ECLI:NL:RBZUT:2012:BY4058

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/851096-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor deelname aan afgesproken vechtpartij met openlijk geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 november 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 48-jarige man, die werd beschuldigd van deelname aan een afgesproken vechtpartij in Doetinchem op 4 juni 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, openlijk geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen, waaronder [medeverdachte B], [medeverdachte C], [medeverdachte D] en [medeverdachte E]. De vechtpartij was het gevolg van een eerder conflict tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B], dat was ontstaan in een discotheek. De verdachte had de rol van scheidsrechter tijdens de vechtpartij en was aanwezig op een locatie die bewust was gekozen om buiten het zicht van camera's te zijn. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte was van de afspraken om te vechten en dat hij een actieve rol heeft gespeeld in het escaleren van de situatie naar een massale vechtpartij. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een werkstraf van 180 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zou worden opgelegd. De rechtbank hield rekening met het feit dat er geen letsel was bij de slachtoffers en dat de verdachte blijkens zijn justitiële documentatie sinds 2005 niet meer in aanraking was gekomen met de politie.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/851096-11
Uitspraak d.d.: 23 november 2012
tegenspraak / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte F],
geboren te [plaats] (Turkije) op [1964],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. M.R. Roethof, advocaat te Arnhem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 november 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 juni 2011, te Doetinchem, althans in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Tweede Loolaan en/of op (het voor het publiek opengestelde) Landgoed Hagen (achter Slingeland Ziekenhuis), in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
[medeverdachte B] en/of [medeverdachte C] en/of [medeverdachte D] en/of [medeverdachte E],
welk geweld bestond uit het
-slaan en/of stompen en/of (met geschoeide voet) trappen en/of schoppen en/of trekken en/of duwen tegen en/of op het/de hoofd(en) en/of het/de licha(a)m(en) van die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte E], en/of
-naar de grond werken van die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte E];
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Het grootschalige opsporingsonderzoek Agaat, waarvan deze zaak onderdeel uitmaakt, is gestart naar aanleiding van een melding op 4 juni 2011 bij de regionale Meldkamer Oost Nederland. Deze melding hield in dat er nabij het Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem een man in het hoofd was geschoten. Bij nader onderzoek bleek dat de man was beschoten in een bosperceel gelegen aan de noodwestzijde van de 2e Loolaan te Doetinchem, direct gelegen achter het Slingeland Ziekenhuis.2
Naar aanleiding van de binnengekomen melding(en) werden er politie-eenheden naar de opgegeven locatie gezonden. Op de locatie werd een man liggend op de grond aangetroffen met een schotwond in zijn voorhoofd. Rondom het slachtoffer stond een viertal personen, te weten verdachte, [medeverdachte A], [medeverdachte G] en [medeverdachte H], die vertelden dat ze het slachtoffer kennen als [slachtoffer]. Door verdachte werd verteld dat er een afgesproken vechtpartij tussen een Turkse groep en een Bosnische groep was geweest.3
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van openlijk geweld. Ter zitting heeft de officier van justitie in zijn schriftelijk requisitoir de bewijsmiddelen uitvoerig opgesomd en toegelicht.
De officier van justitie heeft onder meer aangevoerd dat sprake was van een afgesproken vechtpartij tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B]. Verdachte is meegegaan naar deze vechtpartij, waarbij hij tijdens deze vechtpartij is opgetreden als scheidsrechter. Deze vechtpartij is ontaard in een massale vecht-, duw- en trekpartij tussen de beide betrokken kampen, waarin iedereen zich mengt. Met betrekking tot alle personen die bij de vechtpartij op de bult aanwezig zijn geweest, zijn bewijsmiddelen aanwezig dat deze personen, waaronder ook verdachte, geweld tegen iemand van een andere groep heeft gebruikt.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door verdachte is ter terechtzitting verklaard dat hij niet wist dat er een afspraak was gemaakt tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B] om te gaan vechten toen hij naar de bult is gegaan. Aangekomen bij de bult is verdachte opgetreden als scheidsrechter. Het was niet de bedoeling van verdachte om te gaan vechten. Hij heeft ook niet gevochten, hij heeft alleen zichzelf verdedigd. Toen er een schot was gelost, is verdachte bij het slachtoffer [slachtoffer] gebleven totdat er hulp was gearriveerd.
Beoordeling door de rechtbank
Om te beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van openlijk geweld acht de rechtbank verschillende omstandigheden van belang. Het gaat daarbij om de afspraak tussen twee personen die is gemaakt om een ruzie uit te vechten, om de keuze van de locatie waar dat dan zou plaatsvinden, hoe dat gevecht tussen de twee kemphanen zou plaatsvinden en wat de bijdrage van de andere aanwezigen is geweest. Op die verschillende aspecten wordt hierna ingegaan.
