Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 106235 / HA ZA 09-1188
1. de maatschap
[eiser sub 1],
gevestigd te [plaats, gemeente]
2. [eiser sub 2],
wonende te [plaats, gemeente],
3. [eiser sub 3],
wonende te [plaats, gemeente],
eisers,
advocaat mr. K.A.M. van Os- ten Have te Zutphen,
de naamloze vennootschap
LIANDON MEETBEDRIJF N.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. J.E. Janssen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers] en Liandon genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 december 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 9 februari 2010
- de akte van [eisers]
- de antwoordakte na comparitie, tevens houdende overlegging producties van Liandon
- de antwoordakte van [eisers].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eisers] exploiteerde tot 1 juli 2007 een orchideeënkwekerij. Voor de gasvoorziening van haar bedrijf betrok zij tot 1 juli 2004 gas van Nuon, van wie zij ook de gasmeter huurde. [eisers] is met ingang van 1 juli 2004 voor haar gasleverantie overgestapt naar Eneco.
2.2. Met ingang van 11 februari 2004 beschikte [eisers] ten behoeve van haar aansluiting op het gasnet over een door Nuon Monitoring N.V. (de rechtsvoorgangster van Liandon) geplaatste op afstand uitleesbare meter, waarmee ieder uur het gasverbruik kan worden geregistreerd. Tot 31 december 2004 werden de meetdata op de gasaansluiting van [eisers] nog handmatig uitgelezen uit de meetinrichting.
2.3. [eisers] heeft op enig moment in 2004 de op haar rustende verantwoordelijkheid voor, onder meer, het correct en tijdig vaststellen van meetdata en het doorgeven daarvan aan de netbeheerder overgedragen aan het meetbedrijf Liandon. [eisers] huurde daartoe van Liandon een meetinstallatie voor de meting van haar gasverbruik.
2.4. Het gasverbruik van [eisers] is met ingang van januari 2005 als volgt vastgesteld.
De gasmeter registreert het gasverbruik. Bij de gasmeter is een Elektronisch Volume Herleiding Instrument (EVHI) geplaatst. Het EVHI is een module die de druk en temperatuur van het gas meet en de door de gasmeter geregistreerde meetwaarden herleidt naar het door de gebruiker afgenomen gasvolume. Dit geschiedt omdat druk en temperatuur van het gas van invloed zijn op het daadwerkelijk door de gebruiker afgenomen volume gas. Liandon moet de meetdata die door de meetinrichting worden geregistreerd (herleid en niet- herleid) op elektronische wijze collecteren (i.e. uitlezen). Dit geschiedt door middel van een bij de meetinrichting geplaatst sms-modem. Het modem verstuurt dagelijks één sms-bericht met de meetwaarden van die dag naar het collectiesysteem (op de computer) van Liandon.
De (voorlopige) validatie van de meetdata door Liandon) vindt meteen plaats nadat de meetdata zijn gecollecteerd. Liandon stuurt in de regel de volgende werkdag de meetdata (de herleide volumes, uitgedrukt in m³) door naar de netbeheerder (in casu Liander B.V., hierna: Liander). Uiterlijk op de zestiende werkdag van de maand na de maand waarop de meetdata betrekking hebben, voert Liandon de definitieve validatie van de meetdata (per uur) over de voorgaande kalendermaand uit en stuurt Liandon een update met deze meetdata naar de netbeheerder Liander. Liander past op de door Liandon verstrekte herleide volumes een correctie toe, op basis van een openbare correctiefactor met betrekking tot de calorische waarde van het gas. Liander verstrekt deze eindvolumes (uitgedrukt in megajoules) aan de leverancier van het gas, Eneco. Eneco factureert op basis van deze eindvolumes het verbruik van gas aan [eisers].
2.5. Op de vijftiende werkdag van de maand na de maand waarop de gasmeting betrekking heeft, worden de meetdata definitief. Hierna kan een meetbedrijf geen updates van de meetdata meer aanleveren aan de netbeheerder. Wanneer de meetdata -nadat zij definitief zijn gevalideerd- niet juist blijken te zijn, kan het meetbedrijf de uitgewisselde meetdata alleen nog corrigeren door middel van een zogenoemd correctieverslag. Het meetbedrijf zal dan zowel de netbeheerder, de leverancier als de afnemer over deze correctie moeten berichten. Dit bericht (dat in de regel in de vorm van een brief wordt verstuurd) moet door het meetbedrijf binnen 15 werkdagen na de constatering van de onvolkomenheid aan deze partijen worden gestuurd.
