ECLI:NL:RBZUT:2011:BU1939

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
26 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940015-11 en 06/850134-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Valderen
  • A. van der Hooft
  • J. Tas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de behandeling van verdachte in de ontwenningskliniek

Op 26 oktober 2011 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, die wordt verdacht van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, bedreiging en vernieling. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en dit voor een termijn van maximaal vier maanden geschorst. Dit besluit is genomen om te kunnen beoordelen hoe de behandeling van de verdachte in de ontwenningskliniek 'De Wending' verloopt. De verdachte is op 14 oktober 2011 in de gelegenheid gesteld om zich in deze kliniek te laten opnemen, na een eerdere schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Tijdens de zittingen op 21 september en 12 oktober 2011 is de voeging van de verschillende parketnummers tegen de verdachte bevolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest, mede door de verschillende rapporten van deskundigen die de kans op een succesvolle behandeling in de kliniek in twijfel trokken. De rechtbank wil nu de voortgang van de behandeling van de verdachte in de kliniek volgen en heeft daarom besloten om de zaak opnieuw te onderzoeken. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om een voortgangsrapport op te stellen over de opname van de verdachte, en zal de verdachte oproepen voor een nieuwe zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers 06/940015-11 en 06/850134-11
Uitspraak d.d. 26 oktober 2011
tegenspraak / dip - oip - aangezegd
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1984],
wonende te [adres]
laatstelijk gedetineerd in het huis van bewaring Almere Binnen,
momenteel verblijvende bij ‘De Wending’ aan de [adres] (onderdeel van het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Gelderland).
Raadsman: mr. Maessen, advocaat te Maastricht.
Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 21 september 2011 en 12 oktober 2011.
Ter terechtzitting van 21 september 2011 heeft de rechtbank de voeging bevolen van de onder opgemelde parketnummers tegen verdachte aangebrachte zaken.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Inzake parketnummer 06/940015-11
1.
hij op of omstreeks 12 november 2010 in de gemeente Doetinchem
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
geldbedrag (20,= euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
die [slachtoffer A] de woorden heeft toegevoegd: "Geef dat geld aan mij" en/of "Doe het
nou maar gewoon" en/of (daarbij) die [slachtoffer A] een (zilvergrijs) voorwerp heeft
getoond en/of (vervolgens) dat geld(bedrag) uit een/de hand(en) van die [slachtoffer A]
heeft gegrist en/of gepakt;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 12 januari 2011 in de gemeente Doetinchem
opzettelijk en wederrechtelijk een matras en/of een (hoofd)kussen en/of een
prullenbak en/of een (boeken)kast, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan politie Noord- en Oost Gelderland (politie Doetinchem), in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 12 januari 2011 in de gemeente Doetinchem
[slachtoffer B] (buitengewoon opsporingsambtenaar van politie) heeft bedreigd met
enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een metalen strip/geleider,
althans met een hard voorwerp (een) zwaaiende beweging(en) in de richting van
die [slachtoffer B] gemaakt, in ieder geval die [slachtoffer B] en metalen strip/geleider,
althans een hard voorwerp getoond en/of (daarbij) deze [slachtoffer B] dreigend de
woorden toegevoegd : "Ik maak jullie allemaal kapot hier, als ik jullie
tegenkom en als ik de kans krijg" en/of Ik onthoud jullie gezichten",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 12 januari 2011 in de gemeente Doetinchem
opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer B], buitengewoon
opsporingsambtenaar van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige
uitoefening van haar bediening (als arrestantenwacht), in dier
tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerhoer" en/of
"kutwijf", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht;
inzake parketnummer 06/850134-11
hij, op een of meer tijdstip(pen), op of omstreeks 25 september 2010 in de
gemeente Doetinchem (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit en/of op het terrein van een pand (school) (gelegen aan het
zaagmolenpad en/of De Zuivelweg) heeft weggenomen een hoeveelheid koper en/of
aluminium en/of ijzer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer C] BV, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht.
Bewezenverklaring
De rechtbank komt tot het voorlopig oordeel dat tot enige bewezenverklaring van de aan verdachte ten laste gelegde feiten kan worden gekomen. Ten aanzien van het inzake parketnummer 06/940015-11 onder 1 ten laste gelegde feit is door de raadsman van verdachte aangevoerd dat de geweldscomponent niet bewezen kan worden verklaard en dat derhalve enkel de gewone diefstal resteert. De rechtbank is voorshands van oordeel dat het samenstel van gedragingen en uitlatingen van verdachte een zodanig dreigende strekking had dat dit kan worden beschouwd als een bedreiging met geweld tegen personen.
Beoordeling door de rechtbank
Tijdens de beraadslaging is de rechtbank gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het volgende is daartoe van belang.
De voorlopige hechtenis van verdachte is op 14 oktober 2011 geschorst teneinde verdachte in de gelegenheid te stellen te worden opgenomen in de ontwenningskliniek De Wending te Ugchelen. Verdachte heeft ter terechtzitting van zijn gemotiveerdheid voor een dergelijke door hemzelf geïnitieerde opnamemogelijkheid doen blijken. Ter terechtzitting heeft de heer A. Oosterveld als sociaal pedagogisch werker werkzaam bij De Wending verklaard, dat bij De Wending mogelijkheden worden gezien voor een succesvolle behandeling van verdachte.
Door de deskundige G. Schuthof, psychiater van het NIFP, (rapport van 19 augustus 2011) en de reclassering (rapport van 10 oktober 2011 en de ter terechtzitting gegeven toelichting door V. Borninkhof) is evenwel aangegeven dat een traject binnen De Wending tot mislukken is gedoemd.
Gelet op het vorenoverwogene, op het feit dat in het verleden diverse pogingen in gang zijn gezet om verdachte begeleiding en behandeling te bieden, welke echter niet erg succesvol zijn verlopen en op het beeld dat over de persoon van verdachte in de diverse over hem uitgebrachte rapporten naar voren komt is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek onvolledig is geweest en zal daarom beslissen dat het onderzoek wordt heropend. De rechtbank wil te zijner tijd bezien hoe de behandeling van verdachte gedurende de eerste vier maanden van zijn verblijf in De Wending is verlopen.
Beslissing
De rechtbank:
• heropent het onderzoek en schorst dit voor onbepaalde tijd, dat wil zeggen voor een termijn van maximaal vier maanden;
• stelt de stukken in handen van de officier van justitie, opdat door de reclassering omtrent het verloop van de opname bij De Wending, in samenspraak met de leiding daarvan, een voortgangsrapport zal worden opgemaakt;
• beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan zijn raadsman en de benadeelde partijen.
Aldus gewezen door mrs. Van Valderen, voorzitter, Van der Hooft en Tas, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 oktober 2011.
Mr. Tas is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.