ECLI:NL:RBZUT:2012:BX3001

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/317 R
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot schuldsanering en toepassing van artikel 288 lid 2 Fw

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de schuldsanering van een man, geboren in 1966. De verzoeker had een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat hij in een situatie verkeerde waarin hij had opgehouden te betalen of redelijkerwijs niet in staat was om zijn schulden te voldoen. Tijdens de zitting op 25 juni 2012 is de verzoeker gehoord. De rechtbank constateerde dat de verzoeker eerder, minder dan tien jaar geleden, al eens onder de schuldsaneringsregeling had gestaan, maar dat deze regeling tussentijds was beëindigd omdat de verzoeker in staat van faillissement was gekomen. Alle schulden waren toen voldaan en het faillissement was beëindigd.

De rechtbank heeft artikel 288 lid 2 aanhef en sub d van de Faillissementswet (Fw) in overweging genomen, dat stelt dat een verzoeker die eerder onder de schuldsaneringsregeling heeft gestaan, niet opnieuw kan worden toegelaten binnen tien jaar na de eerdere regeling. Echter, de rechtbank heeft in dit geval besloten om deze bepaling analoog toe te passen, omdat de vorderingen die ten aanzien van de schuldsaneringsregeling van destijds werkten, niet voldaan waren in het kader van de schuldsanering, maar in het kader van faillissement.

De rechtbank heeft geen andere gronden voor afwijzing van het verzoek kunnen vaststellen. Om de afloscapaciteit van de verzoeker te optimaliseren, heeft de rechtbank besloten om de loonbeslagen te doorhalen. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de bewindvoerder de opdracht gegeven om aan schuldenaar gerichte brieven te openen. De beslissing is genomen door rechter mr. J.S.W. Lucassen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
Zaaknummer: 12/317 R
nummer verklaring: HED0211200034
uitspraakdatum: 28 juni 2012
toepassing schuldsanering
[verzoeker],
wonende te [adres],
verzoeker,
heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
De verzoeker is gehoord ter terechtzitting van 25 juni 2012.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. De verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden.
Bij de beoordeling van het verzoek springt in het oog dat de schuldsaneringsregeling minder dan tien jaar geleden van toepassing is geweest. De toepassing van de schuldsaneringsregeling is toen tussentijds beëindigd, waarna verzoeker in staat van faillissement is komen te verkeren. Vervolgens zijn alle schulden voldaan en is het faillissement beëindigd.
Op grond van het bepaalde in artikel 288 lid 2 aanhef en sub d Faillissementswet (hierna: Fw) heeft als uitgangspunt te gelden dat een verzoeker ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling minder dan tien jaar voor indiening van het verzoekschrift van toepassing is geweest niet kan worden toegelaten. Deze bepaling kent echter de uitzondering dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds is beëindigd omdat de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, zijn voldaan.
In dit geval zijn de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling van destijds werkte niet voldaan in het kader van de schuldsanering, maar in het kader van faillissement. Hoewel de in de vorige alinea bedoelde uitzondering strikt genomen dus niet van toepassing is, ziet de rechtbank aanleiding het bepaalde in artikel 288 lid 2 aanhef en sub d Fw analoog toe te passen.
Van andere gronden voor afwijzing van het verzoek is niet gebleken. Teneinde de afloscapaciteit te optimaliseren dienen de loonbeslagen te worden doorgehaald. De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder vaststellen.
Beslissing
De rechtbank:
- spreekt de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [1966] te [plaats],
wonende te [adres];
- benoemt tot rechter-commissaris mr. P.F.A. Bierbooms, en tot bewindvoerder A.L.G. Davidson, Postbus 347, 8070 AH Nunspeet;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan schuldenaar gerichte brieven;
- verklaart eventueel gelegde loonbeslagen vervallen;
- stelt het salaris van de bewindvoerder gedurende de looptijd van de schuldsaneringsregeling voorlopig vast op het bedrag zoals bepaald in het Besluit salaris bewindvoerder (te vermeerderen met de daarover verschuldigde omzetbelasting), voor iedere maand vanaf de maand waarin de toepassing van de schuldsaneringsregeling van kracht is (een gedeelte van de maand daaronder begrepen), en brengt dit bedrag ten laste van de boedel;
- bepaalt dat de bewindvoerder dit salaris van de ten behoeve van de schuldsaneringsregeling geopende bankrekening mag opnemen, telkens wanneer het saldo op die bankrekening dit toelaat.
Gewezen door mr. J.S.W. Lucassen, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.