2.6. Onderdeel van de meetinrichting is een databuffer, waarin alle meetdata
(zowel van het herleid als van het niet-herleid volume) gedurende drie maanden worden opgeslagen en bewaard.
2.7. Eneco heeft bij factuur van 12 juni 2007 met betrekking tot de periode november 2004 tot en met december 2005 een eerder aan [eisers] verzonden factuur gecorrigeerd en ter zake jegens [eisers] aanspraak gemaakt op nabetaling van een bedrag van
€ 75.242,11. Omdat [eisers] niet betaalde, is zij door Eneco in rechte betrokken. Hangende die procedure is tussen betrokken partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten op grond waarvan [eisers] voormeld bedrag aan Eneco heeft betaald.
2.8. Per 1 juli 2007 is de aansluiting van [eisers] op het betreffende gasnet op verzoek van [vennoot], een van de twee vennoten van de vennootschap onder firma [naam] Orchideeën V.O.F., op naam van de vennootschap onder firma gezet.
2.9. [eisers] heeft Liandon bij brief van 20 juli 2009 gesommeerd om binnen
14 dagen informatie te verschaffen over de door Liandon gedane metingen en berekeningen van gasvolumes bij [eisers] over de periode november 2004 tot en met december 2005, in relatie tot eerdere en latere jaren alsmede over de informatie die door Liandon ter zake is doorgegeven aan Eneco, bij gebreke waarvan [eisers] aanspraak maakt op wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
3. De vordering
3.1. [eisers] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Liandon zal veroordelen:
A. tot betaling aan [eisers] de geleden schade, bestaande uit de bedragen van
€ 75.242,11, € 7.801,65 en € 8.990,58, in totaal € 92.034,34, nog te vermeerderen met de wettelijke rente over dat totale bedrag, gerekend vanaf 3 augustus 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 2.842,--;
B. tot het verstrekken van de metingen en doorgegeven informatie over de jaren van 2000 tot en met 2007, en tot betaling van de schade bestaande uit hetgeen door [eisers] teveel is betaald over de jaren van 2000 tot en met 2007, nader op te maken bij staat;
C. in de kosten van deze procedure.
3.2. [eisers] legt aan haar vorderingen, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, de navolgende stellingen ten grondslag.
In 2004 heeft zij 1.194.175 m³ gas afgenomen. In 2005 had zij volgens eerdere opgave van Eneco (februari 2006) 1.182.685 m³ gas afgenomen. In juni 2007 stelde Eneco dit laatste getal bij tot 1.383.303 m³. In 2006 heeft zij 1.136.229 m³ afgenomen. Het jaar 2005 valt na de bijstelling door Eneco uit de toon in vergelijking tot de jaren 2004 en 2006.
Uit het onderzoek van de door haar ingeschakelde deskundige, Metrax N.V. (hierna: Metrax), blijkt dat de meterstanden zoals die op het Nuon meter mutatieformulier zijn verwerkt, niet overeenkwamen met de meterstanden zoals die door Liandon destijds aan Eneco zijn doorgegeven. In de gasmeter en/of in de EVHI en/of in het uitleesmodum en/of in het overdragen van de gegevens per mobiele telefoon, moet derhalve een fout zijn geslopen. Het feit dat de EVHI in 2007 is vervangen, duidt daar ook op.
Als gevolg daarvan zijn door Liandon onjuiste gegevens met betrekking tot de door [eisers] gebruikte gasvolumes doorgegeven aan Eneco.
Op herhaalde verzoeken van Metrax om tekst en uitleg te geven hoe de van [eisers] afkomstige gegevens door Liandon zijn verwerkt, werd niet gereageerd.
Liandon is toerekenbaar tekortgeschoten dan wel heeft Liandon onrechtmatig jegens [eisers] gehandeld.
De schade van [eisers], die door Liandon moet worden vergoed, is tweeledig.
Eneco heeft in de tegen [eisers] aangespannen procedure gesteld dat zij de facturen heeft verstuurd op basis van de meetgegevens die zij ontvangt van het meetbedrijf, destijds nog Nuon Monitoring alsmede dat Eneco die gegevens niet mag wijzigen. Omdat Liandon niet heeft gereageerd op herhaalde verzoeken van Metrax, heeft [eisers] niet kunnen aantonen dat de meetgegevens waar Eneco haar facturen op baseerde onjuist waren en heeft zij het door Eneco gevorderde bedrag (€ 75.242,11) integraal moeten voldoen en heeft zij kosten gemaakt voor die procedure (€ 7.801,65) en voor het onderzoek door Metrax (€ 8.990,58).
