ECLI:NL:RBZUT:2009:BK4416

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/800294-07
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Krijger
  • Troost
  • Vos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in openlijk geweldszaak te Zutphen

In de zaak tegen verdachte C, geboren in 1988 en wonende te [adres, plaats], heeft de Rechtbank Zutphen op 25 november 2009 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van openlijk geweld gepleegd op 2 december 2006 te Zutphen, waarbij hij samen met anderen [slachtoffer A] zou hebben achtervolgd en mishandeld. De tenlastelegging omvatte diverse gewelddadige handelingen, waaronder het steken met een scherp voorwerp. Tijdens de zitting op 11 november 2009 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, en de verdediging heeft dit standpunt ondersteund. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren. De verklaringen van de verdachte en medeverdachten wezen erop dat de verdachte op afstand was gebleven tijdens het incident en geen actieve rol had gespeeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de tenlastegelegde feiten en sprak hem vrij. Daarnaast heeft de benadeelde partij, [slachtoffer A], een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze werd afgewezen omdat er geen bewezen feit was waaruit schade voortvloeide. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/800294-07
Uitspraak d.d.: 25 november 2009
tegenspraak / dnip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte C],
geboren te [plaats op 1988],
wonende te [adres, plaats].
Raadsvrouw: mr. A.M. Jongerman, advocaat te Epe.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
11 november 2009.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 02 december 2006, te Zutphen, met een ander of anderen, op
of aan de openbare weg, de Oude Wand, in elk geval op of aan een openbare weg,
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer A], welk geweld
bestond uit het achtervolgen, althans achterna lopen, van die [slachtoffer A] en/of het
roepen om die [slachtoffer A] te gaan pakken en/of het lopen/rennen naar, althans in de
richting van die [slachtoffer A] en/of uit het omsingelen van die [slachtoffer A] en/of slaan
en/of stompen en/of schoppen en/of trappen en/of duwen van/tegen die [slachtoffer A]
en/of het steken en/of stoten en/of snijden met een (vlinder)mes, althans met
een scherp en/of puntig voorwerp, in de nabijheid van het oog van die [slachtoffer A]
en/of in het gezicht en/of in/op het hoofd en/of in de (onder)arm;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Standpunt openbaar ministerie
De officier van justitie heeft vrijspraak van het ten laste gelegde gevorderd.
B. Standpunt verdachte
Door en namens verdachte is vrijspraak bepleit.
C. Beoordeling door de rechtbank: vrijspraak
Op 2 december 2006 heeft aangever [slachtoffer A] in [café] in Zutphen een gesprek met medeverdachte [medeverdachte B].2 Na sluitingstijd van [café] loopt een groep jongens met [medeverdachte B] naar de shoarmazaak [shoarmazaak] aan de [adres]. De groep bestaat uit: verdachte en medeverdachten [medeverdachte B], [naam], [medeverdachte A], [medeverdachte E] en [medeverdachte D].3 Aangever [slachtoffer A] loopt -achter de groep van [medeverdachte B]- samen met o.a. [getuige A], [getuige B] en [slachtoffer B] ook richting [shoarmazaak]. Bij [shoarmazaak] krijgt [slachtoffer A] woorden met iemand uit de groep [medeverdachte B] en deze persoon geeft [slachtoffer A] een vuistslag. Iemand uit de groep van [medeverdachte B] steekt [slachtoffer A] met een mes althans een scherp voorwerp.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij moest plassen en dat hij om die reden richting rivier De Berkel is gelopen. Dit heeft hij ter terechtzitting bevestigd4. Nadat hij terugkwam bij shoarmazaak [shoarmazaak] zag hij "dat er vuisten door de lucht gingen".5 Medeverdachte [medeverdachte D] heeft ook verklaard dat hij samen met verdachte op afstand bleef op het moment dat de anderen van de groep op [slachtoffer A] en anderen afliepen.6 Overige medeverdachten hebben ook niet verklaard of en welke handelingen verdachte verricht zou hebben ten tijde van het incident.
Gelet op het bovenstaande, acht de rechtbank het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte derhalve vrijspreken.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer A] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.419,14, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevoegd in het strafproces ten aanzien van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij gevorderd.
De raadsvrouw heeft afwijzing van de vordering bepleit, nu zij vrijspraak van het ten laste gelegde heeft bepleit.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu deze vordering geen betrekking heeft op een bewezen verklaard feit en aan de benadeelde partij derhalve geen rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezen verklaard feit, zoals bedoeld in artikel 361, tweede lid aanhef en sub b van het Wetboek van Strafvordering.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Krijger, voorzitter, Troost en Vos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 november 2009.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0631/06-209366, gesloten en getekend op 22 januari 2007 door [naam] (brigadier van politie Team Zutphen).
2 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] (pagina 179).
3 Zie o.a. proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 137).
4 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 175) en verklaring van verdachte ter terechtzitting.
5 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 175).
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D] (pagina 107).