ECLI:NL:RBZUT:2012:BV3648

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
84022 - HA ZA 07-195
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de grondroerder voor schade aan middenspanningskabel en de omvang van de schade

In deze zaak vorderde Alliander N.V. (voorheen N.V. NUON NETWERK SERVICES) schadevergoeding van [eigenaren]T Groenprojecten B.V. wegens schade aan een middenspanningskabel die was ontstaan tijdens het mechanisch rooien van boomstobben op 14 april 2004. Alliander stelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door geen Klic-melding te doen, waardoor de kabel beschadigd raakte. De vordering betrof een bedrag van € 42.518,79, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank diende te beoordelen of er sprake was van aansprakelijkheid en in hoeverre de schade aan de kabel en de daaruit voortvloeiende kosten aan de gedaagde konden worden toegerekend.

De rechtbank oordeelde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade, omdat zij had erkend de kabel te hebben geraakt en geen onderzoek had gedaan naar de aanwezigheid van leidingen. De omkeringsregel, die normaal gesproken van toepassing is bij aansprakelijkheid, werd niet van toepassing geacht op de omvang van de schade. De rechtbank stelde vast dat de schadeposten die Alliander vorderde, redelijkerwijs aan de gedaagde konden worden toegerekend, maar dat de omvang van de schade door Alliander moest worden aangetoond.

De rechtbank concludeerde dat er een causaal verband was tussen de kabelbreuk en de schade, maar dat de gedaagde zich ook kon beroepen op eigen schuld van Alliander, omdat deze overbodig onderzoek had gedaan na de kabelbreuk. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling van de stellingen van partijen en de omvang van de schade. Het vonnis werd uitgesproken door mr. T.I. Spoor op 8 februari 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 84022 / HA ZA 07-195
Vonnis in hoofdzaak van 8 februari 2012
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ALLIANDER N.V. voorheen geheten N.V. NUON NETWERK SERVICES,
gevestigd te Arnhem,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.J. van Velsen te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eigenaren]T GROENPROJECTEN B.V.,
gevestigd te Goor,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. F.J. David te Eindhoven.
Partijen zullen hierna Alliander en [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 24 oktober 2007
- de conclusie van repliek tevens akte naamswijziging
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 14 april 2004 heeft [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] mechanisch boomstobben gerooid dan wel doen rooien op de Vordenseweg 12 te Warnsveld. Daarbij heeft zij schade toegebracht aan de middenspanningskabel (hierna: de kabel) die deel uitmaakt van het door Alliander beheerde net.
2.2. De feitelijke werkzaamheden zijn verricht door Loon- en Grondverzetbedrijf [naam], die handelde in opdracht van [naam], die handelde in opdracht van [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie]. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] handelde in opdracht van de Stichting Netwerk voor de Geestelijke Gezondheidszorg in Oost- Gelderland en Zutphen GGNet die inmiddels is opgegaan in Stichting Bestuur Spatie- GGNet.
2.3. Door de onder 2.2. genoemde partijen is geen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van kabels en leidingen in het werkgebied (Klic-melding).
2.4. Wanneer een storing aan de elektriciteitsvoorziening meer dan vier uur duurt moet de netbeheerder, behoudens bepaalde uitzonderingen, een compensatievergoeding uitkeren aan de getroffen huishoudens.
3. Het geschil
3.1. Alliander vordert dat de rechtbank [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal veroordelen om € 42.518,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 5 februari 2007 tot aan de dag van de algehele betaling en in de proceskosten.
3.2. Alliander legt aan haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, de navolgende stellingen ten grondslag.
[eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] heeft onrechtmatig gehandeld door schade toe te brengen aan de kabel van Alliander. Op [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] rustte een onderzoeksplicht. Zij had afdoende voorzorgsmaatregelen moeten treffen ter voorkoming van beschadiging van leidingen in het door Alliander beheerde net. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] heeft geen onderzoek gedaan. Zij heeft geen Klic-melding gedaan zodat sprake is van aansprakelijkheid en de causale omkeringsregel van toepassing is. Herstel heeft, in totaal, meer dan vier uur geduurd waardoor Alliander compensatiebetalingen tot een bedrag van € 30.730,00 heeft moeten doen aan 878 gedupeerde klanten. Deze schade is aan de kabelbeschadiging toe te rekenen.