Doordat de meter en/of de EVHI gebreken vertoonde, zijn verkeerde meterstanden doorgegeven aan haar gasleverancier als gevolg waarvan [eisers] vanaf het jaar 2000 tot het vervangen van de EVHI in 2007 teveel heeft betaald voor het aan haar geleverde gas. Dit bedrag moet door [eisers] worden geschat. Liandon zal daarvoor de gegevens dienen aan te leveren.
[eisers] heeft aanspraak op buitengerechtelijke kosten omdat zij herhaalde pogingen heeft gedaan om Liandon te bewegen om informatie te verstrekken. [eisers] heeft daarnaast rechtsbijstand moeten inschakelen, enerzijds voor het voeren van verweer in de procedure tegen Eneco, anderzijds heeft haar advocaat Liandon aangeschreven om informatie te verkrijgen. Daarnaast heeft haar advocaat informatie van Metrax moeten verkrijgen en van [eisers] zelf, waarvoor besprekingen en telefoongesprekken zijn gevoerd en correspondentie is gewisseld. De buitengerechtelijke kosten begroot [eisers] aan de hand van het rapport Voorwerk II op € 2.842,--.
4. Het verweer
4.1. Liandon concludeert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [eisers] niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen, althans haar deze zal ontzeggen met haar veroordeling in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de dag waarop vonnis zal worden gewezen tot aan de dag der algehele voldoening.
4.2. Liandon voert -kort gezegd- de navolgende verweren aan.
Vanaf 1 juli 2007 is [eisers] niet langer de contractspartij van Liandon. Ook in de relatie tot Eneco is de vennootschap onder firma [naam] Orchideeën V.O.F. in de plaats gekomen van [eiser sub 1]. Onduidelijk is of de maatschap [eiser sub 1] nog steeds bestaat. [eisers] dient dan ook in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
De meetdata die door de meetinrichting zijn geregistreerd, zijn juist. Deze meetdata zijn juist en tijdig door Liandon uit de meetinrichting gecollecteerd en gevalideerd. Ook zijn de meetdata juist en tijdig door Liandon aan de netbeheerder gecommuniceerd. Deze gegevens zijn niet door Liandon, maar door de netbeheerder aan Eneco verstrekt. Eneco heeft heel rommelig gefactureerd. Uiteindelijk heeft Eneco in haar correctiefactuur gefactureerd op basis van de juiste meetdata. Er hebben geen storingen plaatsgevonden in het uitleesmodem. Er hebben in de periode waarop het geschil ziet vier storingen in het EVHI plaatsgevonden: op 25 oktober 2005, 9 juni 2006, 10 augustus 2007 en 23 augustus 2007. Bij de laatste storing bleek dat het EVHI defect was. Het EVHI is daarom op 29 augustus 2007 door haar (correct) verwisseld. De storingen waren van korte duur en zijn niet van invloed geweest op de juistheid van de meetdata. Bij een storing in het EVHI kunnen meetdata uit de databuffer van de meetinrichting worden gehaald. Deze meetdata kunnen alsnog vanuit de meetinrichting worden omgerekend naar herleid volume en worden gecollecteerd. Liandon heeft dan ook geen correcties van de meetdata behoeven versturen. De correctiefactuur van Eneco is niet gebaseerd op dan wel voortgekomen uit een correctie van de meetdata door Liandon. Er bestaat geen discrepantie tussen de meterstanden zoals die op het metermutatieformulier zijn verwerkt en de meetdata zoals die door Liandon aan de netbeheerder zijn doorgegeven. Voor zover de correctiefactuur van Eneco een onjuistheid bevat, vindt die niet een oorzaak in een onjuist handelen van Liandon.
Het uitleesmodem heeft, over de gehele periode waarop de correctiefactuur van Eneco betrekking heeft, goed gefunctioneerd. Storingen in de gprs-verbinding hebben zich in die periode niet voorgedaan. De meetinstallatie heeft ook overigens goed gefunctioneerd.
Bij e-mail van 4 juni 2008 heeft Liandon op verzoek van [eisers] aan Metrax een specificatie van het gasverbruik van [eisers] in de periode juli 2004 tot en met april 2008 verstuurd, bestaande uit de meetdata zoals Liandon die in de betreffende periode heeft gecollecteerd, gevalideerd en uitgewisseld met de netbeheerder. Deze e-mail liet al zien dat die meetdata met betrekking tot het jaar 2005 nagenoeg (op 2 m³ na) overeenkomen met het verbruik waarvan Eneco in de correctiefactuur uitgaat. Op de nadien door of namens [eisers] verzonden brieven behoefde Liandon niet meer te reageren.
