RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers: 06/850135-10 en 06/940044-10
Uitspraak d.d.: 25 augustus 2010
tegenspraak / dip - oip
[verdachte C],
geboren te [plaats, 1987],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in Almelo.
Raadsman: mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
11 mei 2010, 9 juni 2010 en 11 augustus 2010.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting van 9 juni 2010 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/850135-10 en 06/940044-10 tegen verdachte aangebrachte zaken.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 9 juni 2010 is gewijzigd is aan de verdachte (onder parketnummer 06/850135-10) ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks 28 februari tot 3 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een
surroundset, een lcd-scherm, een plant en/of een batterijlader, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 2)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari tot 5 maart 2009 in de
gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een televisietoestel, een laptop, een computermuis, een verrekijker en/of een
identifier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s);
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 2 tot 5 maart 2009 in de gemeente Ermelo
samen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aantal
fotocamera's, een televisietoestel en/of een verrekijker, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 4)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 27 februari tot 14 maart 2009 in de
gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een aantal televisietoestellen, een scheerapparaat, een digitale ontvanger,
een videorecorder, een koffiezetapparaat en/of een laptop, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer D], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 6)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Aan verdachte is (onder parketnummer 06/940044-10) ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober
2009 tot en met 31 december 2009 te Putten en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
meerdere hierna te noemen personen heeft/hebben bewogen tot de afgifte van de
hierna te noemen geldbedragen, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in een advertentie op marktplaats een of meerdere goederen te koop
aangeboden en/of daarbij gebruik gemaakt van een valse naam en/of
hoedanigheid, immers heeft hij verdachte en/of diens mededader(s) (telkens)
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich (daarbij)
voorgedaan als de 2ehands lcd shop waardoor:
- [slachtoffer E] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16
euro) en/of
- [slachtoffer F] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (300 euro)
en/of
- [slachtoffer G] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (500 euro) en/of
- [slachtoffer H] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (400 euro)
en/of
- [slachtoffer I] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150,16 euro)
(aangiftes 1 t/m 5)
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Frans Molenaar en/of als F waardoor:
- [slachtoffer J] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95
euro) en/of
- [slachtoffer K] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95
euro) en/of
- [slachtoffer L] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (106,95 euro)
(aangiftes 6 t/m 8)
- meerdere, althans een Samsung LCD tv('s) aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Van Sant en/of mellowhotmail waardoor:
- [slachtoffer M] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van (166,75
euro) en/of
- [slachtoffer N] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (166,75 euro)
en/of
- [slachtoffer O] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal
333,50 euro)
(aangiftes 9 t/m 11)
- meerdere, althans een laptop(s) heeft aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Frans Molenaar waardoor:
- [slachtoffer P] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75
euro) en/of
- [slachtoffer Q] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75
euro)
(aangiftes 12 en 13)
- meerdere, althans een laptop(s) aangeboden en/of zich daarbij voorgedaan als
Topshop en/of Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer R] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150 euro) en/of
- [slachtoffer S] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (150
euro)
(aangiftes 14 en 15)
- meerdere, althans een spelcomputer(s) aangeboden en/of zich daarbij
voorgedaan als Ilya.Baby waardoor:
- [slachtoffer T] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (60 euro)
(aangifte 16);
art 326 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 15 oktober 2009 te Putten
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
en wederrechtelijk de gehele inboedel van een zomerhuisje gelegen aan
[adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer U], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(aangifte 17)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 15 oktober 2009 te Putten
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een zomerhuisje gelegen aan
de [adres] heeft weggenomen een koelkast en/of een inbouwmagnetron,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer U], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
(aangifte 17)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks 30 oktober 2009 tot en met 31 oktober 2009 te Ermelo
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een recreatiewoning gelegen
aan de [adres] heeft weggenomen een lcd-televisie en/of een of
meer laptop(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer V], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
(aangifte 18)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 04 september 2009 te Putten ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een stacaravan/woning/chalet/huisje gelegen aan de [adres] weg te nemen een laptop/computer en/of andere goederen van hun gading
en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer W], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich
daarbij de toegang tot die stacaravan/woning/chalet/huisje te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen laptop/computer en/of andere goederen van hun gading
en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking
en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
immers hebben verdachte en/of zijn mededader geprobeerd een deur te forceren
met een breekijzer en/of een ander hulpmiddel, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(aangifte 27)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op of omstreeks 13 januari 2010 te Doetinchem
tezamen en in vereniging met ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (Aprillia,
kleur zwart met rood en blauwe velgen), althans een bromfiets , in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer X], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming en/of (een) valse sleutel(s);
(aangifte 29)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
[verdachte A] op of omstreeks 13 januari 2010 te Doetinchem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomeneen scooter
(Aprillia, kleur zwart met rood en blauwe velgen), althans een bromfiets, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer X], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan die [verdachte A] en/of zijn mededader(s)
en/of aan verdachte, waarbij die [verdachte A] en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen go
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming en/of (een) valse sleutel(s), tot het plegen van welk
misdrijf verdachte op of omstreeks 13 januari 2010 te Doetinchem en/of elders
in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft
verschaft door die [verdachte A] in kennis te stellen van het feit dat hij over
andermans scootersleutels beschikt en/of die [verdachte A] de aangetroffen
scootersleutels te overhandigen;
(aangifte 29)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op of omstreeks 17 september 2009 te Putten
met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], in
elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen een ruit/raam van een woning gelegen aan de [adres], welk geweld bestond uit het gooien/werpen van een steen, althans een hard
voorwerp en/of slaan met een steen, althans een hard voorwerp, tegen die ruit
en/of dat raam;
(aangifte 30)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs ten aanzien van parketnummer 06/850135-101
Aanleiding van het onderzoek
1. Op 15 april 2009 kwam er bij politie een melding binnen dat er op camping [naam camping] in Putten een conflict gaande was en dat een man vernielingen zou aanrichten in een tuin van één van de huisjes.2 Ook kwam een tweede melding binnen dat [verdachte A] met een vuurwapen zou lopen. [verdachte A] heeft verklaard dat dat wapen bij een inbraak is weggenomen en dat hij en verdachte meerdere inbraken hebben gepleegd.3
