ECLI:NL:RBZUT:2012:BY0011
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit tot oplegging van een dwangsom voor prostitutieactiviteiten in Harderwijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, gevestigd te Harderwijk, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk. De zaak betreft de vernietiging van een besluit van de gemeente, waarbij aan de eiser werd gelast om prostitutieactiviteiten te staken en een dwangsom van € 5.000,-- per overtreding werd opgelegd, met een maximum van € 50.000,--. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende bewijs had geleverd dat de eiser op de datum van het primaire besluit, 8 september 2011, in strijd met de wet handelde. De rechtbank stelde vast dat er geen onderzoek was verricht naar de feitelijke situatie op het moment van het nemen van het besluit en dat de verklaringen van de eiser niet ongeloofwaardig waren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, herroepte het primaire besluit en droeg de gemeente op het griffierecht van € 156,-- aan de eiser te vergoeden. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser, tot een bedrag van € 244,52. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en bewijsvoering bij het opleggen van sancties door bestuursorganen.