de coniferen zag zij een man komen. De man stond voor haar moeder en probeerde zich los te rukken. Zij hoorde haar moeder roepen: "bel de politie, bel de politie." Zij rende toen naar binnen om de politie te bellen. Met de telefoon in haar handen liep zij weer naar buiten en zag zij dat haar moeder tussen de struiken lag. Zij zag dat er een worsteling gaande was tussen de man, haar moeder, haar vader en haar vriend. De man riep: "laat mij gaan, godverdomme" of woorden van gelijke strekking. Toen de politie aan kwam rijden, maakte de man zich los en rende weg. De politie ging achter hem aan.
Verbalisanten [verbalisant 1 en 2] zagen in het plantsoen naast de woning een aantal personen staan. Zij zagen dat een man in deze groep een ontbloot bovenlichaam had. Toen zij de groep naderden, rende de man met het ontblote bovenlichaam hard weg het park in. Door de andere personen werd geroepen dat de man zojuist bij hen had ingebroken. Na een korte achtervolging lukte het de verbalisanten om de man in te halen, te overmeesteren, aan te houden en te boeien.
Verbalisant [verbalisant 3] heeft verklaard dat bij de aanhouding op de verdachte geen goederen afkomstig van diefstal waren aangetroffen. Aangezien er toch behoorlijk wat goederen waren weggenomen volgens [slachtoffer 1], stelde de verbalisant samen met zijn collega [verbalisant 4] een onderzoek in de omgeving in. Naast de woning aan de [adres] te Terborg loopt een voetpad dat is afgesloten voor verkeer. Dit pad loopt in de richting van het Oranjehof, een straat erachter. Nadat dit pad voor ongeveer 50 meter werd afgezocht, zag verbalisant [verbalisant 3] een fiets staan. Deze fiets stond tegen een schutting in het voetpad vlak bij het Oranjehof. Deze fiets viel op omdat de verbalisant geen poortdeuren dan wel tuindeuren zag. De verbalisant vond het een rare plek om een fiets neer te zetten. Dit betrof een damesfiets van het merk Gazelle, kleur donkergroen/donkerblauw. De fiets had stickers over het frame en de kettingkast. De verbalisant zag dat de fiets niet was afgesloten en dat de sleutels van de fiets nog in het slot zaten. Op dat moment liep niemand op straat. Alle lichten van de woningen rondom de vindplaats van de fiets waren gedoofd. Precies onder de fiets, tussen het voorwiel en het achterwiel in lag een kartonnen doosje op de grond van ongeveer 15 cm bij 15 cm. Dit bleek een doosje te zijn met vijvertabletten. De verbalisant liep vervolgens naar de aangever [slachtoffer 1] om hem te confronteren met het doosje vijvertabletten. De verbalisant hoorde [slachtoffer 1] zeggen dat hij zo'n doosje in de garage had liggen en dat dit zijn eigendom was.
Verdachte heeft verklaard dat hij zich alleen nog kan herinneren dat hij in de avond van 9 augustus 2012 naar zijn vader in Terborg is gegaan, dat hij daar bier heeft gedronken en TV heeft gekeken. Verdachte heeft verklaard dat hij (nu) een grijze herenfiets heeft, maar dat hij niet weet hoe hij daaraan komt.
Conclusie rechtbank
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat verdachte van het hem tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken. Voor dat oordeel is het volgende van belang.
Verdachte is aangetroffen in de garage van aangever [slachtoffer 1]. Verdachte heeft zich op onrechtmatige wijze de toegang verschaft tot de garage van de woning met als oogmerk het wederrechtelijk wegnemen van diverse goederen uit de garage. Daarbij is van belang dat dit plaatsvond midden in de nacht toen de bewoners van het huis al op bed lagen. De deur van de vriezer stond open en het alarmlampje van de vriezer bleef branden. Daarnaast stond een doosje "klaar" met daarin diverse goederen afkomstig uit de garage. Toen verdachte betrapt werd door aangever [slachtoffer 1], dook hij weg en wilde hij er vandoor gaan. Dat verdachte zich naar zijn zeggen daarvan niets meer kan herinneren, doet niet af aan het oordeel van de rechtbank dat uit de genoemde omstandigheden het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening dient te worden afgeleid.
De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of hier sprake is van een voltooide diefstal of van een poging.
Vaststaat dat bij of op verdachte geen goederen zijn aangetroffen die van aangever afkomstig zijn, terwijl uit de aangifte blijkt dat er veel goederen moeten zijn weggenomen. De enige mogelijke link in het dossier naar de vaststelling dat sprake is van een door verdachte gepleegde voltooide diefstal, is de op enige afstand van de woning van aangever aangetroffen damesfiets met daaronder een doosje vijvertabletten. Het dossier bevat geen informatie die verdachte in verband brengt met een damesfiets. Evenmin blijkt uit het dossier dat (verder) onderzoek is gedaan naar de herkomst van de aangetroffen damesfiets. Verder, over het aangetroffen doosje vijvertabletten heeft aangever verklaard "dat hij zo'n doosje in de garage had liggen en dat dit zijn eigendom was". Uit het dossier blijkt niet op grond waarvan aangever het doosje als zijn eigendom herkent (specifieke kenmerken), terwijl evenmin uit het dossier blijkt dat een dergelijk doosje in de woonomgeving een bepaalde zeldzaamheidswaarde heeft.
De omstandigheid dat de damesfiets niet was afgesloten, op een plaats stond die op zich enigszins opvallend is met daaronder een doosje vijvertabletten, welke aangever mist, acht de rechtbank weliswaar verdacht, maar onvoldoende mede gelet op de afstand tot de woning voor het leveren van wettig en overtuigend bewijs dat hier sprake is van een voltooide diefstal.
Gezien vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van een voltooid delict zodat verdachte van het hem ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Een poging is (subsidiair) niet tenlastegelegd, zodat de rechtbank zich daarover niet kan uitlaten.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij [naam] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 155,00 (materieel), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 350,00 (immaterieel), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van EUR 631,50 (EUR 31,50 materieel en EUR 600,00 immaterieel), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade, gevoegd in het proces.
De rechtbank zal [naam] niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering nu deze geen verband houdt met hetgeen ten laste is gelegd.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering, nu verdachte wordt vrijgesproken van het hem tenlastegelegde feit.
De benadeelde partijen kunnen derhalve hun vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. De benadeelde partijen worden verwezen in de door verdachte gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verklaart de benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verwijst de drie benadeelde partijen in de door verdachte gemaakte kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door mrs. Draisma, voorzitter, De Jong en Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van Belevska, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 november 2012.
1 verklaring getuige [getuige 1], doorgenummerde dossierpagina's 101 t/m102
2 verklaring getuige [getuige 2], doorgenummerde dossierpagina's 103 t/m 104