Standpunt van het openbaar ministerie
2. De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 4 geconcludeerd.
Standpunt van de verdachte
3. De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 4 aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd. Daarbij heeft hij opgemerkt dat verdachte heeft bekend de ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
4. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
- de aangifte van [slachtoffer A];4
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];5
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer B];6
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];7
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer C];8
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];9
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer D];10
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];11
- de bekennende verklaring van verdachte bij de politie welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs ten aanzien van parketnummer 06/940044-1012
Aanleiding van het onderzoek
5. In de periode van oktober 2009 tot en met november 2009 is er landelijk een groot aantal aangiftes gedaan ter zake van oplichting via de internetsite van www.marktplaats.nl (hierna: Marktplaats). Hierop is een onderzoek gestart, waaruit onder meer verdachte en medeverdachten [verdachte A] en [verdachte B] als verdachten naar voren zijn gekomen. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat er tevens aangiftes tegen verdachte en medeverdachte(n) zijn gedaan ter zake van vernieling en diefstal.
Standpunt van het openbaar ministerie
6. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde. Bij het onder 1 ten laste gelegde acht zij enkel de gedachtestreepjes betreffende de aangiften 6, 7, 8, 12 en 13 bewezen. Verdachte dient van de overige gedachtestreepjes te worden vrijgesproken. Voorts heeft zij vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdachte
7. De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1, 4, 6 primair en 7 ten laste gelegde bepleit. Voor het overige heeft hij zich ten aanzien van de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde: vrijspraak
8. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd nu het feit wel wettig maar niet overtuigend bewezen kan worden.
9. De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu aangever en [verdachte A] en [verdachte B] over verschillende goederen verklaren en de gestolen goederen evenmin bij verdachte zijn aangetroffen.
10. De rechtbank volgt de redenering zoals hiervoor weergegeven en zal verdachte van het onder 4 ten laste gelegde vrijspreken, nu het feit niet overtuigend bewezen is.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
11. De officier van justitie heeft gesteld dat medeverdachten [verdachte A] en [verdachte B] hebben verklaard tezamen met verdachte in een periode meerdere mensen te hebben opgelicht via Marktplaats. In die periode woonde verdachte wisselend bij [verdachte A] en [verdachte B], waardoor het gezamenlijke gebruik van de emailadressen en telefoonnummers moeilijk valt te herleiden. Volgens de officier van justitie kan wel wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte zich heeft voorgedaan als Frans Molenaar en op die wijze mensen heeft opgelicht (aangiften 6, 7, 8, 12, 13). Verdachte heeft voordeel gehad van de inkomsten van de oplichtingen. Hij ontving van [verdachte A] en/of [verdachte B] shag, weed en kost en inwoning.
12. De raadsman heeft vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde bepleit. De betrokkenheid van verdachte blijkt naar zijn oordeel onvoldoende uit de bewijsmiddelen. De verklaringen van [verdachte A] en [verdachte B] dienen te worden uitgesloten van het bewijs omdat zij tegenstrijdig verklaren en de verklaringen onvoldoende betrouwbaar zijn.
13. De verklaringen van [verdachte B] en [verdachte A] komen de rechtbank niet tegenstrijdig of onvoldoende betrouwbaar voor. Zowel [verdachte A] als [verdachte B] heeft ter terechzitting van 11 augustus 2010 als getuige verklaard bij zijn/haar verklaring als bij de politie afgelegd te blijven. De omstandigheid dat [verdachte B] ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft verklaard zich niet alles meer te herinneren, doet daar niet aan af. De rechtbank ziet geen redenen om de verklaringen niet te bezigen voor het bewijs.