Liandon is niet tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen. Liandon heeft niet onrechtmatig gehandeld, nog daargelaten dat [eisers] niet heeft gesteld in strijd met welke wettelijke bepaling of norm Liandon zou hebben gehandeld. Bovendien is aan de eisen van schuld, causaliteit en relativiteit niet voldaan.
Liandon betwist het bestaan van de door [eisers] gestelde schade.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet worden afgewezen omdat deze niet met bewijsmiddelen is onderbouwd.
5. De beoordeling
5.1. Het beroep op niet-ontvankelijkheid wordt verworpen. [eisers] heeft in haar dagvaarding (onder 1) weliswaar gesteld dat de maatschap werd gevormd door eisers sub 2 en 3 en dat de feitelijke bedrijfsvoering sinds 2006 in handen lag van eiser sub 3, maar nu gesteld noch gebleken is dat de maatschap is ontbonden, staat dat er niet aan in de weg dat [eisers] over de periode van 2000 tot 1 juli 2007 een vordering jegens Liandon kan instellen. Het enkele feit dat de maatschap niet staat ingeschreven in het handelsregister, betekent niet dat de maatschap niet (meer) bestaat. Inschrijving in het handelsregister is immers geen constitutief vereiste voor oprichting/voortbestaan van een maatschap. Ter comparitie is overigens gebleken dat de maatschap op 24 november 2009, onder een andere naam, is ingeschreven in het handelsregister. Dat het daarbij in wezen om de maatschap [eiser sub 1] gaat, is door Liandon niet weersproken.
Voorts heeft [eisers] in haar akte van 10 maart 2010 (onder 4) gesteld dat zij de door haar op Liandon gepretendeerde vordering niet heeft overgedragen aan de vennootschap onder firma [naam] Orchideeën V.O.F. Dit betekent dat het feit dat de aansluiting op het gasnet met ingang van 1 juli 2007 op naam van de vennootschap onder firma is gezet niet in de weg staat aan beoordeling van de vordering van [eisers], voor zover deze betrekking heeft op de vóór 1 juli 2007 gelegen periode. [eisers] heeft immers niet weersproken dat zij met ingang van 1 juli 2007 niet langer een contractuele relatie heeft met Liandon.
5.2. In het licht van de hiervoor onder 2.4. weergegeven systematiek moet er in deze van uit worden gegaan dat Liandon de meetgegevens van [eisers] heeft doorgegeven aan de netbeheerder Liander en dat Liander de meetgegevens -na aanpassing in verband met de calorische waarde van het gas- heeft verzonden naar Eneco. Vervolgens heeft Eneco op basis van deze gegevens aan [eisers] gefactureerd voor haar gasverbruik. De stelling van [eisers] dat Liandon onjuiste gegevens aan Eneco heeft verstuurd, wordt derhalve verworpen.
5.3. Tussen partijen is niet in geschil dat de correcties die de netbeheerder, Liander, heeft uitgevoerd op de van Liandon ontvangen gegevens in deze van ondergeschikte betekenis zijn, in die zin dat daardoor het door [eisers] aan de orde gestelde verschil tussen het aanvankelijk door Eneco aan haar in rekening gebrachte gasverbruik over het jaar 2005 en de daarop door Eneco toegepaste correctie niet kan worden verklaard.
5.4. Het gaat in deze procedure dan ook om de vraag of de meetgegevens die door Liandon zijn verzameld en doorgegeven aan Liander in overeenstemming zijn met de door [eisers] daadwerkelijk afgenomen hoeveelheid gas.
5.5. Ofschoon [eisers] met betrekking tot het eerste onderdeel van de vordering, zoals hiervoor sub 3.1. A. is weergegeven, telkens spreekt over de periode van november 2004 tot en met december 2005, is ten aanzien van dit onderdeel van de vordering slechts relevant de periode van januari 2005 tot en met december 2005. De door Eneco in haar oorspronkelijke facturen (productie 8 van [eisers]) vermelde hoeveelheden gas over de maanden november en december 2004 (135.533 m³ respectievelijk 157.855 m³ (welk verbruik door Eneco aanvankelijk niet bij [eisers] in rekening is gebracht) zijn immers exact dezelfde hoeveelheden die door Eneco bij haar correctiefactuur (productie 7 van [eisers]) bij [eisers] in rekening zijn gebracht.
