ECLI:NL:RBZUT:2011:BR1539
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 1 juli 2011 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 4 juni 2011 een verzoekschrift ingediend tot wraking van de rechter die betrokken was bij de procedures met de nummers 10/1010 GGH 253 en 10/1046 WOZ 253. In zijn verzoek heeft verzoeker verschillende ernstige beschuldigingen geuit tegen de rechter, waaronder wangedrag, partijdigheid en lidmaatschap van een criminele organisatie. De behandelend rechter heeft op 23 juni 2011 schriftelijk gereageerd en het verzoek tot wraking afgewezen.
Tijdens de zitting op 30 juni 2011 is het wrakingsverzoek behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek niet voldoet aan de eisen die aan een wrakingsverzoek worden gesteld. Het verzoek is te algemeen en bevat geen concrete argumenten die specifiek op de betrokken rechter zijn toegespitst. De rechtbank heeft daarom verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend, wat erop wijst dat hij bekend is met de inhoudelijke eisen waaraan een dergelijk verzoek moet voldoen. De rechtbank heeft daarom besloten dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de genoemde zaken niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters van de meervoudige wrakingskamer.