[slachtoffer J] heeft aangifte gedaan van oplichting.13 Op 22 oktober 2009 zag hij een advertentie op Marktplaats. Er werd een nieuwe LCD televisie van het merk Samsung aangeboden. De televisie werd te koop aangeboden door Frans Molenaar en er werd gebruik gemaakt van het emailadres [adres]@hotmail.com. Aangever heeft een bedrag van € 106,75 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] ten name van
[verdachte B].14 Uit het rekeningafschrift van [verdachte B] met rekeningnummer [nummer] blijkt dat een bedrag van € 106,75 op haar rekening is bijschreven afkomstig van [slachtoffer J].15
[slachtoffer K] heeft aangifte gedaan van oplichting.16 Op vrijdag 23 oktober 2009 zag hij op Marktplaats een advertentie voor een LCD televisie van het merk Samsung. Ter correspondentie werd gebruik gemaakt van het emailadres [adres]@hotmail.com en het telefoonnummer 06-[nummer].17 Aangever heeft een bedrag van € 106,75 gestort op rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B].18
[slachtoffer L] heeft aangifte gedaan van oplichting.19 Op 22 oktober 2009 zag aangever op Marktplaats een advertentie voor een Samsung LCD televisie voor € 106,75 van een persoon met de naam Frans Molenaar. [slachtoffer L] heeft het bedrag overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B].20
Voorts hebben [slachtoffer P] en [slachtoffer Q] aangifte gedaan van oplichting. Op 14 oktober 2009 zag [slachtoffer P] op Marktplaats een advertentie voor een Acer minilaptop. De advertentie stond op naam van Molenaar en als telefoonnummer stond vermeld 06- [nummer].21 [slachtoffer P] heeft een bedrag van € 156,75 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B].22
[slachtoffer Q] heeft verklaard op 11 oktober 2009 een advertentie voor een Acer laptop op Marktplaats te hebben gezien. Via de mail heeft zij contact gezocht met Frans Molenaar. Hij maakte gebruik van het telefoonnummer 06- [nummer].23 [slachtoffer Q] heeft een bedrag van € 156,75 overgemaakt naar rekeningnummer [nummer] ten name van
[verdachte B].24
Medeverdachte [verdachte A] heeft verklaard dat hij via Marktplaats LCD televisies -onder andere van het merk Samsung- en laptops te koop heeft aangeboden en niet heeft geleverd.25 Het geld werd overgemaakt naar zijn rekening of naar de rekening van [verdachte B]. Hij heeft verklaard nooit de intentie te hebben gehad om de goederen die hij op internet aanbood te leveren.26 Als aan medeverdachte [verdachte A] de advertentie van Samsung LCD televisies wordt getoond, verklaart hij dat hij de advertentie samen met verdachte heeft opgesteld. Verdachte heeft ook telefoontjes van kopers beantwoord en heeft daarbij ook de naam Frans Molenaar - welke naam een idee van verdachte zou zijn - gebruikt.27
Medeverdachte [verdachte B] heeft verklaard dat zij samen met verdachte en medeverdachte [verdachte A] mensen via Marktplaats heeft opgelicht.28 Zij heeft gesteld dat zij samen advertenties op internet plaatsten en het geld lieten storten op haar bankrekening met nummer [nummer].29 Ze hebben onder andere laptops, televisies, playstations en telefoons te koop aangeboden. Ze boden ook een platte televisie aan.30 Volgens [verdachte B] reageerde verdachte -als hij erbij was- vaak op e-mails van mensen die reageerden op de advertenties.31 [verdachte B] heeft voorts verklaard dat het emailadres [adres]@hotmail.com door verdachte werd gebruikt.
De oplichtingen vonden plaats vanaf de computer uit de woning van [verdachte A]/[verdachte B] in Putten.
Verdachte heeft verklaard gebruik te maken van het telefoonnummer 06 - [nummer].32
Op grond van bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting terzake de gedachtestreepjes met betrekking tot de aangiften 6, 7, 8, 12 en 13. Ten aanzien van de overige gedachtestreepjes zal de rechtbank de officier van justitie en raadsman volgen en verdachte vrijspreken. Het is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende duidelijk of verdachte ten tijde van die incidenten in de woning van [verdachte A] en [verdachte B] woonde en/of hij destijds toegang had tot de computer van [verdachte A] en [verdachte B]. Evenmin is gebleken dat bij die oplichtingen het telefoonnummer van verdachte is gebruikt.
Ten aanzien van het onder 2 en 3 ten laste gelegde
14. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen;
- de aangifte van [slachtoffer U];33
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];34
- de verklaring van medeverdachte [verdachte B];35
- bekennende verklaring van verdachte bij de politie,36 welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde
15. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen;
- de aangifte van [slachtoffer W];37
- de verklaring van medeverdachte [verdachte A];38
- de verklaring van medeverdachte [verdachte B];39
- bekennende verklaring van verdachte bij de politie,40 welke hij ter terechtzitting van 11 augustus 2010 heeft bevestigd.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
16. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van medeplegen van diefstal met een valse sleutel.
