ECLI:NL:RBZUT:2011:BR1543
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door curator R.N. Melse, heeft op 24 mei 2011 een wrakingsverzoek ingediend tegen een rechter in een civiele procedure met het kenmerk 432069 CV EXPL 11-104. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van meerdere feiten en omstandigheden die verzoeker aanvoert, maar de wrakingskamer moet eerst vaststellen op welke rechter het verzoek betrekking heeft. De rechter in kwestie, [rechter], heeft op 23 juni 2011 schriftelijk gereageerd en het verzoek tot wraking afgewezen.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de gronden van het verzoek betrekking hebben op een eerdere procedure en dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op de mededeling dat hij niet meer in de gelegenheid was om stukken in te dienen. De wrakingskamer oordeelt dat verzoeker zijn verzoek tot wraking te laat heeft ingediend, aangezien hij op 10 maart 2011 op de hoogte was van de omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag lagen. Hierdoor kan verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek tot wraking.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de inhoudelijke beoordeling van het wrakingsverzoek niet aan de orde komt, omdat het verzoek niet tijdig is ingediend. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. F.A. Demmers, en de rechters hebben de uitspraak gezamenlijk gedaan, waarbij mrs. Heenk en Van der Mei niet in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.