5.6. Liandon heeft gesteld dat zij over de periode van november 2004 tot en met december 2005 geen aanleiding heeft gezien om de herleide volumewaarden met betrekking tot het door [eisers] afgenomen gas te corrigeren en dat zij over deze periode geen correctieformulier heeft verzonden naar de netbeheerder Liander. Deze stelling van Liandon wordt ondersteund door de inhoud van de door Liandon als productie 11 overgelegde e-mail berichten van [naam1] en [naam2] van netbeheerder Liander d.d. 6 april 2010. Nu [eisers] de inhoud van voormelde e-mailberichten niet heeft weersproken, strandt de stelling van [eisers] dat Eneco op basis van door Liandon gecorrigeerde gegevens is overgegaan tot het uitschrijven van een correctiefactuur.
5.7. Bij evengemelde e-mailberichten bevindt zich een bijlage, waaruit in verbinding met de inhoud van de e-mailberichten blijkt dat Liandon over het jaar 2005 met betrekking tot de gasaansluiting van [eisers] per maand de volgende gebruiksvolumes in m³ heeft doorgegeven aan netbeheerder Liander: januari (157.508), februari (147.609), maart (135.150), april (105.290), mei (97.080), juni (72.937), juli (74.044), augustus (82.715), september (86.375), oktober (107.210), november (137.339) en december (146.860). Voorts blijkt daaruit dat Liander de gecorrigeerde gebruiksgegevens (uitgedrukt in megajoules) heeft doorgegeven aan Eneco.
5.8. Liandon heeft als productie 6 een e-mail van Liander aan Metrax d.d. 4 juni 2008 overgelegd, waarin de volgende gebruiksgegevens met betrekking tot gasaansluiting van [eisers] over het jaar 2005 staan vermeld: januari (161.636), februari (151.436), maart (138.924), april (108.002), mei (99.182), juni (74.389), juli (75.528), augustus (84.013), september (88.422), oktober (110.520), november (140.927) en december (150.322).
Het gaat hierbij -naar [eisers] niet heeft weersproken- om meetdata van Liandon, die door Liander zijn gecorrigeerd in verband met de calorische waarde van het gas.[eisers] heeft niet gesteld dat Liander bij het omrekenen van het gasverbruik in m³ naar megajoules fouten heeft begaan.
5.9. [eisers] heeft niet -gemotiveerd- weersproken dat Liander evenvermelde gegevens heeft doorgegeven aan Eneco.
5.10. In de aanvankelijk door Eneco Business B.V. te Delft aan [eisers] verstuurde facturen over het jaar 2005 (productie 8 van [eisers]) is het volgende gasverbruik in rekening gebracht: januari (138.900), februari (121.400), maart (100.800), april (79.800), mei (67.200), juni (74.309), juli (26.600), augustus (83.979), september (88.197), oktober (110.251), november (140.927) en december (150.322).
5.11. Naast het in rekening gebrachte maandverbruik wordt in evenvermelde facturen telkens (op de factuur met betrekking tot januari na) een overzicht gegeven van het gasverbruik in de voorafgaande maand/maanden. In het overzicht, behorend bij de factuur met betrekking tot december is het navolgende gasverbruik vermeld: januari (161.636), februari (151.436), maart (129.217), april (107.717), mei (99.256), juni (74.316), juli (75.555), augustus (84.204), september (88.466), oktober (110.251), november (140.927) en december (150.322). Wat opvalt is dat -op de maanden oktober tot en met december na- er telkens, soms niet onaanzienlijke verschillen bestaan tussen het in rekening gebrachte verbruik en het verbruik over dezelfde maand in het overzicht.
5.12. [eisers] heeft bij haar akte van 10 maart 2010 als productie 13 de volgens haar originele facturen, die door Eneco aanvankelijk zouden zijn verstuurd overgelegd. In die facturen worden per maand dezelfde volumes aan [eisers] in rekening gebracht, als bij de hiervoor sub 5.10. vermelde facturen van Eneco Business B.V. te Delft (productie 8 van [eisers]).
Ook in deze facturen is tevens het gasverbruik over de voorgaande maanden vermeld. Hierbij is er evenwel -anders dan bij als productie 8 overgelegde facturen- geen verschil met de in rekening gebrachte volumes gas. De rechtbank constateert dat de als productie 13 overgelegde facturen niet zijn opgemaakt door Eneco Business B.V. te Delft, maar door Eneco Energie Services B.V. Nu [eisers] niet heeft verklaard waarom in deze voor wat betreft de aanvankelijk aan haar verstuurde facturen moet worden uitgegaan van de als productie 13 overgelegde facturen in plaats van de voor de comparitie als productie 8 overgelegde facturen, zal aan de als productie 13 overgelegde facturen verder voorbij worden gegaan.
