ECLI:NL:RBZUT:2011:BP2308

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940420-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Mei
  • O. Ouweneel
  • A. Aufderhaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het gewoonte maken van handelen in vuurwapens en munitie via internet

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 januari 2011 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het gewoonte maken van het handelen in vuurwapens en munitie. De verdachte, geboren in 1986 en thans gedetineerd, heeft in de periode van 1 september 2010 tot en met 25 oktober 2010 in verschillende gemeenten in Nederland, waaronder Apeldoorn en Almere, wapens en munitie verhandeld via internet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een eigen website had opgericht om deze wapens aan te bieden en dat hij meerdere wapens, waaronder alarmrevolvers en paralyzers, heeft overgedragen aan opsporingsambtenaren en andere personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast een werkstraf van 240 uur. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de maatschappelijke onveiligheid die het bezit van dergelijke wapens met zich meebrengt, en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank heeft ook de kans op recidive in overweging genomen, zoals aangegeven in een reclasseringsrapport. De verdachte is schuldig bevonden aan het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, waarbij de rechtbank de bewezenverklaring baseerde op onder andere processen-verbaal van bevindingen en de bekennende verklaring van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940420-10
Uitspraak d.d.: 28 januari 2011
tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1986],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
raadsman: mr. A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
14 januari 2011.
De tenlastelegging
Nadat ter terechtzitting de tenlastelegging is gewijzigd is aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in de periode van 1 september 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de
gemeente(n) Apeldoorn en/of Almere en/of (elders) in Nederland,
een gewoonte of beroep heeft gemaakt van het overdragen en/of voorhanden
hebben van een of meer wapens en/of munitie, immers heeft hij, verdachte,
-op 17 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een alarmrevolver (merk Rohm, type 59N, 9mm) en/of een schietbeker en/of
munitie van categorie III, te weten 45 patronen, overgedragen aan een
opsporingsambtenaar, althans aan een persoon en/of voornoemd wapen voorhanden
gehad en/of
-op 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een revolver (merk Italo Gra, model Balila, kal .22) en/of munitie van
categorie III, te weten 25 patronen (kal .22), overgedragen aan een
opsporingsambtenaar, althans aan een persoon en/of voornoemd wapen voorhanden
gehad en/of
-op 9 september 2010, in de gemeente Almere, althans in Nederland, een wapen
van categorie III, te weten een alarmpistool (merk Reck, type Goliath, 9mm)
en/of een schietbeker en/of munitie van categorie III, te weten 13
(knal)patronen, overgedragen aan [naam 1], althans aan een persoon en/of
voornoemd wapen voorhanden gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
art 55 lid 4 Wet wapens en munitie
art 31 lid 1 Wet wapens en munitie
ALTHANS, dat
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 september 2010 tot en met
25 oktober 2010, in de gemeente(n) Apeldoorn en/of Almere en/of (elders) in
Nederland, (telkens)
-op 17 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een alarmrevolver (merk Rohm, type 59N, 9mm) en/of een schietbeker en/of
munitie van categorie III, te weten 45 patronen, heeft overgedragen aan een
opsporingsambtenaar, althans aan een persoon en/of voornoemd wapen voorhanden
heeft gehad en/of
-op 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een revolver (merk Italo Gra, model Balila, kal .22) en/of munitie van
categorie III, te weten 25 patronen (kal .22), heeft overgedragen aan een
opsporingsambtenaar, althans aan een persoon en/of voornoemd wapen voorhanden
heeft gehad en/of
-op 9 september 2010, in de gemeente Almere, althans in Nederland, een wapen
van categorie III, te weten een alarmpistool (merk Reck, type Goliath, 9mm)
en/of een schietbeker en/of munitie van categorie III, te weten 13
(knal)patronen, heeft overgedragen aan [naam 1], althans aan een persoon,
en/of voornoemd wapen voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
31 lid 1 Wet wapens en munitie
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
2.