17. De raadsman heeft gesteld dat -gelet op de door verdachte vervulde rol- sprake is van medeplichtigheid en niet van medeplegen. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde.
18. [slachtoffer X] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn Aprilia scooter, kleur zwart met rood en blauwe velgen.41 Op 13 januari 2010 heeft hij zijn scooter (voorzien van kenteken [kenteken]) bij de Kijkshop in Doetinchem neergezet. Terwijl hij bij een winkel kleding aan het passen was, heeft [slachtoffer X] zijn jas onbewaakt in het kleedhokje laten liggen. Later constateerde hij dat de sleutels van de scooter waren verdwenen. Bij de scooter aangekomen, bleek die te zijn weggenomen, alsmede zijn helm en kabelslot.42
Verbalisanten zagen op 18 januari 2010 dat er bij de heg op het terrein van medeverdachte [verdachte A] een scooter stond. Het betrof een zwarte Aprilia scooter, voorzien van kenteken [kenteken].43 Na opvraag van het kenteken bleek dat de scooter als gestolen stond geregistreerd.
Medeverdachte [verdachte A] heeft verklaard dat verdachte deze scooter bij Kijkshop in Doetinchem heeft gestolen. De sleutels zaten nog in het contact. Ze zijn met de scooter weggereden naar Putten. Daarna zijn ze samen naar Harderwijk gereden en daar hebben ze de scooter bij het huisje van [verdachte A] gestald.
Verdachte heeft verklaard dat de sleutels in het contact van de scooter zaten. Hij heeft de sleutels eruit gehaald en deze later aan [verdachte A] gegeven. Hij had namelijk [verdachte A] gebeld en die kwam samen met [verdachte B] ter plaatse. Ze zijn met de scooter is weggereden.44 Verdachte is op zijn eigen scooter [verdachte A] achterna gereden. [verdachte A] stalde de scooter in de woning van zijn moeder in Doetinchem. Een dag later is [verdachte A] op de gestolen scooter naar Doesburg gereden en verdachte reed met hem mee op zijn eigen scooter.45 Ter terechtzitting van 11 augustus 2010 is verdachte bij deze verklaring gebleven.
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van medeplegen. Verdachte is betrokken geweest bij het moment van het wegnemen van de scooter, hij heeft de sleutels uit het contact gehaald en aan [verdachte A] gegeven, hij heeft [verdachte A] gebeld en is later ook achter [verdachte A] aangereden. Vervolgens heeft hij de dag daarna nogmaals met [verdachte A] op de scooter gereden. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 6 primair ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman.
Ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde
19. De officier van justitie heeft gesteld dat het onder 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
20. De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu verdachte ten tijde van het plegen van het geweld geen bijdrage heeft geleverd aan het geweld.
21. Op 17 september 2009 heeft [slachtoffer Y] namens de Woningstichting Putten aangifte gedaan van vernieling van zijn woning aan de [adres] te Putten. Er is een raam van zijn woning ingegooid.46
[verdachte A] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met [verdachte B] en verdachte naar de woning van [slachtoffer Y] is gegaan en dat hij de ruit van die woning heeft ingegooid met een steen.47
Verdachte heeft ook verklaard dat hij met [verdachte A] en [verdachte B] en hun kind naar de woning van [slachtoffer Y] is gegaan. Voordat ze naar de woning reden had [verdachte A] gezegd dat hij een ruit ging ingooien. Ter plaatse stapten [verdachte A] en verdachte uit de auto.48 Ze zijn eerst langs de woning van [slachtoffer Y] gelopen. Ze liepen door en na ongeveer twintig meter pakte [verdachte A] een steen uit een tuin.49 Daarna liepen ze terug naar de auto van [verdachte A]. Ze zijn in de auto gestapt en hebben de auto geparkeerd op een betere plek, te weten een plek van waar ze sneller konden wegrijden nadat de steen gegooid zou zijn.50 Niet veel later hoorde verdachte een stevige knal en direct daarna hoorde hij glasgerinkel.51
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen dat het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen wettig bewezenverklaard kan worden. Verdachte is immers met medeverdachten [verdachte A] en [verdachte B] ter plaatse gegaan. Hij wist dat [verdachte A] naar het huis ging om een ruit te vernielen. Verdachte heeft ook een rol gehad bij de woning door langs de woning te lopen en daarbij te zien dat [verdachte A] een steen pakte, en heeft een rol gehad bij het verplaatsen van de auto ´naar een betere plek´. Naar het oordeel van de rechtbank is de bijdrage van verdachte een wezenlijke bijdrage en is er sprake van openlijk en met verenigde krachten plegen van geweld. Daarbij merkt de rechtbank op dat het niet is vereist dat verdachte de persoon is geweest die het geweld heeft gepleegd.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en acht derhalve het onder 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Inzake parketnummer 06/850135-10
1.
