ECLI:NL:RBZUT:2011:BU9862
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. Vrieze
- O. Nijhuis
- S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 22 december 2011 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die betrokken was in een civiele procedure tegen de naamloze vennootschappen Nuon en Liander, heeft op 17 oktober 2011 een verzoek tot wraking ingediend tegen de kantonrechter die de zaak behandelde. Verzoeker stelde dat de kantonrechter ten onrechte tot vonniswijzing was overgegaan zonder dat hij de mogelijkheid had gekregen om inhoudelijk verweer te voeren. Dit gebeurde nadat de curator van verzoeker, die vanwege een geestelijke stoornis onder curatele was gesteld, een betalingsregeling had getroffen met de eisende partijen zonder overleg met verzoeker.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek beoordeeld en vastgesteld dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat er al een einduitspraak was gedaan in de onderliggende zaak. De rechtbank verwijst naar artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat een wrakingsverzoek niet kan worden ingediend nadat een einduitspraak is gedaan. De rechtbank benadrukt dat het wrakingsmiddel niet kan leiden tot het opschorten of tenietdoen van een ongunstige uitspraak en dat verzoeker in dit geval niet in zijn verzoek kon worden ontvangen.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het wenselijk is dat de toezichthoudende kantonrechter navraag doet bij de curator over de totstandkoming van de betalingsregeling, maar dit stond los van de beslissing over het wrakingsverzoek. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.