ECLI:NL:RBZUT:2012:BX1178

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/0940325-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte in zedenzaak met ontuchtige handelingen met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 11 juli 2012 uitspraak gedaan in een zedenzaak waarbij de verdachte, geboren in 1987 en wonende te Harderwijk, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De verdachte is beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes, [slachtoffer 1] (geboren in 1997) en [slachtoffer 2] (geboren in 1996), in de periode van juni en juli 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op meerdere tijdstippen seksuele handelingen heeft gepleegd met beide slachtoffers, die op het moment van de feiten de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren hadden bereikt, wat in strijd is met artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.

De zaak kwam aan het licht na aangiften van de moeders van de slachtoffers. De verdachte heeft tijdens het onderzoek en de terechtzittingen bekennende verklaringen afgelegd. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en andere bewijsmiddelen, zoals aangiften en verklaringen van getuigen, in haar beoordeling betrokken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien de resultaten van psychologisch en psychiatrisch onderzoek, en heeft dit meegewogen in de strafoplegging.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in haar overwegingen betrokken. De verdachte heeft zich niet gehouden aan eerdere waarschuwingen van de politie om geen seksuele contacten met minderjarigen aan te gaan. De rechtbank heeft besloten dat een klinische behandeling noodzakelijk is om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen. De verdachte is ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2], voor de geleden schade, met wettelijke rente vanaf de datum van de aangifte.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/0940325-11
Uitspraak d.d.: 11 juli 2012
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te Harderwijk op [1987],
wonende te Harderwijk
thans gedetineerd in Huis van Bewaring Doetinchem, Hogenslagweg 8.
raadsman: mr. J.J.D. Doleweerd advocaat te Amersfoort
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 18 november 2011, 25 januari 2012, 11 april 2012 en 27 juni 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 24 juni 2011 tot
en met 26 juni 2011 te Harderwijk en/of te Apeldoorn en/of te Biddinghuizen,
in ieder geval in Nederland,
met [slachtoffer 1], geboortedatum [1997],
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, (mede)
bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen van zijn penis in haar vagina en/of haar mond en/of
- het tongzoenen met/van die [slachtoffer 1],
terwijl die [slachtoffer 1] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die
van zestien jaren had bereikt;
art 245 Wetboek van Strafrecht
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 23 juli 2011 tot
en met 26 juli 2011 te Harderwijk, in ieder geval in Nederland,
met [slachtoffer 2], geboortedatum [1996],
buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, mede
bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] te
weten
- het brengen van zijn penis en/of één of meerdere van zijn vingers in haar
vagina en/of
- het zich door haar laten aftrekken en/of
- het tongzoenen met/van die [slachtoffer 2] en/of
- het betasten van haar borsten en/of haar billen,
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt;
art 245 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Feit 1:
Op 10 augustus 2011 is door de moeder van de 13-jarige [slachtoffer 1] aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter door een 23 jarige man genaamd [verdachte] in de periode van 24 juni 2011 tot 26 juni 2011. Tegenover de huisarts is door [slachtoffer 1] en [verdachte] toegegeven dat zij (onbeschermde) seks hebben gehad. Verdachte heeft toegegeven dat hij seks met [slachtoffer 1] heeft gehad.
Feit 2
Op 27 juli 2011 is door de moeder van de 14-jarige [slachtoffer 2] aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter door een man genaamd [alias verdachte], 23 jaar oud en wonende te Harderwijk in de periode van vrijdag 22 juli 2011 tot en met dinsdag 26 juli 2011. [slachtoffer 2] is naar aanleiding daarvan gehoord door de politie op 27 juli 2011. Zij heeft verklaard dat zij in die periode bij een Turkse man die zich [alias verdachte] noemde is geweest. [slachtoffer 2] heeft het huis van verdachte aangewezen en zijn auto. Na onderzoek bleek het te gaan om [verdachte]. Verdachte heeft bekend in de tenlastegelegde periode verschillende seksuele handelingen met [slachtoffer 2] te hebben verricht.
