Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 129075 / KG ZA 12-92
Vonnis in kort geding van 27 april 2012
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPN CORPORATE MARKET B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. D.B. Zieren te Rotterdam,
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DIENST VOOR HET KADASTER EN DE OPENBARE REGISTERS,
zetelend te Apeldoorn,
gedaagde,
advocaten mrs. L.R. Kiers en M.C. Pinto te ’s Gravenhage,
waarin door tussenkomst is verschenen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAPGEMINI NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Utrecht,
advocaten mrs. P.F.C. Heemskerk en E.C. Keulen.
Partijen zullen hierna KPN, het Kadaster en Capgemini genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie van tussenkomst althans voeging van Capgemini;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, waaruit onder meer blijkt dat KPN en het Kadaster zich niet hebben verzet tegen de vervolgens door de voorzieningenrechter toegestane tussenkomst van Capgemini;
- de pleitnota van KPN;
- de pleitnota van het Kadaster;
- de pleitnota van Capgemini.
Het Kadaster heeft een niet-openbare Europese aanbesteding gehouden betreffende de opdracht tot kantoorautomatisering werkplekbeheer en rekencentrumdienstverlening. De aanbesteding heeft plaatsgevonden conform het Besluit Aanbestedingsregels en Overheidsopdrachten (Bao). Het doel van de aanbesteding is het sluiten van een raamovereenkomst voor de duur van maximaal tien jaar. De totale waarde van deze raamovereenkomst is op een bedrag tussen de 150 en 350 miljoen euro geraamd. De raamovereenkomst zal worden gegund aan de inschrijver die de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan.
In hoofdstuk 4 Beoordelingsprocedure van het “Aanbestedingsdocument ten behoeve van het Kadaster, Europese aanbesteding volgens de niet-openbare procedure, Kantoorautomatisering, Werkplekbeheer en Rekencentrum diensten” (hierna: het aanbestedingsdocument) is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“Dit hoofdstuk beschrijft de methodiek die Opdrachtgever hanteert bij de beoordeling van de Offertes. Een beoordelingsteam, bestaande uit medewerkers en onafhankelijk adviseurs van Opdrachtgever, beoordeelt de Offertes op basis van een aantal criteria. Deze criteria, alsook de wijze waarop beoordeeld wordt, zijn op voorhand vastgelegd en beschreven in dit hoofdstuk. De beoordeling gebeurt in drie fasen: (1) offerteprocedure, (2) eisen in Programma van Eisen en (3) gunningcriteria.
4.3 Gunningcriteria (3e fase)
De offertes van de Inschrijvers die aan alle eisen voldoen, worden beoordeeld op de gunningcriteria HRM, Transitie en Dienstverlening. Voor elk van deze gunningcriteria geldt dat de Inschrijvers worden beoordeeld op het onderdeel kwaliteit en het onderdeel prijs zoals hieronder is uitgewerkt.
4.3.1 Beoordeling op kwaliteit
Bij het beoordelen van de gunningcriteria maakt Opdrachtgever gebruik van eisen en vragen. Voor de vragen geldt dat deze geen knock out karakter hebben. Inschrijver dient wel alle vragen te beantwoorden. Antwoorden op de vragen dienen Opdrachtgever een beeld te geven van de wijze waarop Inschrijver de Dienstverlening, HRM en Transitie in zal vullen.
Inschrijver kan kwaliteitspunten verdienen voor antwoorden op de vragen. De Opdrachtgever beoordeelt op deze wijze de kwaliteit van de Offertes aan de hand van de door de Inschrijver gegeven antwoorden op de vragen.