Bewijsmiddelen
Afspraak om te gaan vechten
Door [medeverdachte I] is verklaard dat [medeverdachte B] hem zat te treiteren in discotheek [discotheek in plaats].4 [medeverdachte I] is door [medeverdachte B] onder meer uitgescholden voor "hoerenzoon". [medeverdachte I] heeft aan [naam] om het telefoonnummer van [medeverdachte B] gevraagd. Hij wilde dat [medeverdachte B] zijn excuses zou aanbieden. Vervolgens is er een week of drie overheen gegaan. In de tussentijd ontving [medeverdachte I] sms'jes van [medeverdachte B] en verstuurde hij ook berichten naar hem. Op enig moment heeft [medeverdachte I] met [medeverdachte B] gebeld. In dat telefoongesprek is toen afgesproken dat ze een man tegen man gevecht zouden hebben, daarna zou het afgelopen zijn. [medeverdachte I] heeft de afspraak gemaakt, omdat hij van [medeverdachte B] afwilde. De afspraak was om het die zaterdag - de rechtbank begrijpt op 4 juni 2011 - uit te vechten.5 De anderen zijn vooruit gegaan om te kijken of het veilig was.6
Door verdachte is bij de politie verklaard dat hij van [medeverdachte I] had gehoord dat [medeverdachte I] een conflict had gehad met iemand in een discotheek. Dit was met de broer van [medeverdachte C], [medeverdachte B]. [medeverdachte B] en [medeverdachte I] stuurden elkaar sms'jes in dreigende en treiterende sfeer. Een week voor 4 juni 2011 werd er een afspraak gemaakt om het uit te vechten.7 Eerst zou dit op een schoolplein gebeuren, later werd dit veranderd naar een bos waar geen camera's zouden hangen. [medeverdachte I] vroeg aan verdachte om scheidsrechter te zijn bij het gevecht. Er was afgesproken om met de handen en de regels van het boksen en het straatvechten te vechten, zonder wapens. Twee personen zouden met elkaar vechten, [medeverdachte I] en [medeverdachte B].8
Door [medeverdachte K] is verklaard dat er een vechtpartij was afgesproken tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B]. Deze vechtpartij was het gevolg van een eerdere vechtpartij in [discotheek te plaats]. [medeverdachte I] en [medeverdachte B] hadden toen ook gevochten en [medeverdachte I] was door [medeverdachte B] uitgescholden voor "hoerenjong".9 [medeverdachte K] hoorde van [slachtoffer] dat het conflict verergerde. Het moest en zou vechten worden.10 [slachtoffer] vertelde [medeverdachte K] dat dit bij het Ludger zou gebeuren. [medeverdachte K] ging mee uit veiligheid voor [medeverdachte I].11
Door [medeverdachte A] is verklaard dat hij op 4 juni 2011 door [medeverdachte I] en verdachte is gebeld en gevraagd om naar de bult te komen. [medeverdachte I] zei dat hij één tegen één ging vechten met [medeverdachte B].12 [medeverdachte I] vroeg hem of hij wilde kijken op de bult met hoeveel ze waren.13
Door [medeverdachte H] is verklaard dat [medeverdachte I] [medeverdachte B] wilde terugpakken en dat hij door [medeverdachte I] is gebeld met de mededeling dat hij die dag zou vechten met [medeverdachte B]. [medeverdachte H] ging mee om te ondersteunen; als anderen zich er mee bemoeiden, zou hij dat ook doen.14
Door [medeverdachte B] is verklaard dat hij al een aantal weken problemen had met [medeverdachte I]. Dit was begonnen in uitgaansgelegenheid [discotheek]. Beiden zijn toen de club uitgezet. Hierbij heeft [medeverdachte B] [medeverdachte I] een hoerenzoon genoemd. [medeverdachte I] bestookte [medeverdachte B] na dat voorval met sms'jes, onder meer met als inhoud dat [medeverdachte I] [medeverdachte B] zou pakken. [medeverdachte B] en [medeverdachte I] hadden zaterdag - de rechtbank begrijpt op 4 juni 2011 - afgesproken om met elkaar deze vete uit te vechten. [medeverdachte B] en [medeverdachte I] zouden het één tegen één, man tegen man uitvechten.15
Er werden geen afspraken gemaakt over hoe het zou gaan gebeuren. Er werd nog wel gesproken over dat het één tegen één zou zijn.16 De anderen waren erbij om er voor te zorgen dat het eerlijk bleef.17 [medeverdachte J] en [medeverdachte E] wisten van de ruzie met [medeverdachte I] af.18 Volgens [medeverdachte B] zei [medeverdachte J] dat als de jongen zou komen, we dan eerst zouden praten en als die jongen echt niet wilde praten, dan moesten we het maar uitvechten.19
