ECLI:NL:RBZUT:2012:BV1679
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Vrieze
- O. Nijhuis
- S.A.M. Vrendenbarg - Elsbeek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechters van de Rechtbank Zutphen
In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Zutphen op 12 januari 2012 een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoeker, die in een bestuursrechtelijke procedure tegen de gemeente Apeldoorn was verwikkeld, stelde dat de rechters partijdig waren. Hij baseerde zijn verzoek op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) en voerde aan dat de rechters, door hun eed en de symboliek van de rechtspraak, een objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid wekten. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoeker zorgvuldig beoordeeld.
De rechtbank concludeerde dat de brief van de gewraakte rechters geen aanwijzingen gaf voor vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde dat de stellingen van verzoeker niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een schending van de onpartijdigheid. De rechtbank benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer vond dat de argumenten van verzoeker niet als zodanig konden worden gekwalificeerd.
Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen en werd bepaald dat de procedure, die bekend was onder het kenmerk 10/1356 WOB, voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de conclusie van repliek. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.