ECLI:NL:RBZUT:2010:BM2856
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een AZC door een uitgeprocedeerde asielzoekster met minderjarig kind
In deze zaak vorderde het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de ontruiming van een asielzoekerscentrum (AZC) door een uitgeprocedeerde asielzoekster, die de moeder is van een minderjarige dochter van net één jaar oud. De rechtbank Zutphen oordeelde dat het belang van het kind zwaarder weegt dan het belang van het COA bij het vrijmaken van de opvangplaats. De moeder en haar kind zouden anders op straat komen te staan, wat onacceptabel is vanuit humanitair oogpunt en in strijd met internationale verplichtingen. De rechtbank verwees naar een eerder tussenvonnis van 18 februari 2010, waarin al was vastgesteld dat de moeder niet in staat is om voor haar kind te zorgen en dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat zij in staat zal zijn om onderdak te regelen.
De rechtbank benadrukte dat het COA niet de bevoegdheid heeft om de kring van opvanggerechtigden zelfstandig uit te breiden, maar dat in zeer bijzondere omstandigheden opvang kan worden verleend. De belangenafweging leidde tot de conclusie dat de gevraagde voorzieningen voorlopig moesten worden geweigerd, omdat de belangen van het jonge kind zwaarder wegen dan de belangen van het COA. De rechtbank stelde vast dat de moeder inmiddels wel haar medewerking is gaan verlenen aan het verkrijgen van de benodigde documenten voor vertrek naar haar geboorteland, wat de mogelijkheid op een oplossing voor de situatie vergrootte. De rechtbank besloot dat het COA, zolang het kind minderjarig is, niet alleen de moeder maar ook haar kind onderdak en verzorging moet verschaffen, en dat er een prikkel blijft bestaan voor de ouders om mee te werken aan terugkeer.