Een team van beoordelaars, bestaande uit ter zake kundige medewerkers en onafhankelijk adviseurs van de Opdrachtgever beoordeelt individueel de Offertes, op basis van de criteria die in het Aanbestedingsdocument en de Bijlagen (waaronder de Programma’s van Eisen) zijn beschreven. De beoordelaars geven voor alle antwoorden op de vragen, zoals gegeven door Inschrijver, een ‘rapportcijfer’ van 0 tot en met 10. Het ‘rapportcijfer’ wordt gebaseerd op de beoordelingscriteria waarbij het gaat om het totale integrale antwoord. Alleen als het antwoord invulling geeft aan alle beoordelingscriteria kan het maximale ‘rapportcijfer’ worden behaald. Het onvolledig of niet voldoende invulling geven aan één of meer beoordelingscriteria zal leiden tot een lager ‘rapportcijfer’.
In een gezamenlijke bespreking worden de individuele scores (rapportcijfers) besproken. In deze bespreking wordt het gezamenlijk rapportcijfer met argumentatie vastgesteld. Dit gezamenlijk rapportcijfer leidt tot een eindscore (in kwaliteitspunten) per antwoord op een vraag door middel van de formule
Eindscore per vraag = (gezamenlijk rapportcijfer /10) * maximale score voor vraag
Bij het berekenen van de eindscore voor een antwoord op een vraag wordt deze score in iedere fase rekenkundig afgerond tot op 2 cijfers achter de komma. De optelsom van de eindscores op alle vragen per gunningcriterium is het totaal aantal kwaliteitspunten voor dit gunningcriterium.
Het Kadaster zal de antwoorden op de vragen in ieder geval op basis van onderstaande algemene beoordelingscriteria beoordelen. Bij een aantal vragen zijn aanvullende beoordelingscriteria van toepassing welke bij de vraag zullen worden vermeld.
Een Inschrijver behaalt het maximale aantal kwaliteitspunten voor een antwoord als:
1. De mate waarin hij compleet is in zijn beantwoording;
Een antwoord is compleet als alle aandachtspunten in de vraagstelling terugkomen in de aangeboden oplossing en daarbij het antwoord volledig is. Een antwoord is niet volledig op het moment dat het Kadaster dit expliciet kan beargumenteren. De mate waarin bepaalt het rapportcijfer.
2. De mate waarin de beantwoording (op onderdelen) van vragen consistent is;
Een antwoord is consistent als er geen tegenstrijdigheden zitten tussen de antwoorden en er geen tegenstrijdigheden in het antwoord zitten. Een antwoord is minder consistent op het moment dat het Kadaster tegenstrijdigheden tegenkomt. De mate waarin bepaalt het ‘rapportcijfer’.
3. De mate waarin het gegeven antwoord aansluit/toepasbaar is voor het Kadaster op de volgende punten:
• de gevraagde Dienstverlening zoals beschreven in het Aanbestedingsdocument en de Bijlagen;
• de in het Aanbestedingsdocument benoemde doelstellingen en uitgangspunten;
• de in de vraagstelling benoemde eisen, randvoorwaarden en richtlijnen.
Een antwoord sluit niet aan/is niet toepasbaar voor het Kadaster indien het Kadaster in haar beoordeling tegenstellingen tegenkomt tussen de aangeboden oplossing en de gevraagde Dienstverlening, doelstellingen, uitgangspunten en in de vraagstelling genoemde eisen, randvoorwaarden en richtlijnen. De mate waarin bepaalt het ‘rapportcijfer’.
4. De mate waarin de Inschrijver de (kwaliteit van de) oplossing heeft geborgd door gebruik te maken van:
• in de markt gangbare methoden en technieken
• (eigen) best practices en standaards
• periodieke reviews en audits als basis voor verbeteringen
Een antwoord is onvoldoende geborgd wanneer geen of zeer beperkt gebruik wordt gemaakt van in de markt gangbare methoden en technieken, (eigen) best practices en standaards en periodieke reviews en audits als basis voor verbeteringen. De mate waarin bepaalt het ‘rapportcijfer’.
De Opdrachtgever wijst er op dat de Inschrijver in het kader van de volledigheid alle vragen dient te beantwoorden en dat de opgegeven antwoorden als onderdeel van de Offerte een Bijlage vormen bij de te sluiten Raamovereenkomst, ongeacht of er een puntenscore wordt toegekend aan de beantwoording door de Inschrijver.
