ECLI:NL:RBZUT:2011:BU7191

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
7 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/060088-01
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Kleinrensink
  • mrs. Van Breda
  • mr. Aufderhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van veroordeelde in ontuchtzaak

Op 7 december 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 66-jarige man, veroordeeld voor ernstige seksuele delicten, waaronder verkrachting en ontucht met minderjarigen. De officier van justitie had een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, maar de betrokkene verzocht om een verlenging van slechts één jaar. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een openbare zitting op 23 november 2011, waar deskundigen en de officier van justitie hun standpunten hebben toegelicht.

De rechtbank overwoog dat de betrokkene, die lijdt aan pedofilie en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, zich actief inzet voor zijn behandeling en dat de medicatie goed lijkt te werken. Hij heeft geen seksuele fantasieën over minderjarigen en er is toezicht op zijn gedrag. De rechtbank concludeerde dat, gezien de problematiek van de betrokkene, permanente controle en begeleiding noodzakelijk zijn. De rechtbank achtte het herhalingsgevaar nog steeds aanwezig, wat de verlenging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigde.

Uiteindelijk besloot de rechtbank om de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met de mogelijkheid om over een jaar opnieuw te evalueren of een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel mogelijk is. De rechtbank benadrukte dat de verlenging geen invloed mag hebben op toekomstige beoordelingen van de opgelegde maatregel. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. Aufderhaar niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Parketnummer: 06/060088-01
Ter griffie van deze rechtbank is ingediend een vordering d.d. 30 september 2011 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenging van de terberschikkingstelling van:
[veroordeelde],
geboren te [plaats] op [datum] 1945,
thans verblijvend in FPC De Rooyse Wissel te Venray,
met een termijn van twee jaar.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 23 juli 2002, waarbij betrokkene ter zake:
- verkrachting, meermalen gepleegd;
- met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
- en met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige
handelingen plegen, meermalen gepleegd;
veroordeeld is tot de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging, ingegaan op 13 november 2003 en laatstelijk verlengd bij beslissing van de Rechtbank te Zutphen van 20 november 2009.
De vordering is op de openbare terechtzitting behandeld door de rechtbank op 23 november 2011. Van deze behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
- een verlengingsadvies van FPC De Rooyse Wissel, gedateerd 14 september 2011 en ondertekend door mw. drs. J.P. Schel, hoofd behandeling, dhr. drs. F.J.P. Walschot, psychiater en dhr. H.B. Uiterwijk MHA, locatiedirecteur en plv. hoofd inrichting;
- een afschrift van de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene.
Motivering
De vordering is binnen de in artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering vermelde termijn ingediend.
Door en namens betrokkene is aangevoerd dat hij zich verzet tegen de gevorderde verlenging met twee jaar. Hij verzoekt om de verlenging te beperken tot de termijn van één jaar. Met een verlenging voor de duur van één jaar kan de rechtbank een vinger aan de pols houden en bekijken of de kliniek zich aan de afspraken houdt. Ook moet over een jaar de mogelijkheid van een beëindiging onder voorwaarden kunnen worden besproken. Indien betrokkene komend jaar naar een RIBW overgeplaats wordt, is verlenging voor één jaar een reële optie.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering de maatregel tot terberschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Uit het verlengingsadvies – in samenhang met de wettelijke aantekeningen – en de daarop gegeven toelichting ter zitting door de deskundige, mw. drs. J.P. Schel, als hoofd behandeling verbonden aan FPC De Rooyse Wissel, komt onder meer het volgende naar voren.