Door [medeverdachte C] is een verklaring afgelegd van hetgeen er op 4 juni 2011 is gebeurd.20 [medeverdachte C] heeft verklaard dat [medeverdachte I] - de rechtbank begrijpt dat door hem hiermee [medeverdachte I] wordt bedoeld, verder zal dan ook [medeverdachte I] gebruikt worden - een conflict had met [medeverdachte B]. [medeverdachte B] zou [medeverdachte I] "hoerenzoon" genoemd hebben. [medeverdachte B] heeft in een sms'je gezegd dat het hem speet, maar [medeverdachte I] bleef dreigen.21 De reden van de uitnodiging tot een gevecht was dat [medeverdachte I] de excuses van [medeverdachte B] niet accepteerde. [medeverdachte I] wilde vechten, één op één, met [medeverdachte B]. In een sms had [medeverdachte I] een datum gezet waarop hij met [medeverdachte B] wou afspreken. [medeverdachte I] had daar ook bijgezet dat hij met mensen zou komen, omdat hij dacht dat [medeverdachte C] er ook bij zou zijn.22 De anderen gingen mee voor de zekerheid dat het niet uit de hand liep. [medeverdachte B] had tegen [medeverdachte C] gezegd dat hij wilde dat [medeverdachte C] meeging, dit omdat [medeverdachte B] dacht dat [medeverdachte I] niet met hem wilde praten.23 [medeverdachte C] heeft tegen [medeverdachte J] gezegd om thuis te blijven onder meer omdat hij geen papieren had.24
Ludger College
Door [medeverdachte I] is verklaard dat eerst afgesproken was achter de Aldi in Doetinchem, maar daar is overdag publiek. Door [medeverdachte I] is naar [medeverdachte B] een sms-bericht gestuurd om achter het Ludger College te vechten.25 [medeverdachte B] heeft vervolgens laten weten dat ze naar het bultje moesten gaan, omdat er bij het Ludger College allemaal camera's hingen. Na veel over en weer telefoonverkeer werd door [medeverdachte B] besloten dat ze het zouden uitvechten op of bij de zandbult.26
Door [medeverdachte B] is verklaard dat hij op de desbetreffende zaterdag samen met zijn buurman [medeverdachte J], zijn broer [medeverdachte C], [medeverdachte D] en [medeverdachte E] en een andere jongen die met [medeverdachte E] mee was, bij het Ludger College is geweest. Dit omdat [medeverdachte I] [medeverdachte B] had ge-sms't dat zij daar heen moesten gaan. Na deze sms heeft [medeverdachte B] [medeverdachte I] gebeld. [medeverdachte B] vond het niet verstandig om daar af te spreken omdat er bij het Ludger College camera's hingen en hij eerder betrokken was bij een vechtpartij waar hij nog een werkstraf voor open had staan. [medeverdachte B] heeft [medeverdachte I] toen gezegd dat ze naar het bos zouden rijden. Toen ze bij het bos stonden te wachten, belde [medeverdachte I] [medeverdachte B] op, omdat hij de ontmoeting bij het Ludger College wilde. [medeverdachte I] wilde op steen, daarmee bedoelde hij de ondergrond. [medeverdachte B] heeft [medeverdachte I] verteld dat zij bij de zandbult waren en heeft hem uitgelegd dat het de zandbult achter het ziekenhuis betrof.27
Door [medeverdachte C] is verklaard dat op zaterdag was afgesproken bij het Ludger College. Daar zou gezegd zijn dat er teveel camera's hingen. Hierna ging de groep naar het bos. [medeverdachte C] reed met [medeverdachte J] en [medeverdachte D] mee naar de afgesproken plek. [medeverdachte B] zat bij [medeverdachte E] in de auto.28
Het treffen op de bult
Door [medeverdachte I] is verklaard dat hij op 4 juni 2011 samen was met verdachte, die hij thuis had opgehaald. [medeverdachte I] had ook [slachtoffer] en [medeverdachte K] gebeld, die kwamen samen in één auto naar de plek waar [medeverdachte I] met [medeverdachte B] had afgesproken. [medeverdachte I] had ook [medeverdachte A] gebeld, die stond op de Varkensweide.29 Ze gingen met vier auto's, drie auto's reden vooruit naar de afgesproken locatie. [medeverdachte A] zou gaan kijken of zij niet iets gevaarlijk bij zich hadden. [medeverdachte A], [medeverdachte H], [slachtoffer] en [medeverdachte K] zijn vooruit gegaan. [medeverdachte I] wachtte samen met verdachte. [medeverdachte I] werd door [medeverdachte A] gebeld dat het veilig was. Hierna is [medeverdachte A] met verdachte naar de bult gereden.30
Door verdachte is bij de politie verklaard dat hij samen met [medeverdachte I] naar het bos is gereden. [medeverdachte A] zou vooruit rijden om te kijken wie er waren. Verdachte kwam later met [medeverdachte I] aan, omdat [medeverdachte A] aangaf dat het veilig was.31 Verder waren ook [slachtoffer] en [medeverdachte K] mee. Ook [medeverdachte H] was mee. Ze hadden zich verzameld bij het ziekenhuis en zijn later naar de zandbult gereden. Bij de zandbult aangekomen, zag verdachte dat [medeverdachte C] met zijn broer [medeverdachte B] was meegekomen.32
Door [medeverdachte A] is verklaard dat hij op 4 juni 2011 op de Varkensweide was. Daar kwam verdachte samen met [medeverdachte I] aanrijden. [medeverdachte A] wist dat [medeverdachte I] problemen had met [medeverdachte B]. [medeverdachte A] hoorde dat [medeverdachte B] en [medeverdachte I] elkaar ergens zouden ontmoeten.