hij een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 augustus 2010
tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn en/of te Hasselt en/of te
Zwolle en/of (elders) in Nederland,
een gewoonte of beroep heeft gemaakt van het overdragen en/of voorhanden
hebben van een of meer wapens(s), immers heeft hij, verdachte,
-op een of meer tijdstippen in de periode van 18 oktober 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, (een) of meer wapen(s), te
weten een aantal (3) paralyzer('s) van categorie II onder 5°, te weten een
voorwerp(en) waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen
worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, overgedragen aan een persoon,
en/of voornoemd(e) wapens(s) voorhanden gehad en/of
-in of omstreeks de periode van 25 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010,
te Zwolle en/of te Hasselt, althans in Nederland, een wapen, te weten een
paralyzer/stroomstootwapen (Security Plus) van categorie II onder 5°, te weten
een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen
worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, heeft overgedragen aan [naam 2] en/of [naam 3], althans aan een persoon, en/of voornoemd
wapen voorhanden gehad;
art 31 lid 1 Wet wapens en munitie
art 55 lid 4 Wet wapens en munitie
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
ALTHANS, dat
hij een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 augustus 2010
tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn en/of te Hasselt en/of te
Zwolle, althans (elders) in Nederland, (telkens)
-(een) of meer wapen(s), te weten een aantal (3) paralyzer('s) van categorie
II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot
personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht
voorhanden heeft gehad en/of
-een wapen, te weten een paralyzer/stroomstootwapen (Security Plus) van
categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische
stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden
toegebracht, heeft overgedragen aan [naam 2] en/of [naam 3] en/of
voornoemd wapen voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
art 31 lid 1 Wet wapens en munitie
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot
en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn en/of te Hasselt en/of te
Zwolle en/of te Rotterdam en/of te Amersfoort en/of te Utrecht en/of te
Brummen en/of (elders) in Nederland, (telkens)
een gewoonte of beroep gemaakt van het overdragen en/of voorhanden hebben van
een of meer wapens, immers heeft hij, verdachte,
-op een tijdstip in of omstreeks de periode van 26 augustus 2010 tot en met 25
oktober 2010, te Hasselt en/of te Zwolle, althans in Nederland, een wapen van
categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5
mm) overgedragen aan [naam 2] en/of [naam 3], althans aan een
persoon en/of voorhanden gehad en/of
-op 11 september 2010, te Rotterdam, althans in Nederland, een wapen van
categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5
mm) overgedragen aan [naam 4], althans aan een persoon en/of voorhanden
gehad en/of
-op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 25
oktober 2010, te Amersfoort, althans in Nederland, een wapen van categorie I
onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm)
overgedragen aan [naam 5], althans aan een persoon en/of voorhanden gehad
en/of
-op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 25
oktober 2010, te Utrecht, althans in Nederland, een wapen van categorie I
onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm)
overgedragen aan [naam 6], althans aan een persoon en/of voorhanden gehad
en/of
-op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 25
oktober 2010, te Apeldoorn, althans in Nederland, een wapen van categorie I
onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm)
overgedragen aan [naam 7]j, althans aan een persoon en/of voorhanden
gehad en/of
-op een tijdstip in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 25
oktober 2010, te Brummen, althans in Nederland, een wapen van categorie I
onder 7, te weten een (gasdruk)pistool (merk Umarex, type Walther Red Hawk,
kal 4,5 mm) heeft overgedragen aan [naam 8], althans aan een persoon
en/of voorhanden gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 55 lid 4 Wet wapens en munitie
art 13 lid 1 Wet wapens en munitie
ALTHANS, dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot
en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, en/of te Hasselt en/of te
Zwolle en/of te Rotterdam en/of te Amersfoort en/of te Utrecht en/of te
Brummen, althans in Nederland, (telkens) een of meer wapen(s) van categorie I
onder 7, te weten een pistool (merk Glock, 17, kal 9 mm gas) en/of meerdere,
althans een, (CO2)pisto(o)l(en) (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm) en/of een
(gasdruk)pistool (merk Umarex, type Walther Red Hawk, kal 4,5 mm) heeft
overgedragen en/of voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 13 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 6 oktober 2010 kwam bij de politie de melding binnen dat via internet een gaspistool te koop werd aangeboden. Uit onderzoek bleek dat dezelfde persoon meerdere wapens op internet te koop aanbood. Middels pseudokoop is verdachte na de verkoop van een scherp schietend vuurwapen aangehouden.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. De officier van justitie heeft partiële vrijspraak gevorderd van het onder 3 primair, derde gedachtestreepje ten laste gelegde, te weten -kort gezegd- de overdracht van een (CO2)pistool aan [naam 5] en het zesde gedachtestreepje, te weten -kort gezegd- de overdracht van een (gasdruk)pistool aan [naam 8].
Standpunt van de verdachte
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring geconformeerd aan het standpunt van de officier van justitie.