Op 16 augustus 2011 is de verdachte aangehouden voor deze feiten.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft onder opsomming van de bewijsmiddelen geconcludeerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zowel bij de politie2 als ter terechtzitting3 ten aanzien van deze feiten bekennende verklaringen afgelegd. Hier zal dan ook volstaan worden met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Naast de verklaringen van verdachte is voor het bewijs voorhanden waarbij elk bewijsmiddel slechts is gebruikt ten aanzien van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft:
- verklaring, afgelegd door [slachtoffer 2].4
- de aangifte van [aangever 1]5
- de aangifte van [aangever 2]6
- verklaring, afgelegd door de huisarts [naam huisarts]7
- verklaring, afgelegd door [getuige]8
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 24 juni 2011 tot
en met 26 juni 2011 te Harderwijk en/of te Apeldoorn en/of te Biddinghuizen,
met [slachtoffer 1], geboortedatum [1997],
buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, (mede)
bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten
- het brengen van zijn penis in haar vagina, haar mond en
- het tongzoenen met die [slachtoffer 1],
terwijl die [slachtoffer 1] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die
van zestien jaren had bereikt;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 23 juli 2011 tot
en met 26 juli 2011 te Harderwijk, met [slachtoffer 2], geboortedatum [1996], buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede
bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] te
weten
- het brengen van zijn penis en één of meerdere van zijn vingers in haar
vagina en
- het zich door haar laten aftrekken en
- het tongzoenen met die [slachtoffer 2] en
- het betasten van haar borsten,
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de midrijven:
t.a.v. feit 1
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
t.a.v. feit 2
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Strafbaarheid van de verdachte
Naar de persoon van verdachte is een triple onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport van drs. L.P. Heinsman (psychiater) van 25 februari 2012, een rapport van drs. T. van den Hazel, klinisch psycholoog/psychotherapeut van 2 maart 2012 en een rapport van mevrouw J.Boenink, forensisch milieuonderzoeker van 1 maart 2012.
De deskundige Van den Hazel heeft beschreven9 dat betrokkene beperkingen kent in zijn verstandelijk, sociaal en emotioneel functioneren. Hij overvraagt zichzelf en wordt overvraagd. Hij kent een primaire, lust-onlust bepaalde, beleving van zijn eigen behoefte. Hij redeneert vanuit een egocentrisch perspectief. In zijn ontwikkelingsgeschiedenis werd hij op zeer jonge leeftijd al onvoldoende gestructureerd en begrensd in zijn agressie. De tekorten in zijn sociale en emotionele ontwikkeling werden niet ondervangen in begeleiding of geboden structuur. Zijn seksuele behoeften zijn sterk verweven met zijn sociale behoeften. Hij kent eenzijdige ongenuanceerde en egocentrische opvattingen over seksuele omgang met Nederlandse meisjes. Het lukt verdachte niet gelijkwaardige relaties op te bouwen en te onderhouden. Betrokkene kwam tot een egocentrische, lustgedreven, verseksualiseerde omgang met jonge meisjes vanuit tekorten in zijn verstandelijke, sociale en emotionele ontwikkeling. Betrokkene overschat zijn eigen mogelijkheden. Hij kent een zeer beperkt inzicht in zijn beperkingen op het sociale en emotionele vlak. Vanuit een samenhang tussen ontwikkelingstekorten (in verstandelijke, sociale en emotionele ontwikkeling), narcistische persoonlijkheidsproblematiek, de onderlinge bekrachtiging in het functioneren op elkaar, acht onderzoeker betrokkene verminderd toerekeningsvatbaar.
De deskundige Heinsman10concludeert dat bij betrokkene sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van lichte zwakzinnigheid en een persoonlijkheidsstoornis Niet Anderszins Omschreven met afhankelijke, narcistische en antisociale trekken. De wijze waarop zowel voorafgaand als ten tijde van het tenlastegelegde onderzochte vanuit zijn intellectuele beperkingen en persoonlijkheidsstoornis beperkingen in zijn keuzevrijheid van handelen heeft ervaren, maken dat geadviseerd kan worden onderzochte aangaande het tenlastegelegde, voor zover bewezen geacht, als (ten minste) verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Met de conclusie van beide rapporten dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, kan de rechtbank zich verenigen. De rechtbank neemt deze conclusie over.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met aftrek. De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte de bijzondere voorwaarde op te leggen dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhoudt een klinische behandeling.
