ECLI:NL:RBZUT:2010:BM4457

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
112045 KG RK 10-323
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de rechter in strafzaken

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 22 april 2010 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 7 april 2010 een verzoekschrift ingediend tot wraking van de behandelend rechter in drie strafzaken met de parketnummers 06/471130-09, 06/470904-09 en 06/460169-08. Verzoeker heeft aangevoerd dat zijn verzoek om niet verdere vervolging en het oproepen van getuigen niet is ingewilligd, en dat er geen tussenvonnis is uitgesproken of betekend in oktober 2009. Ook heeft hij gesteld dat eerdere verzoeken niet zijn behandeld en dat een vonnis uit 2008 niet is betekend.

De behandelend rechter, mr. Van de Wetering, heeft in zijn schriftelijke reactie van 9 april 2010 het wrakingsverzoek gemotiveerd weersproken. De rechtbank heeft vervolgens op 14 april 2010 de behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting gehouden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de eisen die aan een dergelijk verzoek worden gesteld. De gronden die verzoeker heeft aangevoerd zijn niet specifiek gericht op de betrokken rechter, maar zijn van algemene aard en zouden op iedere andere behandelende rechter van toepassing kunnen zijn. Dit betekent dat het verzoek niet kan worden aangemerkt als een geldig wrakingsverzoek.

De rechtbank heeft daarom besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wraking van de rechter die de strafzaken ter zitting zou behandelen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige wrakingskamer
Rekestnummer: 112045 KG RK 10-323
Beschikking van 22 april 2010 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende [adres, plaats],
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
[rechter],
rechter in deze rechtbank.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot wraking van 7 april 2010, strekkende tot wraking van
de behandelend rechter in de zaken met parketnummers 06/471130-09, 06/470904-09 en
06/460169-08, op 9 april 2010 ingekomen bij het Kabinet President;
- de schriftelijke reactie van [rechter] van 9 april 2010;
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting van
14 april 2010.
2. Het wrakingsverzoek
Verzoeker heeft in zijn verzoek aangevoerd dat hij de behandelend rechter in de zaken met parketnummers 06/471130-09, 06/470904-09 en 06/460169-08 wraakt om de volgende redenen:
- er is niet op voorhand voldaan aan zijn wens tot behandeling van zijn verzoek om niet verdere vervolging;
- er is niet op voorhand voldaan aan zijn verzoek om getuigen ter verdediging op te roepen;
- een tussenvonnis is niet uitgesproken of betekend in oktober 2009;
- er is niet beslist op alle tot nu toe door [verzoeker] gedane verzoeken;
- een vonnis uit 2008 is niet betekend;
- er is geweigerd dit alsnog te betekenen.
3. Standpunt van [rechter]
Mr. Van de Wetering heeft bij schriftelijke reactie van 9 april 2010 en ter zitting het verzoek tot wraking gemotiveerd weersproken.
4. Beoordeling door de rechtbank
4.1. Ingevolge artikel 512 van het Wetboek van het Wetboek van Strafvordering kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2. Uit de aard en het doel van wraking volgt dat een wraking betrekking moet hebben op een met name genoemde of aangeduide rechter. Verzoeker heeft vóór indiening van het wrakingsverzoek geïnformeerd wie de rechter op de zitting van 12 april 2010 zou zijn. In het wrakingsverzoek noemt verzoeker echter gronden die niet specifiek van toepassing zijn op [rechter], maar die tevens op iedere andere behandelende rechter van toepassing zouden zijn. Het verzoek om wraking zoals door verzoeker ingediend behelst naar het oordeel van de rechtbank dan ook het op voorhand wraken van iedere strafrechter in deze rechtbank die de zitting van 12 april 2010 zou kunnen voorzitten. Hiermee worden aldus alle leden van de rechtbank althans de sector strafrecht op voorhand gewraakt.
4.3. Een verzoek om wraking dient evenwel te worden onderbouwd met concrete, op de betrokken rechter toegespitste argumenten. Het verzoekschrift is in algemene bewoordingen gesteld en bevat dergelijke argumenten niet. Het verzoekschrift voldoet aldus niet aan voormelde eisen en valt dan ook niet te duiden als een wrakingsverzoek.
4.4. De beslissing luidt daarom als volgt.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter die de zaken bij deze rechtbank, bekend onder de parketnummers 06/471130-09, 06/470904-09 en 06/460169-08, ter zitting van 12 april 2010 behandelt.
Deze beschikking is gegeven door mr. G. Vrieze, voorzitter, mrs. J.B. de Groot en
A.B.A.P.M. Varenhorst, vice-presidenten, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 22 april 2010.