Beoordeling door de rechtbank
Nu verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten, behoudens zoals hieronder weergegeven, duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, zal in dit vonnis worden volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op:
- processen-verbaal van bevindingen ten aanzien van pseudokoop;2
- proces-verbaal van bevindingen van onderzoek naar het vuurwapen van het merk Rohm;3
- proces-verbaal van bevindingen van onderzoek naar het vuurwapen van het merk Italo Gra;4
- proces-verbaal van bevindingen van onderzoek naar het vuurwapen van het merk Reck;5
- de verklaring van medeverdachte [naam 1];6
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie, welke hij ter terechtzitting heeft bevestigd.7
De rechtbank acht het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op:
- de lijst van in beslag genomen goederen in de woning van verdachte op 25 oktober 2010;8
- het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het aantreffen van een stroomstootwapen van het merk Security Plus;9
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie, welke hij ter terechtzitting heeft bevestigd.10
De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 3 primair ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op:
- het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het aantreffen van een vuurwapen van het merk Beretta onder [naam 3];11
- de verklaring van medeverdachte [naam 4];12
- proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de fotoconfrontatie door [naam 4];13
- proces-verbaal van wapenonderzoek naar een vuurwapen van het merk Beretta;14
- de verklaring van medeverdachte [naam 6];15
- proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot een vuurwapen van het merk Beretta dat onder [naam 6] in beslag genomen;16
- de verklaring van medeverdachte [naam 7];17
- proces-verbaal van veiligstellen en onderzoek gegevensdragers van [naam 7] met betrekking tot correspondentie tussen [naam 7] en verdachte;18
- proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot een vuurwapen van het merk Beretta dat onder [naam 7] in beslag genomen;19
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie, welke hij ter terechtzitting heeft bevestigd.20
De rechtbank acht het onder 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank zal, evenals door de officier van justitie en de raadsman is betoogd, verdachte vrijspreken van het derde gedachtestreepje. Voorts zal de rechtbank verdachte ook vrijspreken van het zesde gedachtestreepje. Het dossier bevat voor een bewezenverklaring van beide feiten onvoldoende aanknopingspunten.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 heeft de rechtbank zich verder gebaseerd op de verklaringen van verdachte dat hij een aantal websites heeft gebouwd, waarop hij wapens te koop aanbood die hij ook daadwerkelijk verkocht. Verdachte kocht en haalde de wapens uit Duitsland en verkocht ze via die sites.21 Hij deed dat naar eigen zeggen om geld te verdienen en niet om die wapens voor zichzelf te houden. Een en ander heeft ook een aantal maanden geduurd. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat verdachte zijn wapenhandel zodanig heeft aangepakt en georganiseerd, dat telkens sprake is geweest van het maken van een beroep of gewoonte van het verhandelen van de betreffende wapens en munitie.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1. (primair)
hij in de periode van 1 september 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de
gemeenten Apeldoorn en Almere,
een gewoonte of beroep heeft gemaakt van het overdragen van een of meer wapens en munitie, immers heeft hij, verdachte,
-op 17 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een alarmrevolver (merk Rohm, type 59N, 9mm) en een schietbeker en
munitie van categorie III, te weten 45 patronen, overgedragen aan een
opsporingsambtenaar en voornoemd wapen voorhanden gehad en
-op 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, een wapen van categorie III, te
weten een revolver (merk Italo Gra, model Balila, kal .22) en munitie van
categorie III, te weten 25 patronen (kal .22), overgedragen aan een
opsporingsambtenaar en voornoemd wapen voorhanden gehad en
-op 9 september 2010, in de gemeente Almere, een wapen
van categorie III, te weten een alarmpistool (merk Reck, type Goliath, 9mm)
en een schietbeker en munitie van categorie III, te weten 13
knalpatronen, overgedragen aan [naam 1] en voornoemd wapen voorhanden gehad;
2. (primair)
hij op tijdstippen in de periode van 25 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn en te Hasselt en te Zwolle,
een gewoonte of beroep heeft gemaakt van het overdragen van een of meer wapens, immers heeft hij, verdachte,
-op tijdstippen in de periode van 18 oktober 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn, wapens, te weten een aantal (3) paralyzers van categorie II onder 5°, te weten voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen
worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, overgedragen aan een persoon,
en voornoemde wapens voorhanden gehad en
-in de periode van 25 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010,
te Zwolle en/of te Hasselt, een wapen, te weten een paralyzer/stroomstootwapen (Security Plus) van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, heeft overgedragen aan [naam 2] en/of [naam 3], en voornoemd wapen voorhanden gehad;
3. (primair)
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2010 tot en met 25 oktober 2010, in de gemeente Apeldoorn en te Hasselt en te Zwolle en te Rotterdam en te Utrecht (telkens)
een gewoonte of beroep gemaakt van het overdragen van wapens, immers heeft hij, verdachte,
-op een tijdstip in de periode van 26 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010, te Hasselt en te Zwolle, een wapen van categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm) overgedragen aan [naam 2] en/of [naam 3] en voorhanden gehad en
-op 11 september 2010, te Rotterdam, een wapen van categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm) overgedragen aan [naam 4] en voorhanden
gehad en
-op een tijdstip in de periode van 1 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010, te Utrecht, een wapen van categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm)
overgedragen aan [naam 6] en voorhanden gehad en
-op een tijdstip in de periode van 1 augustus 2010 tot en met 25 oktober 2010, te Apeldoorn, een wapen van categorie I onder 7, te weten een (CO2)pistool (Beretta, type Elite, kal 4,5 mm)
overgedragen aan [naam 7]j en voorhanden gehad.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1 primair: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie meermalen gepleegd (munitie) en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens), terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt
en
handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd (munitie) en handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens), terwijl hij van verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
2 primair: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt
en
handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3 primair: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder de parketnummer 06/940420-10, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Oplegging van straf
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan
6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar geëist.
