ECLI:NL:RBZUT:2012:BY4067

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940210-12
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige man voor diefstal met geweld in Apeldoorn

Op 16 november 2012 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 19-jarige man, die samen met anderen betrokken was bij een gewelddadige diefstal in het Oranjepark te Apeldoorn. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd hij verplicht om een schadevergoeding van € 715,- te betalen aan het slachtoffer. De feiten vonden plaats op 16 mei 2012, toen de verdachte en zijn mededaders het slachtoffer aanvielen, hem op de grond duwden en hem meermalen in het gezicht sloegen. Tijdens deze aanval werd het slachtoffer beroofd van zijn mobiele telefoon en andere persoonlijke bezittingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn gedeeltelijke bekentenis, schuldig was aan diefstal met geweld, waarbij het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening duidelijk aanwezig was. De rechtbank hield rekening met de psychologische toestand van de verdachte, die als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar werd beschouwd. De opgelegde straf was bedoeld om de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten en om hem te begeleiden in zijn re-integratie.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940210-12
Uitspraak d.d.: 16 november 2012
tegenspraak / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1993],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Raadsman: mr. Van der Graaf, advocaat te Utrecht.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
21 augustus 2012 en 9 november 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 16 mei 2012 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (Nokia) en/of
- een pakje sigaretten (merk L&M) en/of
- een aansteker,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
- op die [slachtoffer] is/zijn toegelopen en/of
- dreigend om die [slachtoffer] is/zijn gaan en/of blijven staan en/of
- (vervolgens) op dreigende toon tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Geef je Black Berry en je spullen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- de kleding van die [slachtoffer] heeft/hebben doorzocht/nagevoeld en/of
- die [slachtoffer] tegen de grond heeft/hebben geduwd en/of
- die [slachtoffer] op de grond heeft/hebben vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht in diens gezicht en/of tegen diens hoofd heeft/hebben geslagen en/of gestompt;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Aangever heeft aangifte gedaan van openlijke geweldpleging. Hij heeft verklaard dat hij op 16 mei 2012 in het Oranjepark in Apeldoorn is mishandeld en beroofd door meerdere personen. Hij heeft verklaard dat hij meerdere keren vol in zijn gezicht is geslagen en dat zijn witte Nokia, een pakje sigaretten en een aansteker zijn weggenomen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde geconcludeerd. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman van verdachte heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het ten laste gelegde feit. Verdachte heeft bekend dat hij openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd jegens aangever, echter wilden verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer een lesje leren en zijn blackberry afnemen. Volgens de raadsman ontbreekt het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening van de mobiele telefoon (Nokia), het pakje sigaretten (merk L&M) en de aansteker en kan hetgeen ten laste is gelegd dan ook niet worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat aangever [slachtoffer] heeft verklaard2 dat hij woensdag 16 mei 2012 slachtoffer is geworden van openlijk geweld in het Oranjepark in Apeldoorn. Daarbij zijn hem onder andere een witte mobiele telefoon Nokia N79, sigaretten en een aansteker afhandig gemaakt. Er zijn drie jongens op hem afgekomen en die hebben hem gevraagd: "Geef je blackberry en je spullen". Aangever heeft dit geweigerd. Nadat ze in zijn zakken hebben gevoeld, is hij door de gehele groep tegen de grond geduwd. Op het moment dat aangever op de grond lag, hebben vijf jongens hem vastgehouden en is de jongen met het blonde haar begonnen op hem in te slaan. Hij is vol in zijn gezicht geslagen. Hij is onder andere op zijn beide ogen geslagen, op zijn neus en wenkbrauwen. Hij heeft allemaal bloed op zijn jas, broek en hand gezien.
