ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ0697

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580656-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. van den Dungen-Dijkstra
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de behandelmogelijkheden van verdachte in een strafzaak met betrekking tot diefstal met geweld

Op 30 juni 2009 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van diefstal met geweld. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om een indicatiestelling van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) te verkrijgen, aangezien dit noodzakelijk is voor het vaststellen van de behandelmogelijkheden van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek naar deze behandelmogelijkheden onvoldoende heeft plaatsgevonden en dat de indicatiestelling door het NIFP nog niet is afgegeven. De rechtbank hecht veel waarde aan de behandeling van de verdachte en wijst het voorstel van de officier van justitie af om de zaak zonder indicatiestelling af te doen.

De rechtbank heeft ook de voorlopige hechtenis van de verdachte besproken. De raadsman heeft verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat het onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft besloten om het onderzoek te schorsen voor een periode van maximaal drie maanden, zodat het NIFP de indicatiestelling kan opstellen en de reclassering kan rapporteren. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de officier van justitie en bevolen dat de verdachte wordt opgeroepen voor een nader te bepalen terechtzitting.

Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de Rechtbank Zutphen, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van de verdachte en de noodzaak van een indicatiestelling voor de verdere procedure.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580656-08
Uitspraak d.d.: 30 juni 2009
tegenspraak / dip / oip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte ],
geboren te [plaats op 1987],
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwolle.
Raadsman: mr. D.M. Penn, advocaat te Maastricht.
Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 18 februari 2009, 8 april 2009 en 16 juni 2009.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 oktober 2008 te Winterswijk tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen
- een hoeveelheid (trein)abonnementen en/of abonnementskaarten (ter waarde van
ongeveer 280 euro) en/of
- een hoeveelheid strippenkaarten (ter waarde van ongeveer 1418 euro) en/of
- een zeer grote hoeveelheid sigaretten (ongeveer 456 pakjes, ter waarde van
ongeveer 2222 euro) en/of aanstekers en/of vloei, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de Stationsrestauratie NS station
Winterswijk en/of aan Servex BV en/of aan de Nederlandse Spoorwegen, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming en/of door middel van een valse sleutel en/of
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer]
heeft/hebben gericht en/of (voortdurend) gericht gehouden en/of
- aan die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd "meekomen" en/of "stop,
meekomen, ik ga schieten" en/of "ik geef de opdrachten, lopen" en/of "als je
doet wat ik zeg, dan zal ik niet schieten" en/of "omdraaien telefoon" en/of
"naar binnen" en/of "handen omhoog", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- de batterij van/uit de mobiele telefoon van die [slachtoffer] heeft/hebben
verwijderd en/of afgenomen;
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Heropening onderzoek
Het is de rechtbank onder de beraadslaging gebleken dat het onderzoek naar de behandelmogelijkheden bij Groot Batelaar, dan wel een soort gelijke instelling onvoldoende heeft plaatsgevonden. Een indicatiestelling is door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP) thans niet afgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat deze indicatiestelling noodzakelijk is om de behandelmogelijkheden van verdachte vast te stellen en te beoordelen.De rechtbank gaat niet in op het voorstel van de officier van justitie om het NIFP maar te laten voor wat het is en de zaak zonder indicatiestelling af te doen, omdat verdachte zelf aangeeft zeer gemotiveerd voor behandeling te zijn. De rechtbank hecht veel waarde aan behandeling. Derhalve zal de rechtbank het onderzoek heropenen.
Het NIFP is naar het oordeel van de rechtbank nalatig gebleven in het opstellen van een dergelijke indicatiestelling. Daarbij merkt de rechtbank op dat van het openbaar ministerie wordt verwacht dat het actief de behandeling van de zaak door het NIFP zal bespoedigen, opdat (het onderzoek naar) een indicatiestelling op zo kort mogelijke termijn zal zijn afgerond en een intakegesprek met Groot Batelaar kan plaatshebben, teneinde de rechtbank voor de volgende zitting op de hoogte te kunnen brengen of en, zo ja, per wanneer verdachte kan worden opgenomen en behandeld in Groot Batelaar.
In het opstellen van een indicatiestelling en nadere rapportage door de reclassering, alsmede het zittingsrooster van de rechtbank zijn klemmende redenen gelegen om het te heropenen onderzoek voor langer dan een maand te schorsen, doch niet langer dan drie maanden.
Beslissing ten aanzien van de voorlopige hechtenis
Ter terechtzitting d.d. 16 juni 2009 heeft de raadsman verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen. De officier van justitie heeft zich daartegen verzet.
De rechtbank wijst het verzoek tot schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis af, nu het verzoek onvoldoende is onderbouwd en een schorsing zich niet met de gronden verdraagt.
Beslissing
De rechtbank:
heropent het onderzoek en schorst het onderzoek tot onbepaalde tijd;
stelt de stukken in handen van de officier van justitie ter fine als voormeld, opdat een indicatiestelling door het NIFP kan worden opgemaakt en de reclassering nader zal rapporteren;
wijst het verzoek tot schorsing van het bevel voorlopige hechtenis af;
beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving van die datum en het tijdstip aan de raadsman.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Van den Dungen-Dijkstra en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 juni 2009.