hij in de periode van 28 februari tot 3 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een surroundset, een LCD-scherm, een plant en een batterijlader toebehorende aan [slachtoffer A];
2.
hij in de periode van 28 februari tot 5 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een televisietoestel, een laptop, een computermuis, een verrekijker en een
identifier toebehorende aan [slachtoffer B];
3.
hij in de periode van 2 tot 5 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aantal
fotocamera's, een televisietoestel en een verrekijker toebehorende aan [slachtoffer C];
4.
hij in de periode van 27 februari tot 14 maart 2009 in de gemeente Ermelo samen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aantal televisietoestellen, een scheerapparaat, een digitale ontvanger,
een videorecorder, een koffiezetapparaat en een laptop toebehorende aan [slachtoffer D];
inzake parketnummer 06/940044-10
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 december 2009 te Putten en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen
telkens door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
meerdere hierna te noemen personen heeft bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedragen,
hebbende verdachte en zijn mededaders toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in een advertentie op marktplaats een of meerdere goederen te koop aangeboden en daarbij gebruik gemaakt van een valse naam en/of hoedanigheid, immers heeft hij verdachte en diens mededaders telkens
- meerdere Samsung LCD tv's aangeboden en zich daarbij voorgedaan als Frans Molenaar waardoor:
- [slachtoffer J] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag en
- [slachtoffer K] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag en
- [slachtoffer L] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag
en
- meerdere laptops heeft aangeboden en zich daarbij voorgedaan als Frans Molenaar waardoor:
- [slachtoffer P] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro) en
- [slachtoffer Q] werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (156,75 euro)
2.
hij op 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en wederrechtelijk de gehele inboedel van een zomerhuisje gelegen aan [adres], toebehorende aan [slachtoffer U] heeft vernield;
3.
hij op 15 oktober 2009 te Putten tezamen en in vereniging met een ander met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een zomerhuisje gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een koelkast en een inbouwmagnetron, toebehorende aan [slachtoffer U], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak/verbreking;
5.
hij omstreeks 4 september 2009 te Putten ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een stacaravan/woning/chalet/huisje gelegen aan de [adres] weg te nemen een laptop/computer en/of andere goederen van hun gading en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer W] en zich daarbij de toegang tot die stacaravan/woning/chalet/huisje te verschaffen door middel van braak
met zijn mededader, immers hebben verdachte en zijn mededader geprobeerd een deur te forceren met een breekijzer, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6 (primair).
hij op 13 januari 2010 te Doetinchem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (Aprilia, kleur zwart met rood en blauwe velgen), toebehorende aan [slachtoffer X], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
7.
hij op 17 september 2009 te Putten met anderen, op of aan de openbare weg, de [adres], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een ruit van een woning gelegen aan de [adres], welk geweld bestond uit het gooien/werpen van een steen, tegen die ruit.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Parketnummer 06/850135-10
Feit 1, 2, 3 en 4 (telkens); diefstal door twee of meer verenigde personen;
Parketnummer 06/940044-10
Feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 2: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen;
Feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 5: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 6 (primair): diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
Feit 7: openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming onder de volgnummers 1 t/m 4 op de dagvaarding met parketnummer 06/850135-10 ad informandum vermelde zaken.
Het gaat daarbij om de navolgende zaken:
Pleegdatum/periode
Pleegplaats
Omschrijving feit
1
2 tot 5 maart 2009
Ermelo,
Gem. Ermelo
Diefstal in vereniging, incident 5, aangever [slachtoffer Z]
2
30 maart 2009
Putten,
Gem. Putten
Diefstal in vereniging, incident 7, aangever [slachtoffer AA]
3
31 januari 2009
Bennekom,
Gem. Ede
Diefstal in vereniging, incident 9, aangever [slachtoffer AB]
4
18 januari 2009
Otterlo, Gem. Ede
Diefstal in vereniging incident 10, aangever [slachtoffer AC]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ad informandum gevoegde feiten kunnen worden meegenomen bij de beoordeling van de zaak..
Aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
22. De officier van justitie heeft gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar gevorderd. Als bijzondere voorwaarden heeft zij reclasseringstoezicht gevorderd alsmede een klinische opname in Groot Batelaar voor de duur van maximaal twaalf maanden.
23. De raadsman heeft benadrukt dat het van belang is dat verdachte zo spoedig mogelijk aanvangt met zijn behandeling bij Groot Batelaar en heeft derhalve bepleit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis op te leggen met daarnaast een voorwaardelijk deel met reclasseringstoezicht en een behandeling bij Groot Batelaar.
24. De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
25. De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte betrokken is geweest bij een reeks van diefstallen die zich in een korte periode hebben voltrokken. Verdachte heeft zich daarbij laten leiden door financieel gewin. Door diefstallen/woninginbraken wordt niet alleen materiële schade toegebracht aan de benadeelde, maar wordt ook een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de bewoners, hetgeen bij hen gevoelens van angst en meer in het algemeen maatschappelijke onrust veroorzaakt.