Verdachte heeft ter terechtzitting een deels bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat het op zich juist is dat hij op 16 mei 2012 in Apeldoorn aangever [slachtoffer] meermalen met kracht in diens gezicht heeft geslagen. Samen met medeverdachte [medeverdachte] en een onbekende persoon zijn ze op [slachtoffer] toegelopen en zijn ze dreigend om [slachtoffer] heen gaan staan. Verdachte en/of [medeverdachte] hebben hem tegen de grond geduwd en verdachte is op [slachtoffer] gaan zitten. Er is geroepen dat [slachtoffer] zijn blackberry moest geven. Uiteindelijk heeft een medeverdachte de Nokia van [slachtoffer] gepakt en meegenomen. Bij de politie heeft verdachte verklaard3 dat hij de Nokia van [slachtoffer] heeft gekregen van een jongen, die deze telefoon heeft aangetroffen in het gras na het openlijk geweld. Hij heeft deze Nokia gekregen omdat hij dit had verdiend omdat hij [slachtoffer] te grazen had genomen. Hij heeft voordat hij [slachtoffer] heeft geslagen nog aan hem gevraagd of hij zijn blackberry af wilde staan. Als [slachtoffer] die blackberry had afgestaan was er niets gebeurd, aldus verdachte.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard4 dat hij samen met verdachte en een onbekende jongen naar aangever is gegaan. Hij heeft bekend dat hij [slachtoffer] op de grond heeft geduwd en heeft vastgehouden toen verdachte hem heeft geslagen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de primair ten laste gelegde diefstal met (bedreiging met) geweld bewezen. Verdachte en zijn medeverdachten hebben van meet af aan de bedoeling gehad iets te stelen van verdachte en hebben hierbij gebruik gemaakt van geweld. Dat zij uiteindelijk niet de beoogde blackberry in handen hebben gekregen waar om gevraagd is, doet daar niets aan af. De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening ook gericht was op de mobiele telefoon (Nokia). Niet is van belang of deze mobiele telefoon uit de broekzak van verdachte is gehaald of gevallen. Door het gebruikte geweld ontstond de mogelijkheid deze van aangever af te nemen. De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat er een pakje sigaretten (merk L&M) en een aansteker zijn weggenomen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 16 mei 2012 in Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (Nokia)
toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededaders
- op die [slachtoffer] zijn toegelopen en
- dreigend om die [slachtoffer] zijn gaan staan en
- de kleding van die [slachtoffer] hebben doorzocht/nagevoeld en
- die [slachtoffer] tegen de grond hebben geduwd en
- die [slachtoffer] op de grond hebben vastgehouden en
- die [slachtoffer] meermalen, met kracht in diens gezicht hebben geslagen en/of gestompt.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid van de verdachte
Naar de persoon van verdachte heeft een psychologisch onderzoek plaatsgevonden, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het Pro Justitia Rapport van 27 september 2012, opgemaakt door mw. drs. C.M. Hopman, psycholoog. Hopman meent dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
De rechtbank zal gelet op dit Pro Justitia Rapport ervan uitgaan dat verdachte als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit, is verdachte strafbaar.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Hieraan dienen volgens de officier van justitie de voorwaarden te worden verbonden zoals deze zijn opgenomen in het reclasseringsadvies van 10 oktober 2012.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht verdachte een straf op te leggen welke gelijk is aan het voorarrest. Tevens kunnen aan verdachte bijzondere voorwaarden worden opgelegd, waaronder verplicht reclasseringscontact. Een klinische behandeling ziet verdachte, na de intake bij FPA Kompas, niet zitten.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld. Hij heeft het slachtoffer samen met anderen op de grond geduwd en harde vuistslagen in het gezicht gegeven. Hierbij is het slachtoffer van zijn mobiele telefoon beroofd. Naar de ervaring leert zijn delicten als het onderhavige veelal de oorzaak van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij het slachtoffer. Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van verdachte. Door de rechtbank wordt tevens acht geslagen op de enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, zoals hiervoor overwogen.
Gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is gebeurd, acht de rechtbank een gevangenisstraf van negen maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarden stellen, dat verdachte dient te worden begeleid door de reclassering en zich zal laten opnemen in een zorginstelling. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank houdt bij het opleggen van na te melden straf op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening met de veroordeling, zoals deze blijkt uit het in fotokopie aan dit vonnis gehechte uittreksel uit het algemeen documentatieregister ten name van verdachte.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde danwel de na te noemen rechthebbende.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 865,00 gevoegd in het strafproces.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De rechtbank zal gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de schade met betrekking tot de witte Nokia schatten op € 50,00. Het restant van de vordering kan worden toegewezen zoals gevorderd door [slachtoffer].
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 3 (drie) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende algemene- dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* legt als algemene voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht,
* legt als bijzondere voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich binnen drie werkdagen na zijn invrijheidsstelling zal melden bij Tactus reclassering (telefoonnummer 0575-587840) of een andere reclasseringsorganisatie (SVG) in het gebied waar hij zijn klinische opname zal ondergaan.
- zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen die hem door Tactus reclassering worden gegeven en zich blijft melden zo frequent en zolang Tactus reclassering dit noodzakelijk acht;
- wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling zich te laten opnemen in FPA Kompas (Pro Perona) of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven.
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten: ringen;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de rechthebbende, te weten: mobiele telefoon Nokia N79;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van € 715,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 715,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2012, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 14 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Rademaker, voorzitter, Prisse en De Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oosting, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 november 2012.
Mr. De Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0623 2012083537, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, team Apeldoorn Noord opsporing, gesloten en ondertekend op 22 juli 2012.
2 Proces-verbaal verhoor aangever, p. 118-121
3 Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 82-86
4 Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte], p. 52-57