ECLI:NL:RBZUT:2010:BM7609

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
112461 KG RK 10-372
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in bestuursrechtelijke zaken

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 28 mei 2010 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 16 april 2010 een verzoekschrift ingediend tot wraking van de rechter die betrokken was bij de behandeling van drie bestuursrechtelijke zaken, genummerd 09/899 WOZ 253, 09/900 AFSTHF 253 en 09/741 GGH 253. Verzoeker heeft in zijn verzoek aangevoerd dat de rechter schuldig is aan wangedrag, hem verhindert om zijn belangen te verdedigen, lid is van een criminele organisatie, corrupt en partijdig is, en dienstbaar is aan zijn vijanden. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking behandeld en op 26 april 2010 heeft de betrokken rechter schriftelijk gereageerd op het verzoek, waarin hij het verzoek gemotiveerd heeft weersproken. Tijdens de zitting op 18 mei 2010 is het wrakingsverzoek verder besproken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een dergelijk verzoek. Het verzoek is te algemeen geformuleerd en bevat geen concrete argumenten die specifiek op de betrokken rechter zijn toegespitst. De rechtbank heeft daarom verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. Bovendien heeft de rechtbank op basis van artikel 8:18 van de Algemene wet bestuursrecht bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de genoemde zaken niet in behandeling zal worden genomen, gezien het feit dat verzoeker reeds meerdere malen wrakingsverzoeken heeft ingediend zonder aan de inhoudelijke eisen te voldoen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de betrokken rechters en de griffier in de procedure betrokken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige wrakingskamer
Rekestnummer: 112461 KG RK 10-372
Beslissing van 28 mei 2010 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende [adres, plaats],
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
[rechter],
rechter in deze rechtbank.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot wraking van 16 april 2010, strekkende tot wraking van
de rechter in de procedures met de nummers 09/899 WOZ 253, 09/900 AFSTHF 253 en 09/741 GGH 253, op 19 april 2010 ingekomen bij de griffie van deze rechtbank;
- de schriftelijke reactie van [rechter] van 26 april 2010, strekkende tot het afwijzen van het verzoekschrift tot wraking;
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting van
18 mei 2010.
2. Het wrakingsverzoek
Verzoeker heeft in zijn verzoek aangevoerd dat hij de rechter, die de zaken in de procedures met nummers 09/899 WOZ 253, 09/900 AFSTHF 253 en 09/741 GGH 253 behandelt, wraakt omdat deze rechter
- schuldig is aan het wangedrag van de rechtbank;
- verzoeker verhindert om zijn belangen te verdedigen;
- lid is van een criminele organisatie;
- corrupt en partijdig is;
- en dienstbaar is aan de vijanden van verzoeker.
3. Standpunt van [rechter]
[rechter] heeft bij schriftelijke reactie van 26 april 2010 het verzoek tot wraking gemotiveerd weersproken.
4. Beoordeling door de rechtbank
4.1. Ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2. Uit de aard en het doel van wraking volgt dat een wraking betrekking moet hebben op een met name genoemde rechter. Het verzoek om wraking zoals door verzoeker ingediend, behelst het op voorhand wraken van iedere rechter van de sector bestuursrecht van deze rechtbank die de zitting van 20 april 2010 zal voorzitten. Hiermee worden aldus alle leden van de sector bestuursrecht, dan wel de sector bestuursrecht als geheel, op voorhand gewraakt.
4.3. Een verzoek om wraking dient evenwel te worden onderbouwd met concrete, op de betrokken rechter toegespitste argumenten. Het verzoekschrift is in algemene bewoordingen gesteld en bevat dergelijke argumenten niet. Het verzoekschrift voldoet aldus niet aan voormelde eisen en valt dan ook niet te duiden als een wrakingsverzoek. Daarom zal niet-ontvankelijk-verklaring volgen.
4.4. Nu het voorts de rechtbank ambtshalve bekend is dat verzoeker reeds vele malen wrakingsverzoeken heeft ingediend op grond waarvan ervan kan worden uitgegaan dat het verzoeker bekend is aan welke inhoudelijke eisen een dergelijk verzoek dient te voldoen, vindt de rechtbank aanleiding om op voet van artikel 8:18 Awb te bepalen dat een volgend verzoek in bovengemelde zaken niet in behandeling zal worden genomen.
4.5. De beslissing luidt daarom als volgt.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter die de zaken bij deze rechtbank, bekend onder de nummers 09/899 WOZ 253, 09/900 AFSTHF 253 en 09/741 GGH 253, ter zitting van 20 april 2010 behandelt;
- bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van hem in de zaken met nummers 09/899 WOZ 253, 09/900 AFSTHF 253 en 09/741 GGH 253 niet in behandeling genomen wordt.
Deze beslissing is gegeven door mr. G. Vrieze, voorzitter, mrs. J.B. de Groot en
A.B.A.P.M. Varenhorst, vice-presidenten, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Demmers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2010.