ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ7995
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Krijger
- Van der Mei
- Steenhuisen
- Rechtspraak.nl
Oplegging van straf aan minderjarige verdachte voor meerdere geweldsdelicten en zedendelict
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 15 september 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van een reeks ernstige geweldsdelicten en een zedendelict. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van meerdere terechtzittingen die plaatsvonden in 2008 en 2009. De tenlastelegging omvatte onder andere mishandeling, bedreiging, diefstal en feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 31 maart 2008 een hoeveelheid hete thee over het hoofd van slachtoffer A heeft gegoten, en op 13 mei 2008 samen met een ander een fiets heeft gestolen. Daarnaast heeft de verdachte op 16 november 2008 geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan slachtoffer F en heeft hij slachtoffer G bedreigd met de dood. De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft andere feiten bewezen verklaard op basis van getuigenverklaringen en de bekennende verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische rapporten die de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte bevestigden. Ondanks de ernst van de feiten heeft de rechtbank besloten geen PIJ-maatregel op te leggen, maar in plaats daarvan een werkstraf van 100 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van 2 maanden. De rechtbank heeft benadrukt dat de verdachte nog jong is en dat de bewezen feiten van relatief geringe zwaarte zijn in vergelijking met andere zaken waarin een PIJ-maatregel gebruikelijk is. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing zijn op de tenlastegelegde feiten.