ECLI:NL:RBZUT:2009:BI3829

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
6 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/470270-09
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Krijger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van erfvredebreuk wegens onvoldoende bewijs van wederrechtelijk vertoeven op besloten erf

In de zaak tegen de verdachte, die op 23 februari 2009 in Almen werd aangehouden, heeft de politierechter op 6 mei 2009 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van erfvredebreuk, omdat hij zich zonder toestemming op een besloten erf bevond dat in gebruik was bij het opvangcentrum voor thuis- en daklozen, genaamd 'De Vrije Vogel'. De officier van justitie concludeerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastelegging. De rechter oordeelde dat het bestanddeel 'in een besloten erf' niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Dit was te wijten aan het feit dat niet duidelijk was of de verdachte de toegang tot het terrein of het pand was ontzegd. De politie had verzuimd om de medewerkers van het opvangcentrum te horen, wat cruciaal was voor de bewijsvoering. De verdachte had verklaard dat hij dacht dat het verbod alleen voor het gebouw gold en dat hij zich niet bewust was van het overtreden van het verbod door zich op het terrein te bevinden. De rechter concludeerde dat, ondanks dat de verdachte op het terrein was, niet bewezen kon worden dat hij wederrechtelijk vertoefde, omdat de toegang niet duidelijk was ontzegd. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Politierechter
Parketnummer: 06/470270-09
Uitspraak d.d.: 6 mei 2009
Verstek/ DIP
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1972],
wonende te [adres].
1. Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 april 2009.
2. De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Hij op of omstreeks 23 februari 2009 te Almen, althans in de gemeente Lochem, wederrechtelijk vertoevende in een besloten erf gelegen aan de [adres] en in gebruik bij het opvangcentrum voor thuis- en daklozen van het Leger des Heils genaamd “De Vrije Vogel”, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, welke wederrechtelijkheid hieruit bestond dat hem, verdachte, op 23 februari 2009 (mondeling) de toegang tot voornoemd erf tot 24 februari 2009, te 13.00 uur is ontzegd;
art. 138 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3. Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
4. Standpunten van de officier van justitie met betrekking tot eventuele vrijspraak
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. Verdachte heeft aan de [adres] [nummer] te Almen zijn GBA-adres. Het GBA gaat er vanuit dat daar waar iemand is ingeschreven, deze persoon zijn woonstede heeft. Het Leger des Heils heeft zijn woonplaats ter plaatse waar zij volgens wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten zijn zetel heeft. Nu het Leger des Heils zijn woonstede heeft, en derhalve zakelijk eigenaar is van het pand gelegen aan de [adres] [nummer] te Almen, is het Leger des Heils bevoegd geweest om verdachte de toegang te ontzeggen van zowel het pand als van het terrein. Dat verdachte in het pand gelegen aan de [adres] zijn woonruimte had, laat onverlet dat de eigenaar van dit pand personen de toegang tot het pand kan ontzeggen. Dit brengt met zich mee dat, ook al staat verdachte volgens het GBA-register daar ingeschreven, hij in dit pand en op het terrein wederrechtelijk kan vertoeven nadat hem de toegang is ontzegd.
De officier van justitie is van mening dat, nu de politie heeft verzuimd de personen die verdachte mondeling de toegang tot het terrein hebben ontzegd te horen, niet duidelijk is geworden of verdachte deze toegang tot het pand, dan wel het pand en het terrein, is ontzegd. Of verdachte wist dat hij niet op het terrein mocht komen doet hier niets aan af. Het vorenstaande leidt ertoe dat verdachte vrij moet worden gesproken.
5. Vrijspraak
Naar het oordeel van de politierechter is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
De politierechter overweegt daarbij als volgt:
1. Uit het ambtelijk verslag (eindnoot 1) komt naar voren dat de medewerksters van het opvangcentrum “De Vrije Vogel” mondeling een ontzegging hebben aangezegd. Niet gebleken is of aan verdachte de toegang tot het terrein dan wel het pand is ontzegd.
2. Verdachte werd aangehouden (eindnoot 2) op 24 februari 2009 toen verbalisanten [verbalisanten] over het terrein van De Vrije Vogel reden en zij omstreeks 05.15 uur een persoon met een petje over het terrein zagen lopen. Bij navraag aan de leiding bleek dat verdachte een petje droeg, waarna verdachte is aangehouden.
3. De verdachte heeft in de loop van het politieonderzoek verklaard (eindnoot 3) dat hij op 23 februari 2009 van de leiding van De Vrije Vogel te Almen, naar aanleiding van een opstootje, mondeling een verbod heeft gekregen tot 24 februari 2009 te 13.00 uur. Verdachte was van mening dat dit verbod alleen voor het gebouw gold en hij is op 24 februari 2009 omstreeks 05.15 het terrein opgelopen om koffie te vragen aan de bewaking. Toen hij licht zag is hij terug gelopen omdat hij dacht dat het de bewaking was. Hij verklaart zich er niet van bewust te zijn geweest dat hij het verbod overtrad door zich op het terrein te bevinden.
Niet is komen vast te staan dat verdachte wederrechtelijk vertoefde op het besloten erf gelegen aan de [adres]. Uit het onderhavige procesdossier blijkt niet of aan verdachte de toegang tot het pand, dan wel de toegang tot het terrein is ontzegd. Hiervoor hadden de medewerksters van De Vrije Vogel gehoord moeten worden, maar nu de politie dit heeft verzuimd is de politierechter, met de officier van justitie, van oordeel dat hiermee het bestanddeel “in een besloten erf” niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Of verdachte wist dat hij niet op het terrein mocht komen doet aan het vorenstaande niets af. Dit heeft tot gevolg dat verdachte van de gehele tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
BESLISSING
De politierechter:
• Verklaart niet bewezen, dat verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door mr. Krijger, politierechter, in tegenwoordigheid van Stornebrink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 mei 2009.
Eindnoten
1 Zie het ambtelijk verslag, pag. 8-9.
2 Zie het proces-verbaal van aanhouding, p.4-5.
3 Zie het proces-verbaal van verhoor van verdachte (pag. 6-7), gevoegd bij het in de wettelijke vorm opgemaakte stamproces-verbaal, gesloten en ondertekend op 11 maart 2009 door Van der Veen, brigadier van politie Team Lochem Gorssel.