ECLI:NL:RBZUT:2012:BV8592

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
127252 - KG ZA 11-376
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Invloed van het Amerikaans sanctiebeleid op de handelsrelatie tussen Nijhuis Pompen B.V. en Nebras Pumps Manufacturing Co. Ltd.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, vorderde eiseres Nebras Pumps Manufacturing Co. Ltd. (hierna: Nebras) samen met Globotech Freezone Company B.V. en een derde eiser, de voortzetting van de handelsrelatie met gedaagde Nijhuis Pompen B.V. (hierna: Nijhuis). De aanleiding voor de vordering was de beëindiging van de samenwerking door Nijhuis, die werd opgedragen door haar Amerikaanse aandeelhouder Pentair, in het kader van de Amerikaanse sancties tegen Iran. De rechtbank oordeelde dat Nijhuis geen invloed had op de beslissing van Pentair en dat er sprake was van overmacht. De rechtbank concludeerde dat de beëindiging van de handelsrelatie niet aan Nijhuis kon worden toegerekend, omdat zij op grond van haar statuten verplicht was de besluiten van haar aandeelhouder uit te voeren. De vorderingen van Nebras en de andere eisers werden dan ook afgewezen. De rechtbank wees de proceskosten toe aan Nijhuis, die in het gelijk werd gesteld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 127252 / KG ZA 11-376
Vonnis in kort geding van 10 februari 2012
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar het recht van Iran
NEBRAS PUMPS MANUFACTORING COMPANY LTD.,
gevestigd te Teheran, Iran
2. de rechtspersoon naar het recht van de Verenigd Arabische Emiraten
GLOBOTECH FREEZONE COMPANY B.V.,
gevestigd te Rash Al Khaimah, Verenigde Arabische Emiraten,
3. [eiser sub 3],
wonende te Teheran,
eisers,
advocaat mr. drs. T.L. Hemrica te Nijmegen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NIJHUIS POMPEN B.V.,
gevestigd te Winterswijk,
gedaagde,
advocaat mr. R.J. van Agteren te Amsterdam.
Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers] genoemd worden en ieder afzonderlijk Nebras, Globotech en [eiser sub 3]. Gedaagde zal Nijhuis genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van Nijhuis.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Nijhuis ontwikkelt en construeert pompen en pompsystemen voor diverse toepassingsgebieden. Daarnaast houdt zij zich wereldwijd bezig met de verkoop, engineering en assemblage van fire fighting units voor de off- en onshore industrie en ter brandpreventie op civiele werken.
2.2. Nijhuis en [eiser sub 3] hebben sinds 1982 zakelijk samengewerkt. [eiser sub 3] heeft Nijhuis vanaf dat jaar ononderbroken op basis van exclusiviteit in Iran vertegenwoordigd. Sinds 2009 doet hij dat onder de naam Nebras.
2.3. De onderhoudscontracten tussen Nebras en de Iraanse afnemers worden in de regel aangegaan voor een periode van 10 jaar. Garantietermijnen op de pompinstallaties zijn in de regel 18 maanden.
2.4. Op 15 juni 2008 heeft [eiser sub 3] Globotech opgericht met het doel om via Globotech als free zone company vanuit de Verenigde Arabische Emiraten de transacties tussen Nijhuis, Nebras en de kopers in Iran te faciliteren.
2.5. Sinds 2007 maakt Nijhuis onderdeel uit van de Norit groep. Bij de overname van Nijhuis door Norit heeft Nijhuis [eiser sub 3] te kennen gegeven dat de zakelijke relatie met hem op de vertrouwde wijze zal worden gecontinueerd. Norit heeft in de afgelopen jaren de handel met Iran gestimuleerd en de afzet van Nijhuis op de Iraanse markt is in deze periode toegenomen.
2.6. Het op briefpapier van Norit Nijhuis gestelde, door Nijhuis afgegeven Certificate of Exclusivity met nummer NP/ir 2008.05.27 luidt als volgt:
“This is to certify that Nebras Pumps manufacturing Co. Ltd. is the exclusive representative of Nijhuis Pompen B.V. of the Netherlands for all its activities in the territory of the Islamic Republic of Iran, as per agreed ‘Conditions to the Certificate of Exclusivity’.(…)”
2.7. Deze ‘Conditions to the Certificate of Exclusivity’ luiden:
“(…) The ‘Certificate of Exclusivity (NP/ir 2008.05)’ is only valid under the following conditions:
1. The shareholder of Nijhuis Pompen BV allow Nijhuis Pompen BV to do business in Iran.
2. (…)
When one of these conditions is not met the ‘Certificate of Exclusivity (NP/ir 2008.05)’ expires automatically”
2.8. In mei 2011 heeft het Amerikaanse bedrijf Pentair de watertechnologiedivisie van Norit heeft overgenomen. Als gevolg van die verkoop maakt Nijhuis sinds 12 mei 2011 onderdeel uit van Pentair.