[medeverdachte A] is in zijn eigen auto met [medeverdachte I] en verdachte meegereden. Vlak bij de ingang van het ziekenhuis kwam ook [slachtoffer] samen met [medeverdachte K] aangereden. Door [medeverdachte I] is aan [medeverdachte A] gevraagd om te zien bij de 2e Loolaan bij de zandbult met hoeveel man de anderen waren. [medeverdachte K] is bij [medeverdachte A] ingestapt en samen zijn ze naar de zandbult gereden. Daar zag [medeverdachte A] een paar jongens staan, waaronder [medeverdachte B], [medeverdachte C], [medeverdachte E], [medeverdachte D] [medeverdachte D] en [medeverdachte J].
Van [medeverdachte B] begreep [medeverdachte A] dat [medeverdachte I] en [medeverdachte B] het zouden uitvechten. Het kwam erop neer dat [medeverdachte I] en [medeverdachte B] elkaar zouden afbeuken en dat het dan klaar zou zijn. De rest zou zich er niet mee bemoeien. [medeverdachte I] kwam later samen met verdachte aan bij de zandbult.33
[medeverdachte I] en [medeverdachte B] gingen samen de bult op. Ze zouden man tegen man met elkaar gaan vechten. Dat moest gebeuren boven op de bult. Iedereen die er was liep mee naar boven. Sahin heeft gezegd dat als anderen zich er meer zouden bemoeien, hij dat ook zou doen.34
Door [medeverdachte K] is verklaard dat [slachtoffer] een woordenwisseling kreeg met de Armeense man (naar de rechtbank begrijpt: [medeverdachte J]) en een grote Bosniër. Ze stonden iets buiten de kring die om de vechtenden heen stond. Hij zag dat de Armeen [slachtoffer] bij de arm pakte en met harde boze stem zei "wat is jouw probleem". [medeverdachte K] haalde [slachtoffer] en de Armeense man uit elkaar.35
[medeverdachte B] heeft verklaard dat hij op 4 juni 2011 samen met [medeverdachte C], [medeverdachte E], [medeverdachte D] en [medeverdachte J] naar de zandbult is gegaan. Ze waren met zijn vijven. Toen zij op de bult waren zag hij dat er een aantal mannen met diverse auto's aan kwam rijden. Die groep bestond uit [medeverdachte I] en andere mannen.36
Door [medeverdachte C] is verklaard dat de andere groep met drie auto's aan kwam rijden. Een paar seconden later kwam ook [medeverdachte I] aan rijden. Bij [medeverdachte I] was een grote gespierde vent die [medeverdachte F] heet.37 [medeverdachte C] kende uit de andere groep [medeverdachte I], [medeverdachte F] en [medeverdachte A].38
Door [medeverdachte D] [medeverdachte D] is verklaard dat, nadat zij bij het Kruisbergse bos waren aangekomen, ze naar het heuveltje zijn gelopen. Toen ze daar waren kwamen de andere jongens er aan. Er kwam een aantal personen schreeuwend uit de auto en een aantal was rustig. Een aantal jongens liep naar [medeverdachte C] en [medeverdachte B]. Hierna kwam er nog een auto aangereden met daarin twee mannen. Een daarvan was de jongen waar [medeverdachte B] ruzie mee had en de andere man betrof een gespierde man.39
Door [medeverdachte J] is verklaard dat hij tijdens het wachten op de bult met [medeverdachte B] heeft gesproken over het probleem dat bij de disco was ontstaan, en dat [medeverdachte B] tegen hem zei dat hij ([medeverdachte B]) dacht dat er gevochten ging worden.40 Toen de andere jongens gekomen waren - naar de rechtbank begrijpt: voor de aankomst van [medeverdachte I] - heeft [medeverdachte J] aan iedereen gevraagd of ze wisten waarvoor ze daar waren en wat het probleem was. [medeverdachte J] heeft namens [medeverdachte B] nog een keer sorry gezegd. [medeverdachte J] heeft gezegd dat ze kwamen voor een vredige oplossing, waarop het latere slachtoffer zei dat vechten de enige oplossing was. [medeverdachte J] heeft verklaard dat iedereen zich er mee bemoeide en dat niemand meer naar hem luisterde. Hij moest zich maar neerleggen bij het feit dat er wel gevochten zou gaan worden. Iedereen werd onrustig aldus [medeverdachte J], hij zelf ook. In zijn hoofd speelde al dat er politie zou komen en hij dacht aan de gevolgen voor zijn gezin en zijn asielprocedure. Hij weet niet waarom hij toen niet is weggegaan. [medeverdachte J] is meegelopen naar boven, de bult op.41
"Regels van de vechtpartij"
Door [medeverdachte I] is verklaard dat toen hij op 4 juni 2011 bij de bult aankwam, [medeverdachte B] zei dat ze naar boven zouden gaan. [medeverdachte B] bepaalde dat ze het boven op de zandbult zouden uitvechten. Iedereen is achter [medeverdachte B] aangelopen. Boven op de bult heeft verdachte [medeverdachte B] gefouilleerd. [medeverdachte I] werd door [medeverdachte C] gefouilleerd. [medeverdachte I] zei nog aftikken of K.O. (knock-out) gaan is afgelopen, op de grond doorvechten en niet bijten. Hierna begon het gevecht. Verdachte was de scheidsrechter, dat was een week eerder al bepaald. [medeverdachte B] was telefonisch op de hoogte gesteld dat verdachte de scheidsrechter was.42