26. Nadat verdachte omtrent die feiten een verklaring bij de politie heeft afgelegd is verdachte doorgegaan met het plegen van strafbare feiten. Tezamen met medeverdachte [verdachte A] en/of [verdachte B] heeft verdachte meerdere mensen opgelicht via Marktplaats en hen bewogen tot afgifte van geld. Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen geschonden van mensen die via internet goederen willen kopen en heeft hen ook financiële schade toegebracht.
27. Ook heeft verdachte tezamen met [verdachte A] het vakantiehuisje waarin zij verbleven vernield en daar goederen gestolen. Door zijn handelen heeft hij de verhuurder, eigenaar van de woning, schade berokkend.
28. De omstandigheid dat verdachte ook tezamen met [verdachte A] en [verdachte B] naar de woning van een medewerker van de woonstichting is gegaan en daar vervolgens openlijk geweld pleegt is een kwalijke omstandigheid. Verdachte heeft tezamen met medeverdachten geweld gebruikt tegen een goed. De omstandigheid dat de steen niet door de ruit is gegaan en iemand heeft geraakt is een gelukkige die niet aan verdachte en medeverdachte is te wijten.
29. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten, te weten vier diefstallen in vereniging.
30. Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met zijn justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet recent ter zake van gewelds- en vermogensdelicten is veroordeeld.
31. De rechtbank heeft voorts bij de strafoplegging rekening gehouden met de rapporten van de reclassering van 23 maart 2010 en 30 juli 2010, waaruit blijkt dat het recidiverisico als hooggemiddeld wordt ingeschat. Als verdachte in beeld blijft bij zorg en reclassering zal de kans op recidive afnemen. Een behandeling bij Groot Batelaar is geïndiceerd. Verdachte leert bij Groot Batelaar zijn impulsieve gedrag te beheersen, minder rechtlijnig te denken, consequenties van zijn handelen te overzien, problemen op een rationele en sociale wijze op te lossen en minder afhankelijk te zijn van vrienden. Ook krijgt hij meer kennis en inzicht in zijn inkomsten en uitgaven en leert hij vaardigheden aan om planmatig geld te beheren. Verder leert hij waarom en in welke situaties hij drugs gebruikt, zodat hij een verandering in zijn middelengebruik kan aanbrengen. Verdachte staat bovenaan de wachtlijst, maar het is niet mogelijk een opnamedatum te geven. Geïndiceerd wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf met reclasseringstoezicht en een verplichte opname bij Groot Batelaar.
32. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, maar ook om verdachte te motiveren de behandeling met goed gevolg af te ronden. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarde stellen dat hij zich dient te houden aan de aanwijzingen/opdrachten te geven door of namens de reclassering. Voorts stelt zij als bijzondere voorwaarde een opname bij Groot Batelaar. Gelet op het verhandelde ter terechtzitting zal de rechtbank bepalen dat de maximale duur van de behandeling 10 maanden is en geen 12 maanden zoals door de officier van justitie is gesteld. De duur van de gevangenisstraf is lager dan door de officier van justitie is geëist, nu de rechtbank het van belang acht -met de raadsman- dat verdachte spoedig aanvangt met zijn behandeling bij Groot Batelaar.
Gelet op de opgelegde straf behoeft het verzoek tot opheffing c.q. schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis geen nadere bespreking. De rechtbank wijst de verzoeken af.
Vorderingen benadeelde partij
33. De hierna te melden benadeelde partijen hebben zich met een vordering tot schadevergoeding tot een bedrag als hierna vermeld, gevoegd in het strafproces:
ten aanzien van het onder het parketnummer 06/940044-10 onder 1 ten laste gelegde:
1. [slachtoffer E] € 166,00
2. [slachtoffer F] € 300,00
3. [slachtoffer I] € 166,00
4. [slachtoffer J] € 106,75
5. [slachtoffer K] € 106,75
6. [slachtoffer L] € 106,75, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade
7. [slachtoffer M] € 166,75
8. [slachtoffer N] € 166,75
9. [slachtoffer O] € 333,50
10. [slachtoffer P] € 156,75
11. [slachtoffer Q] € 156,75
12. [slachtoffer R] € 150,00
13. [slachtoffer S] € 150,00
14. [slachtoffer T] € 60,00
ten aanzien van het onder het parketnummer 06/940044-10 onder 2 en 3 ten laste gelegde:
15. [slachtoffer U] € 15.179,98
ten aanzien van het onder het parketnummer 06/940044-10 onder 4 ten laste gelegde:
16. [slachtoffer V] € 2.138,00
ten aanzien van het onder het parketnummer 06/940044-10 onder 5 ten laste gelegde:
17. [slachtoffer W] € 1.578,51
ten aanzien van het onder het parketnummer 06/940044-10 onder 6 ten laste gelegde:
18. [slachtoffer X] € 735,00
Standpunt officier van justitie
34. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van [slachtoffer J], [slachtoffer K], [slachtoffer L], [slachtoffer P] en [slachtoffer Q] tot het gevorderde bedrag. De vorderingen van [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer I], [slachtoffer M], [slachtoffer N], [slachtoffer O], [slachtoffer R], [slachtoffer S] en [slachtoffer T] dienen niet-ontvankelijk verklaard te worden nu verdachte van die incidenten dient te worden vrijsproken. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer U] heeft de officier van justitie toewijzing tot een bedrag van € 15.028,51 gevorderd en voor het overige dient hij niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering. [slachtoffer V] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering, nu de officier van justitie vrijspraak heeft bepleit. De vordering van [slachtoffer W] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 250,00 aan immateriële schade. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering. De vordering van [slachtoffer X] is onvoldoende gespecificeerd en kan tot een bedrag van € 300,00 worden toegewezen en voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering.