2.9. Daags na de overdracht van de aandelen van Nijhuis aan Pentair heeft de toenmalig bestuurder van Nijhuis [eiser sub 3] een vijftal ongedateerde, niet ondertekende brieven overhandigd namens Pentair. In de brieven aan [eisers] wordt het volgende meegedeeld:
“(…) Since 12 May 2011 Nijhuis Pompen B.V. (Nijhuis) is part of the Filtration Solution global business unit of Pentair, Inc. Because Pentair is a U.S. company, U.S. export laws are applicable to the conduct of Nijhuis’ business going forward. The U.S. export laws prohibit Pentair and its subsidiaries and affiliates from providing products or services to or for the benefit of parties in Iran, Therefore Nijhuis is no longer authorized to do any business in Iran.
Nebras Pumps Manufacturing Co. Ltd. and Globotech FZC are the exclusive representatives of Nijhuis for the Islamic Republic of Iran under the condition that the shareholder of Nijhuis allows Nijhuis to do business. Due to the U.S. export laws Pentair, as shareholder of Nijhuis, does not allow Nijhuis tot do business in Iran from 12 May 2011 on.
We hereby notify you that Nebras Pumps Manufacturing Co. Ltd. and Globotech are therefore no longer authorized to act for or on behalf of Nijhuis in the Islamic Republic of Iran or anywhere else. The Certification of Exclusivity with number NP/ir 2008`05.27 is considered expired and no longer valid. (…)
In de andere brieven wordt aan [eisers] en aan Pars Oil and Gas Co meegedeeld dat de purchase orders van 2 januari 2011 (Lavan), 25 januari 2011 (MAPNA fire fighting containers) en 28 november 2010 (levering van onderdelen voor het South Park Gas Field Development Project fase 15 en 16) met onmiddellijke ingang worden stilgelegd.
3. Het geschil
3.1. [eisers] vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. Nijhuis zal veroordelen tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst en tot voortzetting van de samenwerking op de tussen partijen tot mei 2011 gebruikelijke wijze en voorwaarden en meer in het bijzonder op de wijze als in de dagvaarding nader aangegeven,
2. Nijhuis zal veroordelen om een in de Engelse taal gestelde verklaring op te stellen met de strekking dat de aandeelhouder Pentair volgens het Nederlands recht niet bevoegd, althans onrechtmatig heeft gehandeld, door Nijhuis op te dragen contractbreuk met Nebras en Globotech te plegen en dat Nijhuis Nebras en Globotech in staat zal stellen alle verplichtingen op de gebruikelijke wijze na te komen, dat de zakelijke samenwerkingsrelatie volledig zal worden hersteld en dat de levering van pompen en spare parts door Nebras/Nijhuis Iran per direct wordt hetvat en
Nijhuis zal gebieden deze verklaring aan alle relaties van Nijhuis in Iran toe te zenden,
3. een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000.000,-- voor iedere dag of deel van een dag dat Nijhuis met een en ander in gebreke blijft en
4. subsidiair Nijhuis zal veroordelen tot betaling aan [eisers] van een voorschot op de geleden en te lijden schade van € 3.000.000,--,
5. Nijhuis zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 5.000,-- vermeerderd met BTW en vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding
6. en Nijhuis zal veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2. [eisers] baseert deze vorderingen in het licht van de vaststaande feiten op het volgende.
De zakelijke relatie tussen [eisers] en Nijhuis is een stilzwijgende duurovereenkomst die in verband met haar duur niet opzegbaar is. Aan de voorwaarden van eventuele opzegbaarheid is niet voldaan. Er is geen valide reden voor de opzegging, de opzegging is niet tijdig meegedeeld en er is geen enkele opzegtermijn in acht genomen. De opzegging is derhalve nietig.
Nijhuis is aansprakelijk voor de schade die [eisers] heeft ondervonden en nog zal ondervinden als gevolg van de onrechtmatige beëindiging van de samenwerkingsrelatie.
Nijhuis moet er alles aan doen om de schade voor [eisers] te beperken en verdere schade en risico’s te voorkomen. Daarom dient Nijhuis de samenwerking te hervatten, zodat [eisers] in de gelegenheid is zijn verplichtingen jegens de afnemers na te komen.
3.3. Nijhuis voert verweer. Op dat verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan
4. De beoordeling
4.1. Nijhuis heeft betwist dat er een onopzegbare duurovereenkomst met [eisers] heeft bestaan. Zij heeft in dat verband een beroep gedaan op het voorbehoud als geciteerd onder 2.7 inhoudende dat de exclusiviteit enkel gold zolang er toestemming is van de aandeelhouder. Nijhuis heeft aangevoerd dat [eisers] er derhalve rekening mee moest houden dat Nijhuis ieder moment haar relatie met [eisers] kon beëindigen. Deze verklaring dateert van de eerste Iran-sancties en niemand kon voorzien hoe een en ander zich verder zou ontwikkelen. Norit hield in 2008 al rekening met de mogelijkheid dat zij (de aandelen in) Nijhuis zou verkopen.