Door verdachte is bij de politie verklaard dat hij met [medeverdachte C] had afgesproken dat [medeverdachte C] [medeverdachte B] in de gaten zou houden en dat hij, verdachte, [medeverdachte I] in de gaten zou houden, dit zodat er eerlijk gevochten zou worden. Er werd tegen elkaar gezegd dat er eerlijk gevochten zou worden en dat er niet werd gebeten of kopstoten uitgedeeld zouden worden. Als iemand zich zou overgeven, dan was het gevecht ten einde.43 De afspraak was dat het gevecht zou eindigen als iemand knock-out zou gaan.44
Door [medeverdachte A] is verklaard dat aan verdachte was gevraagd of hij als scheidsrechter wilde optreden in een wedstrijd die op 4 juni 2011 uitgevochten zou worden. Dat was een soort duel tussen twee mannen.45 Verdachte zou boven op de bult bemiddelen als scheidsrechter. Hij heeft tegen [medeverdachte B] en [medeverdachte C] gezegd dat het een eerlijk gevecht moest worden. De eerste die zei dat hij wilde stoppen, had verloren. Verdachte heeft de regels uitgelegd aan [medeverdachte B] en [medeverdachte I]. Verdachte zei dat het gevecht tussen [medeverdachte B] en [medeverdachte I] ging en dat niemand zich ermee mocht bemoeien.46 [medeverdachte B] en [medeverdachte I] zijn gefouilleerd. Als er één knock-out zou gaan, dan zou het klaar zijn. Ze zouden net zolang doorgaan tot iemand knock-out zou gaan.47
[medeverdachte C] heeft verklaard dat verdachte voorafgaand aan het vechten bij [medeverdachte I] en [medeverdachte B] op de kleding heeft geklopt. Verdachte schreeuwde ook één tegen één. Verdachte was ook een soort van scheidsrechter.48
De vechtpartij tussen [medeverdachte B] en [medeverdachte I]
Door [medeverdach[medeverdachte I] is over de vechtpartij het volgende verklaard.
Toen [medeverdachte B] en [medeverdachte I] begonnen met vechten, probeerde [medeverdachte I] [medeverdachte B] naar de grond te trekken. Hij dook naar [medeverdachte B]s benen en trok hem op de grond. [medeverdachte B] lag op zijn rug op de grond. [medeverdachte I] lag bovenop [medeverdachte B] en [medeverdachte B] kon geen kant op. [medeverdachte I] hoorde [medeverdachte C] zeggen dat ze moesten gaan staan en opnieuw beginnen. Terwijl [medeverdachte C] dit zei, trok hij [medeverdachte I] en [medeverdachte B] los. Hierna begonnen ze opnieuw te vechten. Toen [medeverdachte I] het been van [medeverdachte B] vast had, beet [medeverdachte B] hem in zijn schouder. [medeverdachte B] had [medeverdachte I] bij zijn keel vast.49 Toen [medeverdachte I] [medeverdachte B] weer op de grond had, greep [medeverdachte C] weer in. [medeverdachte I] wilde opgeven, maar moest van [medeverdachte C] doorvechten. Verdachte heeft toen [medeverdachte C] weggeduwd.50
Verdachte heeft bij de politie over de vechtpartij tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B] als volgt verklaard. [medeverdachte I] kreeg behoorlijke klappen van [medeverdachte B]. Op het moment dat [medeverdachte I] [medeverdachte B] op de grond had gewerkt, werden ze gelijk door [medeverdachte C] van elkaar afgetrokken. Dit gebeurde twee keer. Op een gegeven moment was [medeverdachte I] buiten adem en zei verdachte tegen hem dat hij moest stoppen. [medeverdachte B] had [medeverdachte I] ook tot bloedens toe gebeten. [medeverdachte C] zei dat er door gevochten moest worden.51
[medeverdachte A] heeft verklaard dat toen [medeverdachte I] en [medeverdachte B] gingen vechten, het er gelijk fel op ging. [medeverdachte A] zag dat ze elkaar sloegen en raakten. [medeverdachte I] lag op [medeverdachte B] en [medeverdachte B] beet toen in de rug van [medeverdachte I].52 [medeverdachte I] wilde opgeven, hij kon niet meer.53
[medeverdachte K] heeft verklaard dat hij zag dat [medeverdachte B] en [medeverdachte I] tegen elkaar gingen vechten. De groepen stonden er omheen. Er was toen nog geen ruzie tussen de groepen. [medeverdachte B] en [medeverdachte I] sloegen elkaar met vuisten tegen het hoofd. Eerst stonden zij tegenover elkaar en later waren zij op de grond met elkaar aan het worstelen. [medeverdachte B] beet [medeverdachte I] in de nek en zij sloegen elkaar over en weer hard met de vuist. [medeverdachte K] zag dat [medeverdachte C] [medeverdachte B] en [medeverdachte I] uit elkaar haalde. [medeverdachte C] deed dit met nog een man. [medeverdachte C] wilde dat er staand verder gevochten werd.54 [medeverdachte K] heeft gezien dat [medeverdachte I] geworsteld heeft. [medeverdachte I] heeft ook klappen gekregen. [medeverdachte I] gaf [medeverdachte B] een klap en kreeg er een paar terug van [medeverdachte B]. [medeverdachte K] heeft gehoord dat [medeverdachte I] schreeuwde dat hij niet meer kon. Toen liep het uit de hand.55
Door [medeverdachte B] is ten aanzien van het vechten zelf het volgende verklaard.
