ECLI:NL:RBZUT:2009:BK4190
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van gemeenschappelijke goederen en de vereisten voor notariële akte
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, betreft het een vordering tot vaststelling van de wijze van verdeling van gemeenschappelijke goederen tussen partijen die een affectieve relatie hebben gehad. De eiseres, wonende te Doetinchem, heeft de rechtbank verzocht om de wijze van verdeling van een woonhuis en een levensverzekering vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk eigenaar zijn van een woonhuis en rechthebbende op een levensverzekering, maar dat er belangrijke informatie ontbreekt, zoals de oppervlakte van het perceel en de kadastrale gegevens. Dit is van belang omdat, volgens artikel 3:186 lid 1 BW, een notariële akte vereist is voor de levering van een registergoed.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de eiseres niet heeft gevorderd dat de rechtbank partijen zal bevelen om overeenkomstig de vastgestelde wijze van verdeling te leveren. Bovendien is de gedaagde niet verschenen met een advocaat, maar heeft hij tijdens de comparitie aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de toedeling van het woonhuis aan hem. De rechtbank heeft de vordering van de eiseres gedeeltelijk toegewezen, met de bepaling dat de gedaagde de hypotheekschuld op zich moet nemen en dat partijen binnen twee maanden na dagtekening van het vonnis over moeten gaan tot uitvoering van de verdeling door middel van een notariële akte.
De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 14 oktober 2009 door mr. J.S.W. Lucassen en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met afwijzing van het meer of anders gevorderde.