Bij de vragen is een maximaal aantal pagina’s voor het antwoord gegeven. Met een ‘pagina’ bedoelt Opdrachtgever in deze: een pagina op A4 formaat, met een lettertype ten minste 10 punts, regelafstand ten minste 12 punts, en marges aan alle zijden van ten minste 2 cm. Indien het antwoord van Inschrijver meer pagina’s beslaat dan het opgegeven maximum, beoordeelt Opdrachtgever alleen het aantal pagina’s tot en met het maximum.
Per gunningcriterium is een maximaal aantal kwaliteitspunten te verdienen. Daarnaast geldt per gunningcriterium een drempel. De Inschrijver komt niet voor gunning van de Opdracht in aanmerking wanneer hij op één of meer van de gunningcriteria minder kwaliteitspunten behaalt dan de drempel.
In onderstaande tabel is per gunningcriterium aangegeven wat het maximaal aantal kwaliteitspunten is en wat de drempel per gunningcriterium is. Tevens is een verwijzing opgenomen naar de plaats waar de uitwerking van de vragen is gegeven.
Gunningcriterium Max. aantal Drempel Verwijzing
HRM 350 punten 210 punten Hoofdstuk 7(…)
Transitie 150 punten 90 punten Hoofdstuk 6 (…)
Dienstverlening 500 punten 300 punten Paragraaf 5.1(…)
De eindscore van de Inschrijver voor kwaliteitspunten is de optelsom van eindscores voor de gunningcriteria. Het maximum hiervan is dus 1.000 punten.
Voor het gunningcriterium Dienstverlening geldt een onderverdeling naar subgunningcriteria. Deze onderverdeling is in onderstaande tabel gegeven. Voor deze subgunningcriteria geldt geen aparte drempel.
Subgunningcriterium Max. aantal Verwijzing
Dienstverlening kwaliteitspunten
Organisatie en besturing 50 punten Paragraaf 5.1(…)
Processen 120 punten Hoofdstuk 4 van Bijlage G
Algemene Diensten 45 punten Hoofdstuk 5 van Bijlage G
Netwerkdiensten 45 punten Hoofdstuk 6 van Bijlage G
Rekencentrumdiensten 120 punten Hoofdstuk 7 van Bijlage G
KA en Werkplekbeheer 120 punten Hoofdstuk 8 van Bijlage G
Aan een kwaliteitspunt is een waarde toegekend van € 200.000. Het aantal kwaliteitspunten maal de waarde per kwaliteitspunt wordt aangeduid als “Kwaliteit”, volgens de formule:
Kwaliteit = aantal kwaliteitspunten x € 200.000
Voor de opgave van de Prijs dient de Inschrijver gebruik te maken van de rekenbladen zoals opgenomen in Bijlage D. De instructie voor het invullen van de tabellen is gegeven in hoofdstuk 8. Voor de score voor het onderdeel Prijs gebruikt Opdrachtgever de gewogen totale kosten voor de Dienstverlening. Dit bedrag wordt berekend uit de Total Cost of Ownership (TCO) voor de verschillende scenario’s en hun varianten, die conform hoofdstuk 8 worden berekend, waarbij beide scenario’s en hun a en b varianten het gewicht van 25% hebben. Het hier berekende bedrag is het bedrag dat Opdrachtgever hanteert als Prijs bij de berekening van de tussenscore voor het gunningcriterium Dienstverlening.
Vervolgens bepaalt Opdrachtgever de totaalscore met de formule:
Totaalscore = Kwaliteit - Prijs
De Opdrachtgever is voornemens om met de Inschrijver die de hoogste totaalscore heeft behaald de Raamovereenkomst te sluiten. Indien zich een gelijke totaalscore voordoet zal Kadaster gunnen aan de Inschrijver met de hoogste score op Kwaliteit. Indien zich een gelijke score voordoet op Prijs en Kwaliteit en daarmee ook een gelijke totaalscore dan zal door notariële loting worden bepaald welke Offerte de winnende is.”.