[medeverdachte B] en [medeverdachte I] hebben gevochten. Ze werden hierbij een paar keer van elkaar afgehaald.56 Het gevecht met [medeverdachte I] en [medeverdachte B] bestond uit slaan en schoppen. [medeverdachte I] heeft [medeverdachte B] ook een keer vastgepakt, waardoor [medeverdachte B] op de grond kwam te liggen. Toen [medeverdachte I] [medeverdachte B] om zijn nek vast had, heeft [medeverdachte B] [medeverdachte I] ook gebeten.57
Vechtpartij tussen de beide groepen
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat nadat hij had gezegd dat [medeverdachte I] moest stoppen, [medeverdachte C] zei dat er door gevochten moest worden. Verdachte ging voor [medeverdachte I] staan en duwde [medeverdachte C] van zich af. Op dat moment werd er door een persoon een pistool uit een tasje gehaald.58 [medeverdachte K] en [medeverdachte A] waren op dat moment ook aan het vechten met de Bosnische jongens. Verdachte werd toen aangevallen door [medeverdachte B], [medeverdachte C], de dikke Bosnische jongen en nog een andere jongen. Verdachte heeft verklaard dat hij klappen heeft gekregen, maar dat hij er zeker zo veel heeft uitgedeeld. Hij sloeg de anderen neer en ze waren aan het verliezen, tot op het moment dat er een andere man met dat wapen kwam.59 Toen verdachte werd aangevallen, kwam Sahin hem helpen.60 Het vechten ging door tot het moment dat het wapen in beeld kwam.61
[medeverdachte A] heeft verklaard dat toen [medeverdachte I] boven op [medeverdachte B] lag en [medeverdachte B] [medeverdachte I] beet, verdachte, [medeverdachte A] en andere jongens zich met het gevecht bemoeiden. Zij probeerden de twee uit elkaar te trekken. Anderen wilden dat weer tegenhouden. Er ontstond om [medeverdachte B] en [medeverdachte I] heen een geduw en getrek. In een flits zag [medeverdachte A] dat er vier of vijf man op verdachte wilden springen. [medeverdachte A] is zich daar mee gaan bemoeien. Verdachte lag op de grond en weerde zich af. [medeverdachte B] was nog aan het vechten met [medeverdachte I]. Vier tot vijf andere jongens wilden verdachte aanvallen. [medeverdachte A] is daarop afgestapt en wilde iedereen wegtrekken bij verdachte.62 Toen verdachte werd aangevallen, werd [medeverdachte A] als het ware gek en is hij verdachte gaan helpen. Met helpen bedoelde [medeverdachte A] dat hij mensen uit elkaar trok.63
[medeverdachte B] heeft verklaard dat toen hij aan het vechten was met [medeverdachte I] andere personen uit beide groepen ook een handgemeen kregen. [medeverdachte B] heeft gezien dat er aan elkaar getrokken en geduwd werd.64 Er werd ook over en weer geslagen. Er werd ook geroepen dat [medeverdachte B] en [medeverdachte I] door moesten vechten, anderen riepen weer van niet.65
[medeverdachte C] heeft verklaard dat verdachte [medeverdachte I] overeind heeft geholpen, op het moment dat [medeverdachte B] en [medeverdachte I] op de grond lagen. [medeverdachte C] heeft [medeverdachte B] vastgepakt. [medeverdachte B] bleef [medeverdachte I] vasthouden in een soort greep op zijn hoofd. Verdachte zag dat en greep naar [medeverdachte B]. [medeverdachte C] wilde toen verdachte wegduwen. [medeverdachte C] kreeg toen een trap van verdachte op zijn linkerheup en viel daarbij op zijn rechterheup. [medeverdachte C] zag toen dat [medeverdachte D] verdachte een duw gaf. [medeverdachte C] duwde verdachte met kracht, waardoor verdachte uit balans raakte en op zijn rug terecht kwam. [medeverdachte C] en [medeverdachte D] stapten toen naar verdachte toe. Verdachte stond niet op maar bleef op zijn rug liggen.66
Door [medeverdachte D] [medeverdachte D] is verklaard dat tijdens de vechtpartij van [medeverdachte B] iedereen zich met de vechtpartij begon te bemoeien. Er werd geduwd en getrokken. Het was een chaos. Op een gegeven moment zag [medeverdachte D] dat de gespierde man dreigend op [medeverdachte C] afliep. [medeverdachte D] dacht dat die man [medeverdachte C] wilde pakken. Hij wilde dit voorkomen en heeft de man met enige kracht weggeduwd. Op dat moment heeft [medeverdachte C] de man ook geduwd. Door het duwen van [medeverdachte D] en [medeverdachte C] viel de gespierde man op de grond.67
Overwegingen van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen het volgende.