Overigens volgt uit hetgeen hierna zal worden overwogen dat het voor de beoordeling van onderdeel 3.1. A van de vordering niet van belang is van welke van de twee sets facturen wordt uitgegaan, omdat de door Eneco toegepaste correctie in het kader van de onderhavige procedure niet als onjuist kan worden beschouwd.
5.13. Uit de door [eisers] als productie 7 overgelegde correctiefacturen van Eneco Business te Delft blijkt dat Eneco de in het overzicht vermelde maandverbruiken alsnog bij [eisers] in rekening heeft gebracht, zodat het per maand in rekening gebrachte verbruik thans wel overeenstemt met het in het overzicht vermelde verbruik. Aldus heeft Eneco over het jaar 2005 uiteindelijk aan [eisers] het volgende gasverbruik in rekening gebracht: januari (161.636), februari (151.436), maart (139.217), april (107.717), mei (99.256), juni (74.316), juli (75.555), augustus (84.204), september (88.466), oktober (110.251), november (140.927) en december (150.322). Hiermee is de hoogte van de correctiefactuur afdoende verklaard.
5.14. Tussen de door Liander aan Eneco doorgegeven cijfers met betrekking tot het gasverbruik van [eisers] in 2005 en de door Eneco gecorrigeerde en uiteindelijk aan [eisers] in rekening gebrachte eenheden gas over het jaar 2005 bestaan weliswaar verschillen, doch die zijn niet zeer groot. Wat daarvan ook zij, op grond van het vorenoverwogene dient te worden geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat Liandon daaraan debet is.
5.15. Het vorenstaande leidt tot de tussenconclusie dat het feit dat Eneco over het jaar 2005 een correctiefactuur van € 75.242,11 bij [eisers] heeft neergelegd, niet is veroorzaakt doordat Liandon meetdata met betrekking tot het gasverbruik van [eisers] niet op correcte wijze zou hebben doorgegeven aan Liander.
5.16. Daar waar de deskundige van [eisers], Metrax, reeds per e-mail van 4 juni 2008 de beschikking heeft gekregen over de door Liander aan Eneco doorgestuurde meetdata met betrekking tot het jaar 2005, zij het dat het totaal 2 m³ minder bedraagt dan het door Eneco uiteindelijk in rekening gebrachte verbruik, is het verwijt van [eisers] aan Liandon dat zij bij gebrek aan gegevens geen deugdelijk verweer kon voeren in de door Eneco jegens [eisers] aangespannen bodemprocedure, zonder deugdelijke grond.
5.17. In de procedure tussen Eneco en [eisers] is niet komen vast te staan dat de meetapparatuur van Liandon in het jaar 2005 gebreken heeft vertoond als gevolg waarvan het door Liandon opgemeten gasverbruik van [eisers] afwijkt van de daadwerkelijk door [eisers] afgenomen hoeveelheid gas. Daar waar Eneco factureert op basis van de gegevens die Liandon aan Liander ter beschikking heeft gesteld en niet gezegd kan worden dat die meetgegevens niet juist zijn, had [eisers] geen andere keuze dan het betalen van de correctiefactuur van Eneco. Dit betekent dat de vordering onder 3.1. A in al zijn onderdelen dient te worden afgewezen.
5.18. Het uiteindelijk aan [eisers] in rekening gebrachte gasverbruik over 2005, 1.383.303 m³, wijkt in significante mate (circa 20%) af van het gebruik van gas door [eisers] in het jaar 2004 en 2006.
5.19. Volgens [eisers] kan dit verschil niet worden verklaard door haar bedrijfsvoering in 2005 en/of de in dat jaar gemeten temperaturen. Dit betekent echter niet zonder meer dat de door Liandon geplaatste meetapparatuur “dus” ondeugdelijk is.
5.20. Namens [eisers] is ter comparitie verklaard dat verbindingsproblemen via de GPRS kunnen worden uitgesloten als oorzaak voor mogelijke meetfouten.
5.21. Als mogelijke oorzaken voor het afwijkend gasverbruik van [eisers] resteren de gasmeter, het uitleesmodem en het EVHI (voordat dit op 29 augustus 2007 werd vervangen).
5.22. Met betrekking tot het EVHI heeft [eisers] ter comparitie betoogd dat bij haar aansluiting sprake was van een gasdruk van 3 Bar alsmede dat dit betekent dat het door de gasmeter gemeten volume met een factor van 3,7 dient te worden vermenigvuldigd om te komen tot het herleide volume. Liandon heeft ter comparitie gesteld dat bij de aansluiting van [eisers] een factor van circa 3,7 dient te worden toegepast.