KPN is in de aanbesteding op de tweede plek geëindigd met een verschil van 6 punten (op een maximum te behalen score van 1000 punten) met de winnende inschrijver, zijnde Capgemini. Door KPN en Capgemini zijn de volgende eindscores behaald:
Transitie 119 pnt 109 pnt
HRM 300,90 pnt 324,04 pnt
Dienstverlening 383,30 pnt 350,90 pnt
Punten Totaal 803,20 pnt 783,94 pnt
Waarde € 200.000,00 € 200.000,00
Kwaliteit € 160.640.000 € 156.788.000
TGO € 112.974.866 € 107.972.594
Score € 47.665.134 € 48.815.406
In een bespreking op 6 maart 2012 heeft het Kadaster de afwijzing van KPN nader toegelicht aan KPN. Hierna heeft KPN schriftelijke vragen gesteld die het Kadaster beantwoord heeft bij brief van 15 maart 2012. Bij brief van 11 april 2012 heeft het Kadaster een uitvoerige reactie gegeven op de bezwaren van de KPN, zoals opgenomen in de dagvaarding.
KPN vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. het Kadaster te gebieden het gunningvoornemen aan Capgemini in te trekken, dan wel het Kadaster te verbieden de opdracht aan Capgemini te gunnen;
2. het Kadaster te gebieden, indien en voor zover het Kadaster nog wenst over te gaan tot gunning van de opdracht, de opdracht aan KPN te gunnen;
3. de ontvangen inschrijvingen, in het bijzonder die van KPN, met inachtneming van dit vonnis opnieuw te beoordelen;
4. de aanbesteding te staken en gestaakt te houden en indien en voor zover het Kadaster nog de opdracht wil gunnen, de opdracht opnieuw aan te besteden;
5. alles op straffe van een aan KPN te verbeuren dwangsom van € 100.000,00 (zegge: honderdduizend euro) per dag dat het Kadaster hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft; en
6. het Kadaster te veroordelen in de kosten van dit geding, onder de bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en - voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt -
(ii) te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening alsmede (iii) met veroordeling van het Kadaster in de nakosten de somma van € 131,00 (zegge: éénhonderdeenendertig euro) dan wel, indien betekening plaatsvindt, de somma van € 199,00 (zegge: éénhonderdnegenennegentig euro).
KPN heeft - kort samengevat - aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het Kadaster bij haar beoordeling van negen (sub)gunningcriteria de grenzen van haar beoordelingsvrijheid heeft overschreden en haar bij de beoordeling van haar inschrijving in ieder geval 38 punten ten onrechte heeft onthouden. Het gaat om de vragen 3 en 12 van het gunningcriterium HRM, de vragen 2 en 4 van het gunningcriterium Transitie, vraag 1 bij subgunningcriterium Netwerkdiensten (Dienstverlening) en de vragen 1, 2 en 6 van het subgunningcriterium Rekencentrumdiensten (Dienstverlening). Ten aanzien van deze vragen is sprake van een motivering van het Kadaster die de door haar toegekende punten niet kan dragen dan wel heeft het Kadaster de beoordelingsmethode gewijzigd dan wel uitgebreid, aldus KPN.
Het Kadaster heeft ten verwere aangevoerd dat het beoordelingsproces van deze omvangrijke en complexe aanbestedingsprocedure buitengewoon objectief, zorgvuldig en transparant is doorlopen. De beoordelaars zijn bij de beoordeling ruimschoots binnen het beoordelingskader en de hen toekomende beoordelingsvrijheid gebleven. Het Kadaster heeft volgens vaste jurisprudentie een ruime mate van beoordelingsvrijheid, waarbij alleen bezwaar kan worden gemaakt indien bij de beoordeling sprake is van een ernstige en klaarblijkelijke fout. Nergens in de beoordeling van Kadaster is sprake van zo’n ernstige en klaarblijkelijke fout.
