ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4017
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.B. de Groot
- S.A.M. Vrendenbarg
- W.A.M. Eijkelestam
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 12 juni 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. J.G.J. Roelvink, die als rechter optrad in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting op 5 juni 2012, waar de verzoeker had gevraagd om een gemotiveerde beslissing op bepaalde voorvragen. De rechter had echter aangegeven deze voorvragen pas in een schriftelijke beslissing te zullen behandelen. De verzoeker stelde dat deze houding de indruk wekte dat de rechter al een oordeel had gevormd, wat leidde tot vrees voor partijdigheid.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen, omdat de procesbeslissing van de rechter niet onbegrijpelijk was en er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de door de verzoeker aangevoerde gronden niet kwalificeerden als uitzonderlijke omstandigheden.
Daarnaast werd opgemerkt dat de verantwoordelijkheid voor het opmaken van het proces-verbaal bij de griffier ligt en dat een proces-verbaal geen woordelijke verslaglegging behoeft. De rechtbank oordeelde dat de beweerdelijke onvolledigheid van het proces-verbaal geen aanwijzing opleverde voor partijdigheid van de rechter. Tot slot werd bepaald dat een nieuw wrakingsverzoek in dezelfde zaak niet in behandeling zou worden genomen, gezien het eerdere misbruik van het wrakingsmiddel door de verzoeker.