5.23. Over het jaar 2005 was volgens [eisers] echter sprake van een vermenigvuldigingsfactor van 7,4. [eisers] heeft in haar akte nog aangevoerd dat uit de verklaring van Liandon ter comparitie blijkt dat Liandon een verkeerd EVHI bij [eisers] had geplaatst, omdat de druk die bij [eisers] werd gemeten een andere was dan de druk die het bij [eisers] geplaatste EVHI aankon (2 Bar). Volgens [eisers] zou dit een verklaring kunnen vormen voor de vreemde omrekeningsfactor die het EVHI in 2005 liet zien. Volgens [eisers] wordt door de toepassing van de omrekeningsfactor van 7,4 grotendeels verklaard waarom het aan haar in rekening gebrachte gasverbruik in 2005 zoveel afwijkt van de volgens haar daadwerkelijk afgenomen hoeveelheid gas.
5.24. Uit het proces-verbaal van de comparitie van partijen blijkt niet dat van de zijde van Liandon -die dit met klem heeft bestreden- zou zijn gezegd dat Liandon bij [eisers] een verkeerd EVHI zou hebben geplaatst. Het staat de rechtbank ook niet bij dat van de zijde van Liandon een mededeling van die strekking zou zijn gedaan. Vooralsnog kan er dan ook niet van worden uitgegaan dat Liandon destijds bij [eisers] een EVHI heeft geplaatst, dat de gasdruk in de aansluiting van [eisers] niet aankon.
5.25. Vergelijking van de door Liandon in haar akte van 7 april 2010 onder 13 vermelde niet-herleide volumes over 2005 (waarvan niet is gebleken dat die volumes niet juist zijn), met de door het EVHI herleide volumes (die in bedoeld overzicht naast de niet-herleide volumes zijn opgenomen) laat zien dat telkens sprake is geweest van een omrekenfactor van circa 3,7.
5.26. [eisers] heeft uit het door Liandon bij haar akte van 7 april 2010 als productie 10 overgelegde overzicht afgeleid dat de (daadwerkelijke -niet herleide-) meterstand op 31 december 2004 1.278.207 was alsmede dat de (daadwerkelijke -niet herleide-) meterstand op 31 december 2005 1.464.553 was. [eisers] heeft gesteld dat indien het verschil tussen beide standen wordt vermenigvuldigd met de EVHI omrekeningsfactor van 3,7 daar niet het volume uitkomt dat door Eneco over het jaar 2005 aan [eisers] in rekening is gebracht. Volgens [eisers] komt zij daar wel op uit indien bedoeld verschil in meterstanden wordt vermenigvuldigd met 7,4.
5.27. [eisers] kan in deze redenering, die er in de visie van [eisers] toe moet leiden dat het door Liandon bij haar geplaatste EVHI niet geschikt was voor de gasaansluiting van [eisers], niet worden gevolgd. Hiervoor is redengevend dat het uitgangspunt waarop [eisers] haar standpunt baseert, te weten dat de meterstanden op 31 december 2004 en 31 december 2005 onjuist zijn. In het door Liandon als productie 10 overgelegde overzicht zijn evengemelde data vermeld in de kolom met als opschrift “Geplande opname datum”. Uit de vermelding in de kolom “Werkelijke opname datum” blijkt dat de meterstanden, waarnaar [eisers] heeft verwezen, zijn opgenomen op 13 oktober 2005 en 15 maart 2006. Het verschil tussen beide meterstanden levert -anders dan waarvan [eisers] is uitgegaan- dan ook niet het niet-herleide jaarverbruik op. Het interval tussen de data waarop de meter daadwerkelijk is opgenomen, bedraagt immers vijf maanden. Het door [eisers] opgestelde overzicht dat door haar als productie 14 is overgelegd, levert dan ook geen (begin van) bewijs op van de stelling van [eisers] dat door het EVHI in 2005 een omrekenfactor van 7,4 is toegepast.
5.28. [eisers] heeft niet bestreden dat er vier storingen in het EVHI hebben plaatsgevonden: op 25 oktober 2005, 9 juni 2006, 10 augustus 2007 en 23 augustus 2007. Evenmin heeft [eisers] bestreden dat de storingen van korte duur waren en dat Liandon het tot het intreden van de storing gemeten gebruik kon uitlezen uit de databank en dat Liandon die gegevens kon transformeren in herleid verbruik. [eisers] heeft niet gesteld dat er buiten voormelde storingen nog andere storingen in het EVHI hebben plaatsgevonden. Dit alles betekent dat er in deze niet van kan worden uitgegaan dat storingen in het EVHI hebben geleid tot een te hoog herleid gasverbruik.