De beoordelingsvrijheid is per definitie nog groter waar het open vragen betreft. Het is onmogelijk alles vooraf uitputtend te beschrijven en verwacht wordt dat de markt ook met inventieve ideeën komt. De vrijheid die inschrijvers hebben om de vragen naar eigen inzicht te beantwoorden brengt noodzakelijkerwijs mee dat aanbestedende dienst ruime beoordelingsvrijheid heeft. De hoogte van het rapportcijfer valt bij uitstek binnen de beoordelingsvrijheid van de aanbestedende dienst. De aanbestedende dienst is ook de enige die beschikt over alle inschrijvingen en zodoende de consistentie in puntenaftrek kan bewaken. De rechter mag niet op de stoel van de aanbestedende dienst gaan zitten.
Iedere wijziging in puntentoekenning aan KPN kan gevolgen hebben voor de puntentoekenning aan andere inschrijvers. Om die reden komt de primaire vordering van KPN niet voor toewijzing in aanmerking, aldus het Kadaster. Ook is het geuite gunningsvoornemen voorlopig een voornemen. Het Kadaster moet op basis van de offerte de businesscase opnieuw doorrekenen, een overleg starten met het GOAAK over een sociaal plan en een advies aanvraag versturen naar de ondernemingsraad. Ook een herbeoordeling is niet aan de orde. Bij brief van 11 april 2012 heeft het Kadaster uitvoerig aangegeven waaarom de antwoorden van KPN met minder punten zijn gewaardeerd.
Capgemini is in het onderhavige kort geding tussengekomen. Zij vordert als tussenkomende partij bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
KPN niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans de vorderingen van KPN af te wijzen;
Uitsluitend voor het geval het Kadaster geboden wordt tot herbeoordeling over te gaan, het Kadaster te gebieden ook de inschrijving van Capgemini opnieuw te beoordelen en daarbij rekening te houden met de vragen die Capgemini bij brief van 14 maart 2012 aan de orde heeft gesteld;
KPN te veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen, met bepaling dat deze kosten binnen twee weken na dagtekening van het vonnis aan Capgemini zijn voldaan, bij gebreke waarvan KPN zonder nadere aankondiging over die kosten wettelijke rente is verschuldigd.
Capgemini heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat de vooraf kenbaar gemaakte gunning- en beoordelingssystematiek helder en transparant is en dat die op een juiste en eerlijke wijze is toegepast. In de door KPN aangevoerde bezwaren liggen geen ernstige fouten, procedureel dan wel inhoudelijk, besloten van het Kadaster of het team van beoordelaars en niet is gebleken dat zij buiten het beoordelingskader is getreden. Het gunninsgcriterium ‘economisch meest voordelige inschrijving’ impliceert juist dat de inschrijver zelf dient te bedenken welke onderdelen hij in zijn bieding dient te beschrijven om het maximaal aantal punten te halen. Overigens, ook bij een herbeoordeling is het evident dat Capgemini een hogere score zou halen dan KPN, aldus Capgemini.
KPN heeft voor haar verweer verwezen naar hetgeen zij ter onderbouwing van haar vordering heeft aangevoerd. Voorts is het volgens KPN niet evident dat Capgemini ook bij een herbeoordeling zal winnen omdat de noodzakelijke informatie met betrekking tot inschrijving van Capgemini ontbreekt en het verschil tussen KPN en Capgemini te klein is.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen niet in geschil is dat aan de aanbestedende dienst bij het beoordelen van kwalitatieve gunningscriteria een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt en dat de voorzieningenrechter bij het toetsen van de voorlopige gunningsbeslissing een bepaalde mate van terughoudendheid past. Ook verschillen partijen niet van mening over het uitgangspunt dat naar mate een aanbestedende dienst meer maatregelen heeft genomen om een objectieve en zorgvuldige aanbestedingsprocedure te waarborgen, een voorzieningenrechter de beoordeling van kwalitatieve gunningscriteria met een grotere terughoudendheid zal toetsen.
