ECLI:NL:RBZUT:2009:BK5875
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor reclamebord aan de Zutphen-Emmerikseweg in Toldijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te Toldijk, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst. De eiser had een vergunning aangevraagd voor de plaatsing van een reclamebord aan de Zutphen-Emmerikseweg, afslag Wolfsstraat in Toldijk. Het college weigerde deze vergunning bij besluit van 23 februari 2009, en verklaarde het bezwaar van de eiser tegen deze weigering bij besluit van 19 augustus 2009 ongegrond. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, bijgestaan door zijn gemachtigde G.W. van der Bend.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de weigering van de vergunning niet op een deugdelijke motivering berustte. De rechtbank oordeelde dat de beleidsnota van het college, waarin werd gesteld dat reclameborden in het buitengebied in beginsel ontoelaatbaar zijn, niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank vond dat de afstandseisen die in de beleidsnota waren opgenomen, niet terug te voeren waren op de weigeringsgronden zoals genoemd in de Algemene plaatselijke verordening Bronckhorst 2008. Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit niet voldeed aan de eisen van artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht, dat vereist dat besluiten deugdelijk gemotiveerd zijn.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en gelastte dat het college het betaalde griffierecht van € 150,- aan de eiser vergoedt. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij besluiten van bestuursorganen, vooral wanneer het gaat om vergunningverlening in het kader van de openbare orde en veiligheid.