Tussen [medeverdachte B] en [medeverdachte I] was sprake van een conflict. Dat conflict was in mei 2011 in een uitgaansgelegenheid ontstaan. Daar is toen verbaal en fysiek geweld aan te pas gekomen. In de weken na dat voorval is het conflict in ernst toegenomen; [medeverdachte I] heeft een reeks van ernstige bedreigingen geuit aan het adres van [medeverdachte B]. Uit (onder meer) de verklaringen van verdachte zelf, zoals afgelegd bij de politie en aan welke verklaringen de rechtbank verdachte houdt, blijkt dat verdachte voor het treffen op de bult wist van dit conflict en dat er gevochten zou worden.
Toch is verdachte meegegaan met [medeverdachte I], terwijl hij wist dat deze een afspraak had met [medeverdachte B]. Daarbij acht de rechtbank het van belang dat bewust voor een afgelegen locatie zonder camera's is gekozen. Niet valt in te zien waarom de camera's bij het Ludger College bezwaarlijk zouden zijn geweest indien er enkel gesproken zou worden. Het doelbewust kiezen van een locatie buiten het zicht van camera's duidt er mede op dat reeds voorafgaand aan het treffen partijen hebben geweten dat gevochten zou gaan worden.
Die afspraak hield derhalve in dat gevochten zou worden tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B]. Verdachte moet dit tevoren geweten hebben, voor vertrek richting de afspraak. Toen de beide groepen elkaar korte tijd later onder aan de bult troffen, was het gezien vorenstaande verklaringen duidelijk dat gevochten zou worden. Verdachte heeft de twee kemphanen nog gefouilleerd. Toch is verdachte met de anderen de bult opgelopen, waar het gevecht tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B] zou moeten plaatsvinden.
Uit de verklaringen van [medeverdachte B] en verdachte blijkt dat zij anderen meenamen om er voor te zorgen dat het "eerlijk" bleef en niet uit de hand liep. [medeverdachte I] zou namelijk ook mensen meenemen. Voor beide partijen en dus ook voor verdachte was derhalve voorzienbaar dat deze situatie zou kunnen escaleren. Het onder deze omstandigheden meenemen van meerdere personen naar het treffen kan niet anders uitgelegd worden dan dat partijen zich hiermee wilden voorbereiden op een mogelijk groter treffen dan enkel het één tegen één gevecht. Verdachte heeft dit risico door zijn aanwezigheid aldaar bewust voor lief genomen. Daarbij komt tevens dat diverse personen, die door [medeverdachte I] dan wel [medeverdachte B] zijn meegenomen, zich voor en tijdens het gevecht actief hebben bemoeid met de confrontatie tussen [medeverdachte I] en [medeverdachte B], waardoor de gemoederen nog hoger opliepen.
Ondanks dit alles heeft verdachte zich niet gedistantieerd van het geheel. Verdachte heeft ondanks deze wetenschap zelf de bewuste keuze gemaakt om mee te gaan naar de locatie waar de beide vechtersbazen en hun aanhang elkaar zouden treffen. Daarbij komt dat verdachte ook een actieve rol heeft gehad in het geheel. Hij is immers als 'scheidsrechter' opgetreden tijdens het afgesproken gevecht tussen [medeverdachte B] en [medeverdachte I] en heeft zich tijdens het treffen niet ongemoeid gelaten. Mede door het optreden van verdachte is deze vechtpartij tussen beide personen vervolgens geëscaleerd tot een treffen tussen beide groepen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle omstandigheden verdachte deel heeft uitgemaakt van één van de groepen die geweld heeft gepleegd tegen de personen uit de andere groep. Verdachte heeft door de hiervoor omschreven omstandigheden ook een significante bijdrage geleverd aan de ontstane vechtpartij tussen uiteindelijk beide groepen en het daarbij gebruikte geweld. Derhalve kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de aan hem ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 4 juni 2011, te Doetinchem, met anderen, aan de openbare weg, de Tweede Loolaan, op het voor het publiek opengestelde Landgoed Hagen, achter Slingeland Ziekenhuis, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
[medeverdachte B], [medeverdachte C], [medeverdachte D] en [medeverdachte E],
welk geweld bestond uit het
-slaan en/of stompen en/of (met geschoeide voet) trappen en/of schoppen en/of trekken en/of duwen tegen en/of op het/de hoofd(en) en/of het/de licha(a)m(en) van die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte E], en/of
-naar de grond werken van die [medeverdachte B] en/of die [medeverdachte C] en/of die [medeverdachte D] en/of die [medeverdachte E];
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van de tijd door verdachte in verzekering heeft doorgebracht. Hiertoe heeft de officier van justitie onder meer aangevoerd dat verdachte bewust is meegegaan naar een afgesproken vechtpartij, waarbij het voorzienbaar was dat dit treffen volledig uit de hand kon lopen.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte een beperkte rol heeft gehad en dat hij op basis van culturele aspecten als de oudere van de groep zich niet heeft kunnen terugtrekken. Tevens heeft verdachte eerste hulp verleend aan het slachtoffer [slachtoffer]. De raadsman verzoekt verdachte een werkstraf op te leggen van 150 uur, waarvan een gedeelte voorwaardelijk.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting, waarbij voor openlijke geweldpleging zonder lichamelijk letsel een taakstraf van 120 uur als oriëntatiepunt wordt gegeven. De rechtbank ziet geen aanleiding om dit oriëntatiepunt niet als uitgangspunt te nemen.
