ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ0931

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/801071-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. Borgerhoff Mulder
  • E. van den Dungen-Dijkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar telefonische contacten van verdachte met alarmnummer 112 en politie

Op 30 juni 2009 heeft de Rechtbank Zutphen in de zaak met parketnummer 06/801071-08 een tussenvonnis uitgesproken. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen om te onderzoeken of de verdachte op 2 januari 2007 tussen 19.45 uur en 23.00 uur telefonisch contact heeft gehad met het alarmnummer 112 of het algemene nummer van de politie, 0900-8844. Dit besluit is genomen in het belang van de waarheidsvinding, aangezien tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. De verdachte, die op 10 maart 2008 als getuige heeft verklaard, heeft aangegeven dat zij de politie heeft gebeld na een ongeluk van haar echtgenoot. De rechtbank heeft de raadsman verzocht om een gespecificeerde nota van het telecombedrijf over de betreffende datum en tijd over te leggen.

De rechtbank heeft de officier van justitie verzocht om het onderzoek te laten verrichten en heeft de stukken in handen gesteld van de officier. De verdachte zal worden opgeroepen voor een nadere terechtzitting, waarvan de datum en tijd aan haar raadsman zullen worden meegedeeld. De rechtbank heeft de zaak voor onbepaalde tijd geschorst, zodat het onderzoek kan worden voortgezet. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2009, waar de officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. De verdachte heeft echter volgehouden dat zij de waarheid heeft gesproken en dat zij op de bedoelde datum twee keer naar de politie heeft gebeld. De raadsman heeft vrijspraak bepleit en verzocht om aanhouding van de zaak voor het opvragen van een gespecificeerde factuur bij KPN.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801071-08
Uitspraak d.d.: 30 juni 2009
Tegenspraak / dip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1973],
wonende te [adres en plaats].
Raadsman: mr. A.A. Dooijeweerd
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 juni 2009.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 10 maart 2008 te Zutphen ter terechtzitting van de
Politierechter als getuige in de zaak tegen [echtgenoot verdachte], zijnde haar, verdachtes,
echtgenoot,
nadat zij in handen van de Politierechter op de bij de wet voorgeschreven
wijze de eed/belofte had afgelegd de gehele waarheid en niets dan de waarheid
te zullen zeggen, in elk geval in een geval waarin een wettelijk voorschrift
een verklaring onder ede vordert en/of daaraan rechtsgevolgen verbindt,
mondeling, persoonlijk, opzettelijk valselijk, geheel of ten dele in strijd
met de waarheid - zakelijk weergegeven - heeft verklaard:
-"Hij vertelde wat er gebeurd was en we besloten de politie te bellen. Ik heb
de politie gebeld,"
en/of
-"Ik kreeg een agente aan de telefoon. Ik weet niet of we een nummer hebben
opgezocht. Volgens mij heb ik 112 gebeld. Ik heb het verhaal uitgelegd, dat
mijn man een ongeluk had gehad,"
en/of
"Die agente zei dat ze nu niets konden doen en dat we de volgende morgen naar
het bureau moesten gaan";
art 207 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Standpunt van verdachte en haar raadsman
Verdachte heeft verklaard dat zij op de bedoelde terechtzitting de waarheid heeft gesproken en dat ze erbij blijft dat zij op 2 januari 2007 twee keer naar de politie heeft gebeld. Haar raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat de mogelijkheid bestaat dat zijn cliënt op 2 januari 2007 vóór 20.15 uur naar de politie heeft gebeld. Daarnaast is niet onderzocht of zijn cliënt heeft gebeld met het algemene nummer van de politie. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om aanhouding van de zaak, zodat hij een gespecificeerde factuur kan opvragen bij de KPN.
Overwegingen van de rechtbank
Onder de beraadslaging is gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest. De rechtbank acht het in het belang van de waarheidsvinding noodzakelijk dat nader wordt onderzocht of verdachte op 2 januari 2007 tussen 19.45 uur en 23.00 uur telefonisch contact heeft gehad met het alarmnummer 112 dan wel met 0900-8844, het algemene nummer van de politie. De rechtbank zal daartoe het onderzoek heropenen en vervolgens schorsen voor onbepaalde tijd. Zij zal de stukken in handen van de officier stellen.
Daarnaast verzoekt de rechtbank de raadsman een gespecificeerde nota van het telecombedrijf betreffende 2 januari 2007 van 19.45 uur tot 23.00 uur van het telefoonnummer van verdachte over te leggen, zoals hij ter terechtzitting heeft aangeboden.
Beslissing
De rechtbank:
• heropent het onderzoek en schorst dit voor onbepaalde tijd;
• stelt de stukken in handen van de officier van justitie teneinde voormeld onderzoek te laten verrichten;
• beveelt de oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting en kennisgeving van die datum en het tijdstip aan haar raadsman.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Van den Dungen-Dijkstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 juni 2009.