Alliander vordert € 36.805,72 in hoofdsom, € 4.213,07 aan wettelijke rente en € 1.500,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
4. Het verweer
4.1. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] concludeert dat de rechtbank Alliander niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen, althans haar deze zal ontzeggen met haar uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling in de kosten van het geding inclusief de nakosten.
4.2. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] voert de navolgende verweren aan.
[eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] erkent dat zij de kabel heeft geraakt en dat daardoor de stroomvoorziening in een aanzienlijk gebied is uitgevallen. Met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de leidingbreuk refereert zij zich aan het oordeel van de rechtbank. Zij betwist dat de stroomuitval heeft geleid tot de gevorderde schade.
De kosten voor herstel van de beschadiging, € 6.075,72 inclusief interne behandelkosten van Alliander, worden niet betwist. Evenmin voert [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] verweer tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
[eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] betwist aansprakelijkheid voor de kosten die verband houden met de compensatieregeling van € 35,00 per getroffen huishouden. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] stelt dat deze niet het gevolg zijn geweest van de beschadiging van de kabel. De kabel is geraakt omstreeks 9.20 uur. Een gedeelte van het netwerk is om 10.37 uur weer ingeschakeld, een ander deel om 10.42 uur. Tijdens het inschakelen van het eerste gedeelte om 10.37 uur is een net van zes transformators spontaan weer afgeschakeld. Alliander ging er kennelijk van uit dat dat het gevolg was van defecten in de kabels en heeft alle kabels in het betreffende deel van het net getest en gecontroleerd zodat het afgeschakelde gedeelte weer kon worden ingeschakeld, twee transformatoren om 13.05 uur en vier transformatoren om 14.10 uur. De laatste storing was niet het gevolg van slechte kabels maar van overbelasting van een vermogensschakelaar en was dus geen gevolg van een oorzaak die in causaal verband staat met de beschadiging van de kabel door [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie]. De tijd besteed aan testen en controleren van bekabeling kan niet worden aangemerkt als tijdsverloop door werkzaamheden waarvoor [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] verantwoordelijk is. Als dat achteraf overbodige onderzoek achterwege was gebleven was de stroomonderbreking in minder dan twee uur opgeheven geweest.
Alleen de afnemers in het gebied van genoemde vier transformatoren hebben meer dan vier uur geen stroom gehad. Dat alle (kennelijk) gecompenseerde huishoudens uit dat laatste gebied komen betwist [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] eveneens. Tevens betwist zij dat betaling heeft plaatsgehad.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. Het geschil en de beoordeling
Aansprakelijkheid
5.1. Alliander baseert haar vordering op onrechtmatige daad. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] erkent dat zij de kabel van Alliander heeft geraakt en dat daardoor de stroomvoorziening in een aanzienlijk gebied is uitgevallen. Aan te nemen is volgens haar dat de oorzaak daarvan ligt in het niet doen van een zogenaamde Klic-melding. Om kabelbreuk te voorkomen rust er namelijk op - kort gezegd - degene die graaft, een verplichting om na te gaan of er zich in de grond kabels bevinden. In 2004 kon deze hiervoor een Klic-melding doen, inmiddels is dat verplicht. Vast staat dat in dit geval geen Klic-melding is gedaan noch anderszins inlichtingen zijn ingewonnen. Dat nalaten wordt in de onderhavige procedure aan [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] toegerekend.
Nu sprake is van erkenning door [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] van zowel het onrechtmatig handelen als het bestaan van een condicio sine qua non-verband tussen het onrechtmatig handelen van [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] en de door Alliander geleden schade staat de aansprakelijkheid van [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] voor de schade door de kabelbreuk vast.