Verder overweegt de rechtbank nog het volgende.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij is meegegaan naar een afgesproken vechtpartij, waarbij het voor verdachte en zijn medeverdachten voorzienbaar was dat dit treffen zou escaleren. Deze afgesproken vechtpartij had als doel om een geschil tussen twee medeverdachten "op te lossen". Door partijen is er bewust voor gekozen om dit geschil op een afgelegen plek, buiten het zicht van justitie uit te vechten. Desondanks is verdachte meegegaan naar de afgesproken vechtpartij en heeft hij vervolgens een aandeel gehad in de daaropvolgende openlijke geweldpleging. Dit acht de rechtbank een strafverzwarende omstandigheid. Verdachte heeft zich niets aangetrokken van (geschreven of ongeschreven) regels die er op neer komen dat conflicten op een fatsoenlijke manier worden aangepakt en opgelost. De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij een actieve rol heeft gehad bij deze afgesproken vechtpartij door op te treden als "scheidsrechter".
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op de omstandigheid dat uit het procesdossier niet is gebleken van enig letsel bij de personen die in de tenlastelegging worden genoemd. De rechtbank rekent in het voordeel van verdachte mee dat hij bij het slachtoffer [slachtoffer] is gebleven totdat er medische hulp was gearriveerd. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf tevens rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële documentatie sinds 2005 niet meer in aanraking is gekomen met politie en/of justitie.
Alles overwegende komt de rechtbank tot een andere straf dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal verdachte een werkstraf opleggen van 180 (honderdtachtig) uur.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 27 en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
* beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Rademaker en De Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Oosting, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 november 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0641-2011076318, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, team grootschalige opsporing, gesloten en ondertekend op 14 november 2011.
2 Algemeen relaas proces-verbaal, dossierpagina 21
3 Algemeen relaas proces-verbaal, dossierpagina 22
4 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1187
5 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1189
6 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1192
7 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2452
8 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2453
9 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte K], dossierpagina 3001
10 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte K], dossierpagina 646
11 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte K], dossierpagina 651
12 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte A] d.d. 13 maart 2012, pagina 10
13 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 618
14 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte H], dossierpagina's 663 en 664
15 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3159
16 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3174
17 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 365
18 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 388
19 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 389
20 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3203
21 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3204
22 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3205
23 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3207
24 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 437
25 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1189
26 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1190
27 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3173
28 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3206
29 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1191
30 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1192
31 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2453
32 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2454
33 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 618
34 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 619
35 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte K], dossierpagina 648
36 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3159
37 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3208
38 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3209
39 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte D], dossierpagina 3274
40 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte J], dossierpagina 271
41 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte J], dossierpagina's 241 en 242
42 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1196
43 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2454
44 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte F] d.d. 16 februari 2012, pagina 3 en 4
45 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 2460
46 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 619
47 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte A] d.d. 13 maart 2012, pagina 10
48 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3217
49 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1196
50 Proces-verbaal van verhoor [medeverdach[medeverdachte I], dossierpagina 1197
51 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2454
52 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 619
53 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte A] d.d. 13 maart 2012, pagina 10
54 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte K], dossierpagina 1131
55 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte K] d.d. 13 maart 2012, pagina 7
56 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3159
57 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3176
58 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2454
59 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2454
60 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte F] d.d. 16 februari 2012, pagina 3
61 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte F], dossierpagina 2455
62 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte A], dossierpagina 619
63 Proces-verbaal van verhoor bij rechter-commissaris van [medeverdachte A] d.d. 13 maart 2012, pagina 10
64 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3175
65 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte B], dossierpagina 3176
66 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte C], dossierpagina 3218
67 Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte D], dossierpagina 3275