Voornoemde beoordelingsvrijheid maakt dat in dit kort geding slechts plaats is voor een beperkte toetsing van de inschrijving van KPN. Alleen als de aanbestedende dienst in redelijkheid niet tot de beoordeling had kunnen komen waartoe zij is gekomen, is er plaats voor ingrijpen door de voorzieningenrechter. In dat kader wordt het navolgende overwogen.
Uit het aanbestedingsdocument volgt dat het Kadaster de raamovereenkomst zal gunnen aan de inschrijver die de economische meest voordelige inschrijving heeft gedaan.
De inschrijvingen worden door het Kadaster beoordeeld aan de hand van drie gunningcriteria: HRM, Transitie en Dienstverlening, waarbij het criterium Dienstverlening is onderverdeeld in zes subgunningscriteria.
Voor elk van deze gunningcriteria geldt dat de inschrijvers worden beoordeeld op prijs en kwaliteit. Bij de beoordeling van kwaliteit maakt het Kadaster gebruik van eisen en (open) vragen. Op basis van de antwoorden op die vragen beoordeelt het Kadaster de kwaliteit.
Daarbij maakt zij gebruik van een team van beoordelaars, bestaande uit ter zake kundige medewerkers en onafhankelijk adviseurs van het Kadaster. Dit team beoordeelt individueel de offertes, op basis van de criteria die in het Aanbestedingsdocument en de Bijlagen (waaronder de Programma’s van Eisen) zijn beschreven. De beoordelaars geven voor alle antwoorden op de vragen, zoals gegeven door inschrijver, een ‘rapportcijfer’ van 0 tot en met 10. Het ‘rapportcijfer’ wordt gebaseerd op de beoordelingscriteria waarbij het gaat om het totale integrale antwoord. De door de beoordelaars individueel toegekende scores worden opgeteld en gemiddeld, waarna een eindcijfer ontstaat. De optelsom van alle eindscores (per vraag) per gunningcriterium is het totaal aan kwaliteitspunten voor dat gunningcriterium. Bij het beoordelen maakt het Kadaster gebruik van de algemene beoordelingscriteria opgenomen onder 2.3 en, voor zover deze bij de betreffende vraag zijn opgenomen, aanvullende beoordelingcriteria.
In een bespreking op 6 maart 2012 heeft het Kadaster de afwijzing van KPN nader toegelicht aan KPN. Hierna heeft KPN schriftelijke vragen gesteld die het Kadaster beantwoord heeft bij brief van 15 maart 2012. Bij brief van 11 april 2012 heeft het Kadaster een uitvoerige reactie gegeven op de bezwaren van de KPN, zoals opgenomen in de dagvaarding.
KPN heeft ten aanzien van vraag 3 HRM, vraag 2 en 4 Transitie, vraag 1 Netwerkdiensten en vraag 2 en 3 Rekencentrumdiensten aangevoerd dat de motivering van het Kadaster de toegekende puntenaantallen voor de betreffende vragen niet kan dragen.
Ten aanzien van vraag 12 HRM heeft KPN aangevoerd dat zij het gunningscriterium heeft gewijzigd. Ten aanzien van vraag 1 Rekencentrumdiensten heeft KPN aangevoerd dat een nieuw aspect, vooraf niet bekend, ten onrechte is meegewogen bij de beoordeling van het gunninsgcriterium. Ten aanzien van vraag 1 Netwerkdiensten heeft zij nog aangevoerd dat het Kadaster een andere reden voor de gunningsbeslissing heeft gegeven dan die in de mededeling van de gunningsbeslissing aan KPN is genoemd, hetgeen in strijd met artikel 6 van de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen (hierna: Wira).