Omvang van de schade
5.2. Voor vergoeding komen die schadeposten in aanmerking, die, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid, de aard van de schade, de aard van de gedraging en de mate waarin de schade naar ervaringsregels redelijkerwijze was te verwachten, als gevolg van de daad aan de dader kunnen worden toegerekend. Hierbij geldt, anders dan Alliander stelt, de omkeringsregel niet. De omkeringsregel heeft slechts betrekking op het causaal verband tussen enerzijds het schenden van een norm die strekt tot het voorkomen van een specifiek gevaar op het ontstaan van schade en anderzijds het ontstaan van die schade. Het vermoeden dat de schade het gevolg is van de normschending strekt zich niet zonder meer uit tot de omvang van de schade. Deze moet conform de gewone procesregels in beginsel door de benadeelde worden aangetoond of aannemelijk gemaakt.
5.3. Niet in geschil is dat de directe reparatiekosten en de daarmee samenhangende kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Ook niet (meer) in geschil is dat als de draadbreuk tot verstoring van elektriciteitsleveranties gedurende meer dan vier uur leidt, de daardoor door de leverancier te betalen compensatievergoedingen in principe door de veroorzaker van de kabelbreuk vergoed moeten worden.
Causaal verband
5.4. Partijen verschillen in de onderhavige zaak van mening of er een oorzakelijk verband is tussen de kabelbreuk en de reparatieduur van meer dan vier uur, welk tijdsverloop noodzakelijk is voor het ontstaan van een verplichting tot het uitkeren van compensatievergoedingen door Alliander.
5.5. Vast staat dat de breuk in de kabel binnen twee uur was hersteld en dat bij het herstel van de stroomverbinding en het weer inschakelen van de spanning een net van zes transformatoren onmiddellijk weer afschakelde. Dit kwam doordat een vermogensschakelaar, dat is een automatische zekering voor groot vermogen, was afgeschakeld door een te grote aanloopstroom bij het opnieuw inschakelen.
5.6. Alliander stelt dat het niet ongebruikelijk is dat bij een kabelschade als de onderhavige, die kortsluiting heeft veroorzaakt in een leiding waar 10.000 volt op staat, ook schade ontstaat op andere plaatsen in het net. Dit wordt een spanningszwiep genoemd. Toen de transformatoren onmiddellijk weer afschakelden bij het weer inschakelen van de spanning hebben de technici van Alliander controles uitgevoerd van de betrokken kabeltracé’s. Deze werkzaamheden en het bijbehorende tijdsverloop waren daarom een noodzakelijk gevolg van de kabelbreuk, ook al is uiteindelijk vastgesteld dat een vermogensschakelaar was afgeschakeld door een te grote aanloopstroom bij het opnieuw inschakelen.
5.7. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] betwist dat er sprake is geweest van een spanningszwiep. Daarnaast stelt zij dat de afschakeling niet op de kabelbreuk is terug te voeren. De vermogensschakelaar is afgeschakeld door overbelasting als gevolg van te hoge aanloopstromen. Deze tweede storing is aan te merken als een nieuwe causale omstandigheid. De afschakeling is een gevolg van een door Alliander ingebouwde beveiliging in het net in combinatie met het kennelijk door Alliander op onjuiste wijze, namelijk het veroorzaken van te hoge aanloopstromen en/overbelasting van het net, opnieuw inschakelen van het net en is niet terug te voeren op de kabelbeschadiging. Nu geen sprake is van personenschade maar van zaaksschade moet het causaal verband niet ruim worden toegerekend, aldus [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie].
5.8. Alliander betwist dat het onderzoek naar de bekabeling onnodig was. Toen de beveiliging een deel van het net bij het opnieuw inschakelen weer uitschakelde, hebben de technici het net zorgvuldig doorgemeten om na te gaan of er door de kortsluiting die de kabelschade had veroorzaakt wellicht ook elders in het net schade was ontstaan. Een andere handelswijze zou, gelet op de risico’s, volstrekt onaanvaardbaar zijn geweest, aldus Alliander.