Betrokkene is een 66-jarige man met pedofilie en een narcistische persoonlijkheidsstoornis aan wie onder meer vanwege het plegen van verkrachtingen en ontucht met personen onder de twaalf, TBS met dwangverpleging is opgelegd. Betrokkene heeft een sterke behoefte aan aandacht en contact, hij toont zich afhankelijk en heeft een gebrekkig empatisch vermogen. Betrokkene zet zich actief in voor de behandeling. Hij heeft zicht gekregen op zijn valkuilen en weet wat hij moet doen om het plegen van een seksueel getint delict te voorkomen. Hij accepteert toezicht en controle hierop. De libidoremmende medicatie lijkt goed te werken. Betrokkene geeft aan geen lustgevoelens of gedachten en fantasieën over seks met minderjarigen te hebben. Betrokkene krijgt binnen zijn huidige verlofkader niet de mogelijkheid om een groomingproces met kinderen aan te gaan. Hier wordt betrokkene kritisch op ondervraagd en er vindt controle en toezicht plaats.
Betrokkene overschat zichzelf en onderschat de chronische aard en problematiek van zijn pedofilie en zijn narcistische persoonlijkheid. De controle van de TBS-maatregel is met name nodig voor toediening van medicatie, de controle op de aanwezigheid van seksuele fantasieën en het contact met kinderen. Gezien de problematiek van betrokkene is permanent toezicht en begeleiding nodig en de daarbij behorende zorgvuldig uitgewerkte risicomanagementstrategieën. Verblijf binnen een begeleide woonvorm, waarbij betrokkene voldoende persoonlijke begeleiding krijgt om naar vermogen, zelfstandig en delictvrij te kunnen functioneren wordt gezien als mogelijk toekomstperspectief en zal in eerste instantie onder het kader van dwangverpleging dienen plaats te vinden. Bij beëindiging van de TBS is het recidiverisico, gerelateerd aan de gestructureerde risicotaxatie en de klinische observatie groot.
Betrokkene is inmiddels overgeplaatst naar de resocialisatieafdeling binnen de kliniek en de onbegeleide verlofbewegingen vinden naar tevredenheid plaats. Na de vruchtbare intramurale behandeling en de positief verlopen begeleide en onbegeleide verloven is betrokkene toe aan een volgende fase in het geleidelijke resocialisatietraject. Die zal bestaan uit een vorm van begeleid wonen. De verwachting is dat de resocialisatiefase van betrokkene nog enige tijd zal duren. Gezien de problematiek van betrokkene is een intensief en langdurig traject wenselijk om er zeker van te zijn dat bepaalde vaardigheden voldoende geïnternaliseerd zijn en om structurele en intensieve controle en begeleiding te kunnen realiseren. Betrokkene is voldoende zelfstandig in staat zijn leven in praktische zin te ordenen.
Betrokkene is inmiddels aangemeld bij het RIBW in Arnhem/Ede. Op lange termijn kan gedacht worden aan een vorm van (semi-)zelfstandig wonen, waar betrokkene door bijvoorbeeld een reclasseringswerker en een SPV-er gecontroleerd kan worden.
De rechtbank is op basis van de informatie over betrokkene van oordeel dat het herhalingsgevaar nog zodanig is dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling – welke maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen – moet worden verlengd.
De rechtbank is op grond van het verlengingsadvies en hetgeen ter terechtzitting is aangevoerd van oordeel dat de termijn moet worden verlengd met één jaar. Hiertoe overweegt de rechtbank dat er thans een traject is ingezet waardoor er komend jaar grote veranderingen in de situatie van betrokkene zijn te verwachten. De rechtbank wijst er daartoe met name op dat betrokkene is aangemeld bij het RIBW voor begeleid wonen en dat te verwachten is dat betrokkene ruim binnen een jaar geplaatst zal worden. Omdat dit traject mogelijk aanleiding geeft om over een jaar nader onderzoek te laten doen naar een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, is een verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar gerechtvaardigd. Wel acht de rechtbank het van belang dat betrokkene beseft dat aan een verlenging met één jaar geen verdere consequenties mogen worden afgeleid voor een toekomstige beoordeling door de rechtbank van de opgelegde maatregel.
Beslissing
De rechtbank:
• verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [veroordeelde], voornoemd, met één (1) jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. Kleinrensink, voorzitter, mrs. Van Breda en Aufderhaar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 december 2011.
Mr. Aufderhaar is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.