De raadsman heeft betoogd dat de rechtbank bij het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rekening houdt met de (startdatum van),de klinische behandeling van verdachte. Voor wat betreft de hoogte van het voorwaardelijk deel refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Voorts verzoekt de raadsman rekening te houden met de gebrekkige ontwikkeling van verdachte. Verdachte kan zich vinden in het advies voor behandeling, staat er open voor en is gemotiveerd.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich in een korte tijd tot tweemaal toe schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met twee jonge meisjes. Na zijn contacten met de 13-jarige [slachtoffer 1] is verdachte door de politie gewaarschuwd voor het aangaan van seksuele contacten met jonge meisjes. Dat heeft verdachte er niet van weerhouden korte tijd later seksuele contacten met de 14-jarige [slachtoffer 2] te hebben. Ook eerdere waarschuwingen van de politie aan verdachte dat hij zich niet op seksueel vlak met jonge meisjes moest inlaten, hebben kennelijk geen indruk op verdachte gemaakt. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften. Daarbij heeft hij uitsluitend aan zichzelf gedacht. Dat deze seksuele contacten voor de nog niet volledig gerijpte jonge slachtoffers schadelijke gevolgen zouden kunnen hebben, is niet iets waar verdachte bij heeft stilgestaan. De meisjes bevonden zich gedurende de periode van het misbruik in een zeer kwetsbare fase van hun ontwikkeling: de puberteit. Het is algemeen bekend dat dergelijke feiten grote schade kunnen toebrengen aan de ontwikkeling van kinderen, vooral als zij zich in de puberteit bevinden. Dat de feiten een grote impact op de slachtoffers hebben gehad, blijkt alleen al uit het feit dat beide meisjes na de contacten met verdachte uit huis zijn geplaatst.
In het nadeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte niet de verantwoordelijkheid voor zijn gedrag neemt en de schuld buiten zichzelf blijft leggen. Zo heeft hij verklaard dat hij er vanuit ging dat de meisjes ouder waren, terwijl uit verklaringen voldoende blijkt dat verdachte wist dat het om jonge meisjes ging. Het heeft er zelfs alle schijn van dat verdachte bewust contact met jonge (kwetsbare) tienermeisjes zocht.
Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een zedendelict - waar echter tegenover staat dat verdachte wel eerder door politie is gewaarschuwd om geen contacten met minderjarige meisjes aan te gaan - en zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid met betrekking tot de ten laste gelegde feiten.
De deskundige Heinsman schat de kans op recidive als (ten minste) licht verhoogd in. De indruk bij de deskundige komt naar voren dat bij verdachte sprake is van een tendens naar het aangaan van (ongelijkwaardige) relaties met jongere vrouwen/meisjes. Een tweede risicofactor is de mogelijke tendens bij verdachte naar seksualiseren. Geadviseerd wordt een klinische behandeling als bijzondere voorwaarde in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan Hoeve Boschoord. Verder wordt een verplicht reclasseringstoezicht geadviseerd. Een TBS met voorwaarden is door de deskundige overwogen. Echter het niet eerder veroordeeld zijn voor een seksueel delict (hogere kans op recidive), het niet eerder forensisch behandeld zijn (stepped care) en de huidige motivatie voor (klinische) behandeling, maken dat onder de huidige omstandigheden onvoldoende onderbouwing voor een TBS met voorwaarden bestaat.
De deskundige Van den Hazel heeft benadrukt dat verdachte zijn eigen mogelijkheden overschat. Hij kent een zeer beperkt inzicht in zijn beperkingen op het sociale en emotionele vlak. Inhoudelijk kan hij geen hulpvraag formuleren. Verdachtes woonsituatie is instabiel. Hij groeide op en functioneert tussen de Turkse en de Nederlandse cultuur. Voorstelbaar is dat betrokkene onvoldoende het morele kader in de Nederlandse cultuur kent. De deskundige geeft de rechtbank in overweging verdachte in het kader van een bijzondere voorwaarde, als voorwaardelijk strafdeel, een klinische behandeling in een gespecialiseerde behandelvoorziening voor mensen met een zwakke begaafdheid op te leggen. Hierbij kan met name gedacht worden aan een behandeling binnen het programma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag binnen Trajectum - Hoeve Boschoord. Naast de seksuele en agressie problematiek, dienen sociale en emotionele ontwikkeling, in een systeemgerichte aanpak centraal te staan. De deskundige adviseert de rechtbank een lange termijn van reclasseringstoezicht op te leggen.
Uit een reclasseringsrapport van 22 juni 2012 blijkt dat verdachte inmiddels een intake heeft gehad bij Trajectum (Hoeve Boschoord) en dat hij daar een gemiddeld twee jaar durend speciaal programma voor seksueel delinquenten kan volgen.