5.9. Alliander stelt dat een spanningszwiep, schade op andere plaatsen in het net, ontstaan door de kabelbreuk, niet ongebruikelijk is. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] betwist dat er sprake is geweest van een spanningszwiep. De rechtbank begrijpt dat [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] daarmee bedoelt te zeggen dat zij betwist dat er in dit geval schade elders in het net is ontstaan. Dat stelt Alliander echter niet. De stelling dat een spanningszwiep niet ongebruikelijk is, betwist [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] niet en staat daarmee vast.
5.10. De technici van Alliander moesten er derhalve rekening mee houden dat door de door [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] veroorzaakte kabelschade elders in het net beschadigingen konden zijn opgetreden. Het was daardoor een bij de kabelbreuk te verwachten situatie dat de technici toen het systeem direct weer afschakelde aan zo een elders opgetreden kabelschade dachten.
5.11. De andere omstandigheid die [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] aandraagt, te weten dat het veroorzaken van te hoge aanloopstromen en/overbelasting van het net, feitelijk een fout van de technici van Alliander is, is een relevante omstandigheid die in de weg staat aan aansprakelijkheid van [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie]. Alliander heeft daar, gezien de fase waarin [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] dat verweer gevoerd heeft, nog niet op kunnen reageren zodat zij daartoe alsnog in de gelegenheid wordt gesteld. Die reactie dient zich toe te spitsen op de tweede fase van de herstelwerkzaamheden, inclusief hetgeen in het algemeen te verwachten is en de geldende procedures.
Eigen schuld
5.12. Voor zover de rechtbank wel causaal verband tussen de kabelbreuk en de schade aanneemt, beroept [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] zich op eigen schuld van Alliander. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] voert aan dat Alliander overbodig onderzoek heeft gedaan, zoals blijkt uit de bevindingen van Adinex. Welke risico’s Alliander heeft willen voorkomen, is [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] niet duidelijk. Na het verhelpen van de storing hebben de technici kennelijk op basis van hun deskundigheid of na onderzoek de overtuiging gehad dat het inschakelen van het systeem vrij van risico’s was en het systeem weer ingeschakeld. Zij hadden oog moeten hebben voor een oorzaak die niet in relatie stond met de kabelbeschadiging en die zo nodig uit moeten sluiten omdat de kabelbeschadiging al adequaat was hersteld. Net als in een thuissituatie hadden ze eerst moeten controleren of er niet slechts een zekering was gesprongen en de vermogensschakelaar automatisch was afgeschakeld voor zij een uitgebreider onderzoek van het netwerk startten. Een dergelijk onderzoek is het minst tijdrovend en meest voor de hand liggend en past bij de verplichting van Alliander op grond van de Netcode om te bewerkstelligen dat storingen zo spoedig mogelijk worden hersteld, aldus [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie].
Ook op deze stellingen heeft Alliander nog niet kunnen reageren zodat zij daartoe alsnog in de gelegenheid wordt gesteld.
Exceptie
5.13. [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] heeft ook nog een beroep gedaan op de artikelen 6.3.1. en 6.3.2 van de Netcode waarin – kort gezegd – staat dat geen verplichting bestaat tot het betalen van compensatievergoedingen wanneer de onderbreking het gevolg is van een automatische afschakeling van de belasting als bedoeld in artikel 2.2.25 van de Netcode. Op deze stelling heeft Alliander nog niet kunnen reageren zodat zij daartoe eveneens in de gelegenheid wordt gesteld.
Omvang van de schade
5.14. Het punt van de omvang van de schade - de vraag aan welke huishoudens compensatievergoedingen moesten worden uitgekeerd en of deze zijn uitgekeerd - wordt vooralsnog onbesproken gelaten totdat meer duidelijkheid bestaat over de aansprakelijkheid van [eigenaren - gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie].
5.15. Elke verdere beslissing wordt aangehouden.
6. De beslissing
De rechtbank
6.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 21 maart 2012 voor het nemen van een akte door Alliander over hetgeen is vermeld onder 5.11, 5.12 en 5.13, waarna de wederpartij op de rol van 6 weken daarna een antwoordakte kan nemen,
6.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.I. Spoor en in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2012.