ECLI:NL:RBZUT:2010:BP0423

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
16 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105034 FA RK 09-1513
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieprocedure en vaststelling van belanghebbenden in het civiele recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 16 december 2010 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. Verzoekers, [verzoeker A] en [verzoekster B], echtgenoten en wonende te Putten, hebben verzocht om de adoptie van de minderjarige, geboren in 2003, door hen. De rechtbank heeft in een eerdere tussenbeschikking van 25 augustus 2010 overwogen dat de heer [naam A] als belanghebbende diende te worden aangemerkt, omdat hij in juridische zin de vader zou zijn van de minderjarige. Echter, na nadere informatie van Bureau Jeugdzorg Gelderland (BJZ) is gebleken dat de biologische vader van de andere kinderen van de moeder, [kind 1] en [kind 2], niet de heer [naam A] is, maar de heer [naam C]. De heer [naam A] zou in [land A] zijn overleden, wat de rechtbank ertoe heeft gebracht om terug te komen op de eerdere overweging dat hij als belanghebbende moest worden aangemerkt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van de moeder met de heer [naam A] door diens overlijden is geëindigd en dat er geen bewijs is dat de heer [naam A] nog leeft. Hierdoor kan hij niet als belanghebbende worden beschouwd. De heer [naam C] kan ook niet als belanghebbende worden aangemerkt, omdat hij niet gehuwd is geweest met de moeder en niet de biologische vader van de minderjarige is.

Na deze beoordeling heeft de rechtbank geconcludeerd dat aan alle wettelijke vereisten voor adoptie is voldaan. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen, mede gelet op het positieve advies van de Raad voor de Kinderbescherming, en heeft gelast dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Apeldoorn een latere vermelding van de adoptie aan de akte toevoegt. De minderjarige zal de geslachtsnaam [achternaam] dragen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2010.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Familie
Zaaknummer: 105034 FA RK 09-1513
beschikking van de meervoudige kamer voor burgerlijke zaken d.d. 16 december 2010
op het verzoek van:
1. [verzoeker A] en
2. [verzoekster B],
echtgenoten, hierna mede te noemen verzoekers,
wonende te Putten,
advocaat: mr. A.J. Verweij te Ermelo.
Het verdere procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- de tussenbeschikking van deze rechtbank van 25 augustus 2010;
- de brief van verzoekers van 6 oktober 2010;
- de brief met bijlagen van Bureau Jeugdzorg Gelderland (hierna: BJZ) van 22 november 2010.
De verdere beoordeling
Verzoekers hebben de rechtbank verzocht de adoptie uit te spreken van [minderjarige], geboren op [2003 te plaats], door hen, en te bepalen dat de minderjarige de achternaam [achternaam] zal hebben.
In voormelde tussenbeschikking is de behandeling van de zaak aangehouden voor overlegging van adresgegevens van de heer [naam A] door de gezinsvoogd. Overwogen is daarbij dat de heer [naam A] (op juridische gronden) als belanghebbende diende te worden aangemerkt in de onderhavige adoptieprocedure, omdat hij in juridische zin de vader zou zijn van de minderjarige.
De rechtbank ziet naar aanleiding van de nadere informatie van BJZ gronden om terug te komen op de overweging de heer [naam A] als belanghebbende aan te merken.
Op basis van de informatie die bekend was ten tijde van de tussenbeschikking van 25 augustus 2010 heeft de rechtbank geconcludeerd dat de moeder van de minderjarige, [moeder minderjarige], gehuwd was met de heer [naam A] op het moment dat de minderjarige werd geboren. De moeder was er sinds haar komst naar Nederland van uitgegaan dat de heer [naam A] in [land A] was overleden. De heer [naam A] zou wel de biologische vader van de andere twee kinderen van de moeder, [kind 1] en [kind 2], zijn, maar niet van [minderjarige].
Volgens verklaring van de voogd van BJZ had de gezinsvoogd van de andere twee kinderen van de moeder met een vriendin van haar gesproken, die vertelde dat moeder in 2006 vernam dat de heer [naam A] nog leefde. Omdat er op basis van die verklaring van uitgegaan werd dat de heer [naam A] nog leefde, heeft de rechtbank hem als juridische vader van de minderjarige als belanghebbende aangemerkt.
Uit nadere informatie van BJZ blijkt echter het navolgende. De biologische vader van de kinderen [kind 1] en [kind 2] is niet de heer [naam A], maar de heer [naam C]. De heer [naam C] heeft al in 2007, derhalve ruim voor het begin van de onderhavige procedure, tegenover de Raad voor de Kinderbescherming verklaard dat hij en de moeder nooit officieel getrouwd zijn geweest. De moeder heeft haar man verloren in de oorlog in 2000. De heer [naam C] heeft zich in februari 2007 weer bij het gezin gevoegd na ongeveer tien jaar geen (direct) contact met hen te hebben gehad.
Uit het voorgaande blijkt dat het waarschijnlijk is dat de heer [naam A] daadwerkelijk is overleden in [land A]. In dat geval is het huwelijk met de moeder door overlijden geëindigd, zoals op grond van de beëdigde verklaring van de moeder ook door de gemeente Apeldoorn in de gemeentelijke basisadministratie is vermeld. Mocht dit feitelijk al anders zijn, dan is in ieder geval niet vast te stellen dat de heer [naam A] nog leeft en moet van de juridische werkelijkheid worden uitgegaan dat de heer [naam A] is overleden. Hij kan dan ook niet als belanghebbende worden beschouwd.
Nu de heer [naam C] niet gehuwd is geweest met de moeder en voldoende aannemelijk is dat hij niet de biologische vader van de minderjarige is, kan hij evenmin als belanghebbende worden beschouwd.
Gelet op het voorgaande wordt toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. Geconstateerd kan thans worden dat aan alle wettelijke vereisten is voldaan.
De rechtbank acht de gevraagde adoptie - mede gelet op het positieve advies van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Gelderland, locatie Zutphen - in het kennelijk belang van de minderjarige, nu zijn biologische moeder is overleden en hij van zijn biologische vader kennelijk niets heeft te verwachten, zodat het verzoek zal worden toegewezen.
De beslissing
De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van:
[minderjarige], geboren op [2003 te plaats] als zoon van [moeder minderjarige],
door:
[verzoeker A], geboren op [1974] in de [gemeente], en
[verzoekster B], geboren op [1972] in de [gemeente];
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Apeldoorn een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
stelt vast dat verzoekers gezamenlijk hebben verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam [achternaam] zal dragen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.J.H. Schuurman, C. van Apeldoorn en R.A. Eskes en uitgesproken door mr. Schuurman voornoemd ter openbare terechtzitting van 16 december 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.