35. Indien de officier van justitie toewijzing van de vordering heeft gevorderd, heeft zij gesteld dat verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade en heeft zij ook oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Standpunt van de verdachte
36. De raadsman heeft bepleit dat [slachtoffer J], [slachtoffer K], [slachtoffer L], [slachtoffer P] en [slachtoffer Q], [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer I], [slachtoffer M], [slachtoffer N], [slachtoffer O], [slachtoffer R], [slachtoffer S] en [slachtoffer T] niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden nu hij vrijspraak heeft bepleit van het onder 1 ten laste gelegde. [slachtoffer U] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering nu de vordering niet van eenvoudige aard is. De vordering betreft immers een offerte en niet de daadwerkelijk gemaakte kosten. [slachtoffer V] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering nu de raadsman vrijspraak heeft bepleit. De door [slachtoffer W] gevorderde schade is geen rechtstreeks gevolg van het feit zodat hij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vordering, aldus de raadsman. Uit het voegingformulier blijkt dat hij immateriële schade vordert maar daar is geen bedrag ingevuld, zodat immateriële schade niet toewijsbaar is. De vordering van [slachtoffer X] is niet eenvoudig van aard nu de schade met name is veroorzaakt door het feit dat de politie de scooter na inbeslagname nog enige tijd onder zich had. De benadeelde partij [slachtoffer X] dient niet-ontvankelijk verklaard te worden in zijn vordering.
Beoordeling door de rechtbank
37. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer J], [slachtoffer K], [slachtoffer L], [slachtoffer P] en [slachtoffer Q] (nummers 4, 5, 6, 10 en 11) als gevolg van het onder parketnummer 06/940044-10 onder 1 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade hebben. De vorderingen worden in het geheel toegewezen. Verdachte is naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
38. De benadeelde partijen [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer I], [slachtoffer M], [slachtoffer N], [slachtoffer O], [slachtoffer R], [slachtoffer S] en [slachtoffer T] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, nu verdachte is vrijgesproken van de onder parketnummer 06/940044-10 onder 1 ten laste gelegde incidenten waar de vorderingen op zien. De benadeelde partijen kunnen derhalve hun vorderingen slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
39. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer U] (nummer 15) als gevolg van het onder parketnummer 06/940044-10 onder 2 ten laste gelegde bewezen verklaarde handelen schade heeft. De benadeelde partij heeft een bedrag van € 15.028,51 zodanig onderbouwd dat de vordering tot dit bedrag voor toewijzing in aanmerking komt, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk is. De wijze waarop verdachte ter plaatse heeft gehandeld maakt dat het de rechtbank redelijk voorkomt dat deze kosten van herstel noodzakelijk waren, waarbij het de rechtbank anders dan de verdediging voor de hand liggend voorkomt dat in deze situatie het gehele plafond en de keuken vervangen moeten worden. De vordering zal tot dit bedrag worden toegewezen. Voor zover de benadeelde partij meer of anders vordert, dient hij niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
40. De benadeelde partij [slachtoffer V] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering nu verdachte is vrijgesproken van het onder parketnummer 06/940044-10 onder 4 ten laste gelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
41. Naar het oordeel van de rechtbank dient de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer W] ter zake van materiële schade te worden afgewezen. Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, is niet komen vast te staan dat de benadeelde partij tengevolge van het onder parketnummer 06/940044-10 onder 5 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden. Het is immers de keuze van de benadeelde partij geweest om een alarmsysteem aan te leggen. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade merkt de rechtbank dat geen bedrag is gevorderd.
42. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer X] niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding. Evenmin is voldoende gebleken dat verdachte altijd per scooter reist. De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
43. Verdachte is hoofdelijk aansprakelijk met betrekking tot de toegewezen bedragen.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 45, 47, 57, 141, 310, 311, 350 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 06/940044-10 onder 4 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het 06/850135-10 onder 1, 2, 3 en 4 en onder parketnummer 06/940044-10 onder 1, 2, 3, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als
Parketnummer 06/850135-10
Feit 1, 2, 3 en 4 (telkens); diefstal door twee of meer verenigde personen;
Parketnummer 06/940044-10
Feit 1: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 2: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen;
Feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 5: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 6 (primair): diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
Feit 7: openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 12 (twaalf) niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook al dat inhoudt een meldingsgebod;
- dat veroordeelde zich klinisch zal laten behandelen bij Groot Batelaar te Lunteren voor de duur van maximaal 10 (tien) maanden. Hij zal zich houden aan de voorwaarden die hem door deze instelling zullen worden gegeven;
* geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Parketnummer 06/940044-10
1. [slachtoffer J] (feit 1, incident 6)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer]. € 106,75
2. [slachtoffer K] (feit 1, incident 7)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer] € 106,75
3. [slachtoffer L] (feit 1, incident 8)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer] € 106,75, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
4. [slachtoffer P] (feit 1, incident 12)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer] € 156,75
5. [slachtoffer Q] (feit 1, incident 13)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer] € 156,75
6. [slachtoffer U] (feit 2)
[adres]
bankrekeningnummer [nummer] € 15.028,51
* verstaat dat -ten aanzien van de hierboven genoemde benadeelde partijen met nummers 1 tot en met 6- indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer U] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende slachtoffers te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt:
Benadeelde partij bedrag vervangende hechtenis
1. [slachtoffer J], voornoemd € 106,75 2 dagen
2. [slachtoffer K], voornoemd € 106,75 2 dagen
3. [slachtoffer L], voornoemd € 106,75 2 dagen
4. [slachtoffer P], voornoemd € 156,75 3 dagen
5. [slachtoffer Q], voornoemd € 156,75 3 dagen
6. [slachtoffer U], voornoemd € 15.028,51 105 dagen
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer E], [slachtoffer F], [slachtoffer I], [slachtoffer M], [slachtoffer N], [slachtoffer O], [slachtoffer R], [slachtoffer S], [slachtoffer T], [slachtoffer V] en [slachtoffer X] niet-ontvankelijk in hun vorderingen en bepaalt dat de benadeelde partijen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
* wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer W] af;
* wijst af het verzoek tot opheffing c.q. schorsing van het bevel voorlopige hechtenis;
* heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de opgelegde onvoorwaardelijk gevangenisstraf.
Aldus gewezen door mrs. Feraaune, voorzitter, Van Valderen en Heenk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2010.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer PL0611/09205260, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noord-West Veluwe, gesloten en ondertekend op 16 april 2009.
2 Stamproces-verbaal (pagina 9)
3 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 61-63).
4 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 133-136).
5 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 64-65).
6 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer B] (pagina 137-138).
7 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 64-65).
8 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer C] (pagina 142-144).
9 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 64-65).
10 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer D] (pagina 150-151).
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 64-65).
12 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal nummer 2010041477-71, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Ermelo-Putten, gesloten en ondertekend op 7 april 2010.
13 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer J] (pagina 462).
14 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer J] (pagina 463).
15 Een schriftelijk bescheid, inhoudende een rekeningafschrift van rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B] (pagina 475).
16 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer K] (pagina 504).
17 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer K] (pagina 505).
18 Een schriftelijk bescheid, inhoudende een rekeningafschrift van rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B] (pagina 529).
19 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer L] (pagina 558).
20 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer L] (pagina 559) en een schriftelijk bescheid, inhoudende een rekeningafschrift van rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B] (pagina 580).
21 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer P] (pagina 736).
22 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer P] (pagina 736) en een schriftelijk bescheid, inhoudende een rekeningafschrift van rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B] (pagina 746).
23 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer Q] (pagina 775).
24 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer Q] (pagina 775) en een schriftelijk bescheid, inhoudende een rekeningafschrift van rekeningnummer [nummer] ten name van [verdachte B] (pagina 782).
25 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 252 en 253).
26 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 254).
27 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 260).
28 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 266-268).
29 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 266).
30 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 267).
31 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 267) en de verklaring van getuige [verdachte B] ter terechtzitting 11 augustus 2010.
32 Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 11 augustus 2010.
33 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer U] (pagina 940-942).
34 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 252-254, 257, 260, 261 en 262-265).
35 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 1016).
36 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 985, 988 en 989).
37 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer W] (pagina 1211-1212).
38 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 1217).
39 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte B] (pagina 1221).
40 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1233).
41 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer X] (pagina 1283).
42 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer X] (pagina 1284).
43 Proces-verbaal van bevindingen (pagina 1287).
44 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1297).
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1297).
46 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer Y] (pagina 1300-1304).
47 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte A] (pagina 1310 en 1311).
48 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1323).
49 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1323).
50 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1323).
51 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [verdachte C], p. 1322-1323.