ECLI:NL:RBZUT:2010:BO3247
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Krijger
- mrs. Davids
- mr. Follender Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Einde strafzaak in Meloe-onderzoek na verzoek tot beëindiging van de vervolging
Op 5 november 2010 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak die voortkwam uit het zogenaamde Meloe-onderzoek. De zaak betrof een verzoekschrift dat op 8 maart 2010 was ingediend door de raadsman van de verdachte, waarin werd verzocht om een verklaring dat de strafzaak geëindigd was. De rechtbank heeft de processtukken bekeken en vastgesteld dat het verzoekschrift op 8 maart 2010 was ingediend, en dat er op 18 juni 2010 een beslissing was genomen om de behandeling van het verzoek aan te houden tot 22 oktober 2010. Tijdens de behandeling op 22 oktober 2010 heeft de officier van justitie ingestemd met het verzoek om de behandeling in het openbaar voort te zetten.
De officier van justitie had eerder in brieven van 6 en 20 oktober 2010 aangegeven dat de verdachte niet meer vervolgd zou worden. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet op de wettelijk voorgeschreven wijze op de hoogte was gesteld van de beëindiging van de vervolging. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte een gerechtvaardigd belang had om de zaak voor beëindigd te verklaren, om zo de onduidelijkheid omtrent zijn vervolging op te heffen.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten het verzoek van de raadsman toe te wijzen en de zaak met parketnummer 06/580488-06 tegen de verdachte geëindigd te verklaren. Deze beslissing werd genomen door mr. Krijger, voorzitter, en mrs. Davids en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van griffier Jansen. Mr. Follender Grossfeld was niet in staat om mede te ondertekenen.