ECLI:NL:RBZUT:2009:BK4190

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104058 - HA ZA 09-823
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschappelijke goederen en de vereisten voor notariële akte

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, betreft het een vordering tot vaststelling van de wijze van verdeling van gemeenschappelijke goederen tussen partijen die een affectieve relatie hebben gehad. De eiseres, wonende te Doetinchem, heeft de rechtbank verzocht om de wijze van verdeling van een woonhuis en een levensverzekering vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk eigenaar zijn van een woonhuis en rechthebbende op een levensverzekering, maar dat er belangrijke informatie ontbreekt, zoals de oppervlakte van het perceel en de kadastrale gegevens. Dit is van belang omdat, volgens artikel 3:186 lid 1 BW, een notariële akte vereist is voor de levering van een registergoed.

De rechtbank heeft geconstateerd dat de eiseres niet heeft gevorderd dat de rechtbank partijen zal bevelen om overeenkomstig de vastgestelde wijze van verdeling te leveren. Bovendien is de gedaagde niet verschenen met een advocaat, maar heeft hij tijdens de comparitie aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de toedeling van het woonhuis aan hem. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, met de bepaling dat de gedaagde de hypotheekschuld op zich moet nemen en dat partijen binnen twee maanden na dagtekening van het vonnis over moeten gaan tot uitvoering van de verdeling door middel van een notariële akte.

De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 14 oktober 2009 door mr. J.S.W. Lucassen en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met afwijzing van het meer of anders gevorderde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 104058 / HA ZA 09-823
Vonnis van 14 oktober 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Doetinchem,
eiseres,
advocaat mr. E.J. Moll te Doetinchem,
tegen
[gedaagde],
wonende te Doetinchem,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 augustus 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 30 september 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Partijen hebben vanaf 1995 tot 2007 een affectieve relatie gehad. Zij hebben ongehuwd samengewoond, zonder samenlevingscontract. Uit de toenmalige relatie is op 4 januari 1999 een kind geboren, [voornaam] [achternaam gedaagde].
2.2. Partijen zijn samen, ieder van hen voor de onverdeelde helft, eigenaar van een woonhuis aan de [adres] te Doetinchem (hierna: het woonhuis). Ook zijn partijen beide rechthebbende op een polis van levensverzekering bij DBV Levensverzekeringmaatschappij N.V. (hierna: DBV) met nummer 080.046.301. Verder hebben partijen gezamenlijk een hypothecaire geldschuld bij DBV en een hypothecaire geldschuld bij de DSB Bank.
2.3. [eiseres] is sinds 2007 niet meer in het woonhuis woonachtig. [gedaagde] is sinds die tijd in de woning blijven wonen en voldoet sindsdien de hypotheekrente.
3. De vordering
3.1. [eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de wijze van verdeling aldus zal vaststellen dat het woonhuis en de levensverzekering zullen worden toegedeeld aan [gedaagde], waarbij [gedaagde] tegelijkertijd verplicht is één of meer nieuwe geldleningen af te sluiten, zodat de leningen op naam van hem en [eiseres] samen in een keer kunnen worden afgelost, dan wel onder de verplichting aan de zijde van [gedaagde] te bewerkstelligen dat [eiseres] door DBV en door DSB Bank uit de hoofdelijkheid inzake de twee schulden zal worden ontslagen.
4. De beoordeling
4.1. De vordering van [eiseres] strekt ertoe dat de rechtbank de wijze van verdeling van gemeenschappelijke goederen zal vaststellen op de voet van het bepaalde in artikel 3:185 lid 1 BW. De aard van deze vordering brengt mee dat partijen zelf de verdeling overeenkomstig dit vonnis tot stand zullen moeten brengen, temeer nu [gedaagde] niet door middel van een advocaat is verschenen en de vordering mede om die reden niet zo kan worden opgevat dat de rechter (zelf) de verdeling vaststelt.
4.2. Nu het gaat om verdeling van - ondermeer - een registergoed, is op grond van het bepaalde in artikel 3:186 lid 1 BW een notariële akte vereist om levering te bewerkstelligen. [eiseres] heeft niet gevorderd dat de rechtbank partijen zal bevelen overeenkomstig de vastgestelde wijze van verdeling te leveren. Bovendien ontbreekt belangrijke informatie als de oppervlakte van het perceel waarop het woonhuis staat en de manier waarop dit perceel kadastraal bekend is. Tegen die achtergrond bestaan geen termen toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 3:300 lid 2 BW dan wel artikel 3:301 BW.
4.3. Hoewel [gedaagde] niet door middel van een advocaat in de onderhavige procedure is verschenen, heeft hij ter comparitie te kennen gegeven er geen bezwaar tegen te hebben dat het woonhuis aan hem zal worden toegedeeld en tevens te kennen gegeven dat hij de hypothecaire geldschulden op zich wil nemen.
4.4. De rechtbank zal de wijze van verdeling vaststellen zoals [eiseres] in de inleidende dagvaarding heeft verwoord, met dien verstande dat [gedaagde] niet zal worden verplicht één of meer nieuwe geldleningen af te sluiten, zodat de leningen op naam van hem en [eiseres] samen in een keer kunnen worden afgelost.
4.5. Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. stelt de wijze van verdeling aldus vast dat het woonhuis aan de [adres] te Doetinchem en de polis van levensverzekering bij DBV zullen worden toegedeeld aan [gedaagde], onder de verplichting van [gedaagde] de aan dit woonhuis verbonden hypotheekschuld(en) over te nemen en als eigen schuld(en) te voldoen, de verplichting tot vrijwaring van [eiseres] ten aanzien van die hypotheekschuld(en) en de verplichting zich ervoor in te spannen dat [eiseres] uit haar hoofdelijke verbondenheid voor deze schulden wordt ontslagen, zonder nadere verrekening van een over- of onderwaarde,
5.2. bepaalt dat partijen binnen twee maanden na dagtekening van dit vonnis overgaan tot uitvoering van deze verdeling door middel van een notariële akte te verlijden ten overstaan van een notaris ter keuze van [eiseres],
5.3. verstaat dat partijen de kosten van deze verdeling ieder voor de helft zullen dragen,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Lucassen en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2009.?