ECLI:NL:RBZUT:2010:BO3248
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Krijger
- mrs. Davids
- mr. Follender Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Einde strafzaak in Meloe-onderzoek na verzoek tot beëindiging van de vervolging
Op 5 november 2010 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte uit het Meloe-onderzoek, met parketnummer 06/580051-08. De rechtbank heeft de zaak voor geëindigd verklaard op verzoek van de verdachte, die via zijn raadsman, mr. J.B. Boone, een verzoekschrift had ingediend. Dit verzoekschrift was op 8 maart 2010 ter griffie ingediend en had betrekking op artikel 36 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie op 20 oktober 2010 had medegedeeld dat de verdachte niet verder vervolgd zou worden, maar dat de verdachte niet op de juiste wijze op de hoogte was gesteld van deze beslissing. Hierdoor had de verdachte een gerechtvaardigd belang om de zaak voor geëindigd te verklaren, om zo de onduidelijkheid over zijn vervolging op te heffen.
De rechtbank heeft de processtukken bekeken en vastgesteld dat het verzoekschrift op 8 maart 2010 was ingediend. De behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden achter gesloten deuren op 4 juni 2010 en is vervolgens aangehouden tot 22 oktober 2010. De officier van justitie heeft ingestemd met het verzoek om de behandeling in het openbaar voort te zetten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er aanleiding was om het verzoek van de verdachte toe te wijzen, ondanks de stelling van de officier van justitie dat er geen onderliggend belang meer zou zijn. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de zaak te beëindigen, waarmee de verdachte duidelijkheid kreeg over zijn juridische situatie.
De uitspraak is gedaan door mr. Krijger als voorzitter, bijgestaan door mrs. Davids en Follender Grossfeld, in aanwezigheid van griffier Jansen. Mr. Follender Grossfeld was niet in staat om de uitspraak mede te ondertekenen.