ECLI:NL:RBZUT:2012:BX3001
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toelating tot schuldsanering en toepassing van artikel 288 lid 2 Fw
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de schuldsanering van een man, geboren in 1966. De verzoeker had een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, omdat hij in een situatie verkeerde waarin hij had opgehouden te betalen of redelijkerwijs niet in staat was om zijn schulden te voldoen. Tijdens de zitting op 25 juni 2012 is de verzoeker gehoord. De rechtbank constateerde dat de verzoeker eerder, minder dan tien jaar geleden, al eens onder de schuldsaneringsregeling had gestaan, maar dat deze regeling tussentijds was beëindigd omdat de verzoeker in staat van faillissement was gekomen. Alle schulden waren toen voldaan en het faillissement was beëindigd.
De rechtbank heeft artikel 288 lid 2 aanhef en sub d van de Faillissementswet (Fw) in overweging genomen, dat stelt dat een verzoeker die eerder onder de schuldsaneringsregeling heeft gestaan, niet opnieuw kan worden toegelaten binnen tien jaar na de eerdere regeling. Echter, de rechtbank heeft in dit geval besloten om deze bepaling analoog toe te passen, omdat de vorderingen die ten aanzien van de schuldsaneringsregeling van destijds werkten, niet voldaan waren in het kader van de schuldsanering, maar in het kader van faillissement.
De rechtbank heeft geen andere gronden voor afwijzing van het verzoek kunnen vaststellen. Om de afloscapaciteit van de verzoeker te optimaliseren, heeft de rechtbank besloten om de loonbeslagen te doorhalen. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de bewindvoerder de opdracht gegeven om aan schuldenaar gerichte brieven te openen. De beslissing is genomen door rechter mr. J.S.W. Lucassen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.