5.29. Het enkele feit dat bij [eisers] door Liandon in 2005 een gasverbruik is gemeten dat circa 20% hoger ligt dan het in 2004 en 2006 gemeten gebruik en dat [eisers] daarvoor geen verklaring heeft, wil niet zeggen dat de gasmeter en/of het uitleesmodem in 2005 gebreken hebben vertoond. Indien de gasmeter en/of het uitleesmodem eind 2005/begin 2006 zouden zijn vervangen, zou aan het feit dat in 2006 een ongeveer gelijk gasverbruik bij [eisers] is gemeten als in 2004 een aanwijzing kunnen worden ontleend, maar niet meer dan dat, dat er in 2005 iets niet in orde is geweest met gasmeter en/of uitleesmodem. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor is overwogen, moet er in deze van worden uitgegaan dat gasmeter, uitleesmodem en ook het EVHI in de periode van juli 2004 tot 29 augustus 2007 (de dag waarop het EVHI werd vervangen) niet zijn vervangen.
5.30. Bij deze stand van zaken is er geen noodzaak om door een deskundige een onderzoek te laten instellen naar de werking van de in de periode van juli 2004 tot 29 augustus 2007 bij [eisers] geplaatste meetapparatuur, bestaande uit gasmeter, uitleesmodem en EVHI. Daarbij komt dat allerminst vaststaat dat bedoelde apparatuur thans nog in al haar onderdelen beschikbaar is voor onderzoek. Dit is -gelet op de samenhang tussen de onderscheiden onderdelen- echter wel van belang. De rechtbank hecht bovendien slechts betrekkelijke waarde aan een dergelijk onderzoek. Indien bedoelde apparatuur dit jaar nog door een deskundige kan worden onderzocht, zegt dit in eerste instantie iets over de staat van die apparatuur ten tijde van het onderzoek en niet over de staat in de betreffende periode. Niet aannemelijk is dat een deskundige op basis van mogelijk in 2010 aan het licht gekomen gebreken van een of meerdere onderdelen van de betreffende meetapparatuur, een uitspraak zal kunnen/willen doen over de vraag wanneer de door hem geconstateerde gebreken zijn ontstaan.
5.31. De vordering onder 3.1. B, strekkende tot veroordeling van Liandon om aan [eisers] metingen en doorgeven informatie over de jaren 2000 tot en met 2007 te verstrekken, wordt afgewezen. Die vordering is immers onlosmakelijk verbonden met het tweede onderdeel van die vordering, te weten veroordeling van Liandon tot betaling van de schade bestaande uit hetgeen door [eisers] teveel is betaald over de jaren 2000 tot en met 2007. Bij gebrek aan een deugdelijke feitelijke grondslag kan evenwel niet worden geoordeeld dat [eisers] als gevolg van gebrekkige meetapparatuur jarenlang voor meer gas heeft betaald dan dat zij daadwerkelijk heeft afgenomen. Het verstrekken van bedoelde gegevens heeft dan ook niet automatisch tot gevolg dat Liandon tot schadevergoeding zal worden veroordeeld. Daarbij komt dat Liandon eerst met ingang van medio 2004 meetactiviteiten voor [eisers] heeft verricht en meetgegevens met betrekking tot het gasverbruik van [eisers] doorgegeven aan de netbeheerder. Liandon is in de daaraan voorafgaande periode niet betrokken geweest bij meting van het gasverbruik bij [eisers]. Liandon kan over die periode dan ook niet uit eigen hoofde over de door [eisers] verlangde informatie beschikken. Voorts staat vast dat Liandon per e-mail van 4 juni 2008 over de periode van juli 2004 tot en met april 2008 de verlangde gegevens aan Metrax, de door [eisers] ingeschakelde deskundige, heeft verstrekt. Tot slot wordt nog opgemerkt dat daar waar de energieleverancier van [eisers] factureert op basis van de door de netbeheerder verschafte informatie, [eisers] de informatie van de netbeheerder, Liander, ook nodig heeft voordat geconcludeerd kan worden dat [eisers] jarenlang teveel heeft betaald doordat onjuiste meetgegevens zouden zijn doorgegeven aan haar energieleverancier.
5.32. [eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Liandon worden begroot op:
- vast recht € 2.085,00
- salaris advocaat € 2.235,00 (2,5 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 4.320,00
6. De beslissing
De rechtbank
6.1. wijst de vorderingen af,
6.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Liandon tot op heden begroot op € 4.320,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Lucassen en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2010.