De raadsman heeft ten aanzien van de strafmaat bepleit een maximale gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden op te leggen en een groter deel dan door de officier van justitie is geëist voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een aanzienlijk aantal vuurwapens en munitie voorhanden gehad en overgedragen aan personen. Het bezit van dergelijke wapens vergroot de maatschappelijke onveiligheid. Het voorhanden hebben van vuurwapens met bijbehorende munitie kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen. Ook heeft verdachte categorie II wapens, te weten stroomstootwapens/paralyzers en categorie I wapens, voorhanden gehad en overgedragen. Verdachte heeft gedurende een relatief korte periode, een aanzienlijk aantal wapens van verschillende categorieën verhandeld. Verdachte heeft ook internetsites opgericht om de wapens te verkopen.
De rechtbank heeft ten voordele van verdachte rekening gehouden met het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en dat hij bij de politie volledige openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank houdt ook rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het reclasseringsrapport van 29 december 2010, waaruit blijkt dat de kans op recidive als matig wordt ingeschat. Wel wordt aangegeven dat verdachte een spanningzoeker is en dat het recidiverisico mede wordt beïnvloed door de keuzes die verdachte in de toekomst zal maken. Door de reclassering wordt gesteld dat er geen contra-indicatie is voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Ook is verdachte in staat om na detentie een werkstraf uit te voeren, aldus de reclassering.
Mede gelet op de ernst van het feit en vergelijkbare uitspraken is de rechtbank van oordeel dat een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist, passend is. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met daarnaast een werkstraf voor de maximale duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis passend en geboden. Mede gelet op het reclasseringsrapport en hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen, ziet de rechtbank geen redenen om reclasseringstoezicht op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 25, 31, 55 en 56 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
1 primair: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie meermalen gepleegd (munitie) en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens), terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt
en
handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd (munitie) en handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens), terwijl hij van verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
2 primair: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt
en
handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens en munitie een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
3 primair: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd, terwijl hij van het verhandelen van wapens een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Ouweneel en Aufderhaar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 januari 2011.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL04002010097106, Regiopolitie IJsselland, team Deventer, gesloten en ondertekend op 14 december 2010.
2 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 169-178) en proces-verbaal van bevindingen (pagina 179-184).
3 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 185-192).
4 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 193-198).
5 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 410-416).
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 1] (pagina 403-409).
7 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 46-47).
8 Een schriftelijk bescheid, zijnde een lijst met in beslag genomen goederen onder verdachte (pagina 866).
9 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 646-648), proces-verbaal van bevindingen (pagina 649-655) en proces-verbaal van bevindingen (pagina 679-682).
10 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 58-65 en 656-673).
11 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 646 en 648), proces-verbaal van bevindingen (pagina 649) en proces-verbaal van bevindingen (pagina 674-678).
12 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 4] (pagina 538-540).
13 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 541-542).
14 Proces-verbaal van wapenonderzoek (pagina 399-402).
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 6] (pagina 686-690).
16 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 715-718).
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [naam 7] (pagina 725-727).
18 Proces-verbaal van veiligstellen en onderzoek gegevensdragers (pagina 732-744).
19 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 752-755).
20 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 58-65, 656-673 en 745-751).
21 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 67 en 69).