Gelet op de beoordelingsvrijheid die het Kadaster en met haar het team van beoordelaars toekomt, bestaat er voor de voorzieningenrechter alleen aanleiding om in te grijpen wanneer sprake zou zijn van apert onjuiste beslissingen die grote gevolgen voor de eindscore hebben gehad. Voor het overige dient slechts marginaal getoetst te worden of de door het team van beoordelaars toegekende scores binnen haar beoordelingsvrijheid vallen en of de aanbestedingsprocedure op correcte wijze is uitgevoerd.
In dit verband heeft KPN tegenover de gemotiveerde betwisting door het Kadaster bij brief van 11 april 2012 onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het Kadaster bij de beoordeling zodanige fundamentele fouten heeft gemaakt dat deze moet leiden tot intrekking van het gunningsvoornemen aan Capgemini, dan wel gunning aan KPN dan wel tot een nieuwe herbeoordeling van de inschrijving van KPN of alle inschrijvers.
Met betrekking tot het bezwaar van KPN dat de motivering de toegekende puntenaantallen niet kan dragen overweegt de voorzieningenrechter dat KPN weliswaar kritische kanttekeningen heeft geplaatst bij de gegeven motivering en de hoogte van de scores die aan haar antwoorden zijn toegekend, maar daaruit is niet gebleken van ernstige beoordelingsfouten waardoor het Kadaster in redelijkheid niet tot de uitkomst van de onderhavige aanbestedingsprocedure heeft kunnen komen. Het toekennen van het aantal punten voor (met name) open vragen valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter juist onder de beoordelingsvrijheid van het Kadaster en haar team van beoordelaars. De voorzieningenrechter is het met het Kadaster eens dat hij niet op de stoel van de aanbestedende dienst moet gaan zitten door in detail de beoordeling van de inschrijving van KPN over te doen.
Vraag 12 HRM gaat kort gezegd over de reisafstand voor de overgenomen werknemers van het Kadaster. Een korte reisafstand wordt beloond met een hoger aantal punten. Uit de inschrijving van KPN blijkt dat zij de hoofdlocatie aan de Fauststraat te Apeldoorn aanbiedt en dat zij afspraken maakt met Kadaster over het gebruik van flexplekken op de Kadaster locatie De Brug. Dit antwoord van KPN heeft 6 punten opgeleverd. Volgens KPN dient zij hiervoor het maximale aantal punten te krijgen omdat met het aanbieden van locatie De Brug er geen reisafstand is voor de medewerkers. Het Kadaster heeft het aanbieden van locatie De Brug niet met punten beloond omdat volgens het Kadaster deze locatie geen gegarandeerde locatie is en er geen regeling getroffen is met het Kadaster voor het gebruik van deze locatie. Volgens KPN wijzigt het Kadaster daarmee de gunningvoorwaarde door van KPN te verlangen dat zij kan aantonen dat het gebruik van de locatie is gegarandeerd.
De voorzieningenrechter overweegt dat niet aannemelijk is geworden dat het Kadaster hier de gunningscriteria heeft gewijzigd of dat het Kadaster de beoordelingssystematiek met betrekking tot de reisafstand inzake vraag 12 HRM onjuist heeft toegepast. Immers voor de hoofdlocatie aan de Fauststraat heeft KPN 6 punten gekregen, hetzelfde aantal overigens als Capgemini die eveneens een locatie aan de Fauststraat heeft aangeboden. Nu de inschrijver bij vraag 12 tevens moet aangeven voor welke periode hij de locatie kan garanderen is het niet vreemd dat het Kadaster van KPN wil weten hoe zij denkt het gebruik van de Kadaster locatie De Brug te kunnen garanderen.
De stelling van KPN dat aan een andere inschrijver voor hetzelfde antwoord bij vraag 12 HRM inzake het gebruik van locatie ‘De Brug” wel punten zijn toegekend kan buiten beschouwing blijven nu KPN onweersproken heeft gelaten dat de inschrijving van deze aanbieder ongeldig is verklaard.
