ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ2180
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verklaring voor recht inzake onrechtmatig handelen van gerechtelijk deskundige in Deventer moordzaak
In deze zaak vordert eiser, die onherroepelijk is veroordeeld voor de moord op [slachtoffer], een verklaring voor recht dat de deskundige [gedaagde] onrechtmatig jegens hem handelt door niet te reageren op vragen over zijn forensisch onderzoek. Eiser stelt dat de deskundige, die betrokken was bij het DNA-onderzoek in de Deventer moordzaak, zijn zorgplicht heeft geschonden door niet in te gaan op wetenschappelijk onderbouwde vragen die door eiser zijn gesteld. De rechtbank heeft de procedure in meerdere stappen doorlopen, waaronder een tussenvonnis en een comparitie. Eiser heeft zijn veroordeling in de strafzaak als basis voor zijn vordering gebruikt, maar de rechtbank oordeelt dat de deskundige niet onrechtmatig handelt door niet te reageren. De rechtbank wijst de vordering van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten. De rechtbank concludeert dat de deskundige gebonden is aan geheimhoudingsverplichtingen en dat de vragen van eiser niet beantwoord hoeven te worden. De rechtbank benadrukt dat de onherroepelijke veroordeling van eiser in de strafzaak dwingend bewijs oplevert van zijn schuld, wat de basis vormt voor de afwijzing van de vordering.