ECLI:NL:RBZUT:2012:BX3560
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding over handelsnaam 'Het Onderdelenhuis' en verwarringsgevaar met Plentyparts
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, ging het om een kort geding dat was aangespannen door [eiser], handelend onder de naam 'Het Onderdelenhuis', tegen de vennootschap onder firma [gedaagde A], handelend onder de naam 'PLENTYPARTS ZUTPHEN', en de besloten vennootschap ALTEMAR BEHEER BV, alsook tegen [gedaagde C]. De eiser vorderde een verbod op het gebruik van de handelsnamen van de gedaagden, omdat hij meende dat deze inbreuk maakten op zijn handelsnaam en verwarring veroorzaakten bij het publiek. De eiser stelde dat de gedaagden, door het gebruik van de naam 'Het Onderdelenhuis', verwarring zaaiden bij klanten, wat leidde tot onduidelijkheid over wie de juiste aanbieder van onderdelen was.
De rechtbank oordeelde dat de eiser niet kon aantonen dat hij een exclusief recht had op de beschrijvende term 'Het Onderdelenhuis'. De rechter stelde vast dat de handelsnaam van de eiser louter beschrijvend was en dat hij het risico had genomen dat andere partijen deze term ook zouden gebruiken. De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af, omdat het gebruik van de term door de gedaagden niet onrechtmatig was. De rechter benadrukte dat beschrijvende termen niet kunnen worden gemonopoliseerd en dat de verwarring die mogelijk ontstond, niet aan de gedaagden kon worden toegeschreven.
De eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden waren begroot op € 6.575,00. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek op 31 juli 2012 en is uitvoerbaar bij voorraad. De zaak benadrukt de grenzen van het handelsnaamrecht en de bescherming van beschrijvende termen in de handelspraktijk.