Ten aanzien van het gunningscriterium Dienstverlening dienen inschrijvers een beschrijving te geven van de wijze waarop de betreffende dienstverlening zal worden uitgevoerd en ondersteund, welke risico’s inschrijvers daarbij herkennen en welke maatregelen worden getroffen om de risico’s hanteerbaar te maken. Vraag 1 van het (sub)gunningscriterium Rekencentrumdiensten heeft betrekking op de wijze waarop KPN de bestaande applicatie migratie tooling ondersteunt. Volgens KPN blijkt uit de vraagstelling in het aanbestedingsdocument niet dat een nadere detaillering van het koppelvlak tussen de tooling leverancier (KPN) en de applicatiemigratie afdeling (Kadaster) gegeven moet worden. Door dit wel te verwachten en mee te wegen bij de beoordeling gaat het Kadaster uit van een niet vooraf bekend gemaakt aspect bij het gunningscriterium. Dienaangaande overweegt de voorzieningenrechter dat KPN niet heeft betwist dat de bieding van Capgemini op dat onderdeel op vergelijkbare wijze is beoordeeld en gewaardeerd als dat van KPN en dat een eventuele verhoging van het aantal punten van KPN ook tot een verhoging van het aantal punten van Capgemini zal leiden en per saldo de uitkomst van de aanbesteding onveranderd blijft. Derhalve is niet aannemelijk geworden dat het Kadaster de gunningscriteria heeft uitgebreid op dit punt ten nadele van KPN. Dit geldt eveneens voor het bezwaar van KPN met betrekking tot vraag 1 van het subgunningscriterium Netwerkdiensten. Het bezwaar dat bij deze vraag in strijd met artikel 6 Wira is gehandeld, is niet aannemelijk gemaakt. Volgens KPN heeft het Kadaster de reden van de gunningsbeslissing gewijzigd omdat eerst als reden voor de puntenaftrek is aangegeven dat geen ondersteuning van NIST sp800 119.pdf is aangegeven en dat later door Kadaster als reden wordt aangegeven dat KPN niet heeft onderbouwd op welke wijze zij de richtlijn heeft geïmplementeerd. Mede gelet op hetgeen het Kadaster in de brief van 11 april 2012 heeft aangevoerd op dit punt is de voorzieningenrechter van oordeel dat hierin geen wijziging van de reden van de gunningsbeslissing is gelegen. Het betreft een antwoord van het Kadaster op de schriftelijke vragen van KPN nadat de gunningsbeslissing is genomen.
Voorlopig oordelend komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat het Kadaster de grenzen van haar beoordelingsvrijheid heeft overschreden, buiten de gunningsvoorwaarden is getreden, de beoordelingen onjuist heeft uitgevoerd, dan wel zich anderszins niet aan de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht heeft gehouden. Dat slechts sprake is van een miniem verschil met de score van de winnende inschrijver maakt dat niet anders nu Capgemini heeft aangevoerd dat een relatief klein verschil tussen de inschrijvingen gebruikelijk is bij aanbestedingen zoals de onderhavige, hetgeen onweersproken is gebleven.
De vorderingen van KPN worden afgewezen.
KPN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Kadaster worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
In aansluiting op het voorgaande zal KPN eveneens in de proceskosten van Capgemini worden veroordeeld. Deze kosten aan de zijde van Capgemini worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
Tevens wordt aanleiding gezien om de vordering van Capgemini, om KPN te veroordelen in de nakosten, toe te wijzen, temeer nu daartegen geen verweer is gevoerd.
veroordeelt KPN in de proceskosten, aan de zijde van Kadaster tot op heden begroot op € 1.391,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van twee weken na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt KPN in de proceskosten, aan de zijde van Capgemini tot op heden begroot op € 1.391,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van twee weken na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt KPN in de nakosten aan de zijde van Capgemini, begroot op een bedrag van € 131,00 dan wel, indien betekening van dit vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van twee weken na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 27 april 2012.