Verdachte heeft ter terechtzitting naar voren gebracht gemotiveerd te zijn voor een klinische behandeling.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten is uitsluitend een gevangenisstraf van aanzienlijk duur passend en geboden. De rechtbank zal verdachte dan ook een gevangenisstraf van lange duur opleggen.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de adviezen van de deskundigen, acht de rechtbank (klinische) behandeling van verdachte noodzakelijk, teneinde herhaling te voorkomen. De rechtbank zal om die reden een groot deel van de op te leggen gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. Dit om te verzekeren dat verdachte deze behandeling zal ondergaan. De voorwaardelijk gevangenisstraf wordt tevens opgelegd teneinde de verdachte ervan te weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de eis van de officier van justitie, te weten: een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden waarvan 16 maanden voorwaardelijk passend en geboden. De rechtbank ziet echter aanleiding om een langere proeftijd dan gevorderd aan de bijzondere voorwaarden te verbinden, te weten van 5 jaar. De rechtbank acht deze langere proeftijd noodzakelijk, nu er (zonder behandeling en reclasseringstoezicht) ernstig rekening moet worden gehouden met het feit dat verdachte wederom dergelijke misdrijven zal begaan.
De rechtbank vertrouwt erop dat bij de executie van het onderhavige vonnis ervoor wordt zorg gedragen dat verdachte ook daadwerkelijk naar de geïndiceerde behandelplek bij Trajectum (Hoeve Boschoord) - waarvoor ten tijde van het wijze van het vonnis nog enige wachttijd bestaat - wordt toegeleid, zowel in de situatie waarin deze wachttijd enigszins korter blijkt dan thans verwacht als enigszins langer.
In beslag genomen voorwerpen
De teruggave zal worden gelast van het navolgende in beslag genomen voorwerp aan de verdachte nu geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet:
- 1 laptop inclusief voeding HP Compaq 6710b kleur zwart.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.862,86, als voorschot op de geleden schade, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering, met uitzondering van de telefoonkosten gevorderd, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft betoogd dat er in ieder geval met betrekking tot de materiële schade geen causaal verband bestaat en voor wat betreft de immateriële schade een lager bedrag voor toewijzing in aanmerking komt, nu de gevolgen die de benadeelde partij na de contacten met verdachte heeft moeten ondervinden maar voor een deel een gevolg zijn van het bewezenverklaarde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, in afwijking van het betoog van de raadsman, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, wel komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen in ieder geval rechtstreeks, met uitzondering van de telefoonkosten - welke schade van de moeder en niet van de benadeelde partij betreft - tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De gevorderde immateriële schadevergoeding komt de rechtbank, mede gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken wordt toegekend, billijk voor. Dat bij de benadeelde partij ook andere dingen hebben gespeeld, doet er niet aan af dat het gevorderde smartegeld voor de gevolgen van het bewezenverklaarde billijk wordt geacht. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 23 juli 2011.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 57, 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
Feit 2.
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 (tweeëndertig) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 16 (zestien) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 5 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
zich gedurende de proeftijd van 5 jaar zal gedragen naar de aanwijzingen en
voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich op uitnodiging zal melden bij de reclassering en daarna zo frequent als deze instelling dat nodig acht, en ook als dit inhoudt dat veroordeelde na afloop van zijn klinische behandeling nog een ambulante behandeling moet ondergaan;
dat veroordeelde zich zal laten opnemen voor het volgen van een speciaal programma voor seksuele delinquenten in de Forensisch Psychiatrische Kliniek Hoeve Boschoord, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, voor de duur van maximaal twee jaar, of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht;
zich op verzoek van de reclassering ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
* waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
* beveelt, dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten:
- 1 computer, laptop HP COMPAQ 6710b;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 1.777,94, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2011, en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakte, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], een bedrag te betalen van € 1.777,94 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2011, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 27 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Aldus gewezen door mrs. Gilhuis, voorzitter, Troost en De Jong, rechters, in tegenwoordigheid van Heebink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juli 2012.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0610 2011103616-25, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, gesloten en ondertekend op 24 augustus 2011.
2 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 16- en 17 augustus 2011, p. 90 -121.
3 Proces-verbaal van terechtzitting d.d. 27 juni 2012.
4 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2], d.d. 27 juli 2011, p. 34-44.
5 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] p. 29-32
6 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] p. 63- 69
7 Mail van de huisarts p. 83
8 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige]
9 Psychologisch onderzoek Pro Justitia, T. van den Hazel, klinisch psycholoog, psychotherapeut, 2 maart 2012
10 Psychiatrisch onderzoek Pro Justitia, Drs. L.P. Heinsman, psychiater, 25 februari 2012