[eisers] heeft niet weersproken dat aan de samenwerking met [eisers] het voorbehoud was verbonden dat de aandeelhouders van Nijhuis instemmen met de exclusieve vertegenwoordigingbevoegdheid van [eisers] in Iran.
Dit leidt tot de conclusie dat [eisers] in ieder geval vanaf 2008 er niet zonder meer vanuit kon en mocht gaan dat Nijhuis de handelsrelatie met hem niet dan wel slechts met inachtneming van een redelijke opzegtermijn zou mogen beëindigen.
4.2. Vast staat dat de huidige aandeelhouder van Nijhuis -het Amerikaanse bedrijf Pentair- geen toestemming geeft voor de samenwerking met [eisers]
[eisers] heeft gesteld dat die aandeelhouders niet bevoegd zijn om namens de vennootschap het besluit te nemen tot opzegging van de handelsrelatie met [eisers] aangezien de aandeelhouders de vennootschap niet vertegenwoordigen.
Nijhuis heeft aangevoerd dat deze stelling in haar algemeenheid juist is, maar dat in dit geval in de statuten van Nijhuis is bepaald dat het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van een orgaan van de vennootschap zoals de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). De verwijzing naar de aandeelhouder is volgens Nijhuis in overeenstemming met de bepaling in de exclusiviteitsverklaring.
[eisers] heeft dit niet (voldoende) weersproken.
Dat betekent dat het beroep van [eisers] op de vernietigbaarheid van het besluit van Nijhuis om de handelsrelatie met [eisers] met onmiddellijke ingang te beëindigen, geen doel treft.
4.3. [eisers] heeft aangevoerd dat aandeelhouder Pentair een bestuurder van Nijhuis opdracht heeft gegeven de handelsrelatie met [eisers] te beëindigen en dat om die reden gezegd kan worden dat Nijhuis toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eisers] en aansprakelijk is voor de schade die [eisers] lijdt en nog zal lijden.
Overwogen wordt dat zowel bij wanprestatie als bij onrechtmatige daad -waar [eisers] mede zijn vorderingen op gebaseerd heeft- geldt dat de handelwijze aan de aangesprokene toerekenbaar moet zijn. Is er geen sprake van toerekenbaarheid dan bestaat er geen grondslag voor een veroordeling tot nakoming en/of tot schadevergoeding.
Daarom moet onderzocht worden of het beroep van Nijhuis op overmacht doel treft. Dat zal het geval zijn als de opzegging van de handelsrelatie niet aan de schuld noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van Nijhuis komt.
4.4. [eisers] kan in dit verband gevolgd worden in zijn stelling dat Pentair geen beroep kan doen op overmacht, omdat zij wist dat Nijhuis zaken deed met [eisers] toen zij de aandelen van Nijhuis overnam.
Anders is dat ten aanzien van Nijhuis. Ter terechtzitting heeft Nijhuis onweersproken verklaard dat zij geen enkele invloed heeft kunnen uitoefenen op of bij de overname van haar aandelen door Pentair. Pentair had al twee keer eerder geprobeerd de aandelen in Nijhuis te verwerven, de derde poging slaagde. Nijhuis was het doel en het lijdend voorwerp bij de overname. Nijhuis heeft alleen informatie over haar onderneming verschaft en is niet betrokken geweest bij de onderhandelingen, die buiten de werkmaatschappijen om gingen. Vanaf het moment dat Nijhuis rekening moest houden met een mogelijke overname door Pentair heeft zij geen orders meer aangenomen van [eisers] aldus Nijhuis.
Geconcludeerd moet worden dat Nijhuis geen betrokkenheid en/of invloed heeft gehad of heeft kunnen hebben op de overdracht van haar aandelen door Norit aan Pentair.
Zoals hiervoor overwogen is Nijhuis op grond van haar statuten gehouden de besluiten van haar Amerikaanse aandeelhouder uit te voeren. [eisers] heeft onvoldoende weersproken dat in het geval Nijhuis de handelsrelatie met [eisers] zou voortzetten, zowel Nijhuis als Pentair op grond van verschillende sanctiemaatregelen van de Amerikaanse regering zoals gedetailleerd door Nijhuis uiteengezet en toegelicht, met ernstige belemmeringen en maatregelen geconfronteerd zal worden.
Dit alles leidt tot de conclusie dat niet gezegd kan worden dat Nijhuis schuld heeft aan de opzegging van de handelsrelatie en dat deze opzegging evenmin krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening dient te komen.
Nu er sprake is van overmacht aan de zijde van Nijhuis zijn de vorderingen van [eisers] niet voor toewijzing vatbaar.
4.5. [eiser sub 3] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Nijhuis worden begroot op:
- griffierecht € 3.621,--
- salaris advocaat 816,--
Totaal € 4.437,--
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2. veroordeelt [eiser sub 3] in de proceskosten, aan de zijde van Nijhuis tot op heden begroot op € 4.437,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2012.