ECLI:NL:RBZUT:2010:BO4174
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek om verschoning door de rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 16 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om verschoning van een rechter in een civiele procedure. Het verzoek om verschoning werd ingediend door [rechter], die zich wilde onttrekken aan de behandeling van een zaak tussen de besloten vennootschap M’Dad BV en Vrijheid Apeldoorn c.s. Het verzoek was gebaseerd op de vrees dat zijn onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen door een fax die hij had ontvangen van de advocaat van Vrijheid Apeldoorn, mr. H.J. Smit. In deze fax werd gesuggereerd dat de cliënten van mr. Smit een onaangename herinnering hadden aan de behandeling van een eerdere zaak door [rechter] en dat zij meenden dat hij destijds vooringenomen was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de fax van mr. Smit niet kan worden gekwalificeerd als een wrakingsverzoek, omdat er geen expliciete melding werd gemaakt van (de schijn van) partijdigheid in de huidige zaak. De rechtbank oordeelde dat de door [rechter] aangevoerde gronden voor zijn verzoek om verschoning onvoldoende waren om aan te nemen dat er sprake was van feiten of omstandigheden die de objectieve schijn van partijdigheid rechtvaardigden. De rechtbank benadrukte dat de veronderstelling van [rechter] dat de in het ongelijk gestelde partij het gevoel zou kunnen hebben dat zijn oordeel beïnvloed was door de fax van mr. Smit, niet voldoende was om het verzoek om verschoning te honoreren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om verschoning afgewezen, met de overweging dat in vrijwel elke zaak de in het ongelijk gestelde partij kan menen dat de rechter niet onpartijdig was, ongeacht de motivering van het vonnis. De beslissing werd genomen door de meervoudige verschoningskamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd in het openbaar uitgesproken.