ECLI:NL:RBZUT:2009:BH9006

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580286-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Hooft
  • Kleinrensink
  • Gilhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige overvallen met geweld in Doetinchem

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 30 maart 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van twee gewelddadige overvallen in Doetinchem. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. De eerste overval vond plaats op 28 mei 2008, waarbij de verdachte samen met anderen een supermarkt binnenging met bedekt gezicht en onder bedreiging van geweld de filiaalhouder dwong om de kluis te openen. De filiaalhouder wist te ontsnappen, maar de verdachte en zijn mededaders zijn weggerend zonder buit. De tweede overval vond plaats op 21 juni 2008, waarbij de verdachte en zijn mededaders een echtpaar in hun woning overvallen. Hierbij werd gedreigd met een vuurwapen en zijn er waardevolle goederen, waaronder sieraden en een laptop, gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan poging tot afpersing en afpersing, waarbij geweld werd gebruikt. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het strafblad van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor geweldsdelicten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van drie jaar, met aftrek van voorarrest, en kende schadevergoedingen toe aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580286-08
Uitspraak d.d.: 30 maart 2008
tegenspraak / dip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1986],
wonende te [plaats],
verblijvende in het huis van bewaring te Zutphen,
raadsman: mr. N.G. Cornelissen te Groenlo.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2008, 26 februari 2009 en 16 maart 2009.
Ter terechtzitting gegeven voornemen ontnemingsvordering
Ter terechtzitting van 26 februari 2009 heeft de officier van justitie conform artikel 311, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering het voornemen kenbaar gemaakt in een later stadium een afzonderlijke ontnemingsvordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 mei 2008 in de gemeente Doetinchem,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of
bedreiging met geweld [filiaalhouder supermarkt], zijnde de filiaalhouder van de
[supermarkt], te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de [supermarkt], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
-met zijn/hun gezicht(en) gedeeltelijk bedekt en/of vermomd, en/of
-met één of meer mes(sen) en/of hamer(s), althans voor afdreiging geschikte
voorwerp(en), in zijn/hun hand(en), in voornoemde [supermarkt] is/zijn
binnengetreden, en/of
-(vervolgens) voornoemde [filiaalhouder supermarkt] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"Overval, de kluis, geld!" en/of "Je moet de kluis openen", en/of "Jij gaat de
deur op slot draaien en je gaat geen gekke dingen doen", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking, en/of
-(vervolgens) toen voornoemde [filiaalhouder supermarkt] naar buiten was gerend/gevlucht, met
voornoemd(e) mes(sen) en/of hamer(s), althans voorwerp(en), achter
voornoemde [filiaalhouder supermarkt] is/zijn aangerend en/of toen voornoemde [filiaalhouder supermarkt] op de
grond gevallen was, op korte afstand van voornoemde [filiaalhouder supermarkt] is/zijn gaan
staan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 2 overval [supermarkt])
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 28 mei 2008 in de gemeente Doetinchem,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [supermarkt], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes,
mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[filiaalhouder supermarkt], zijnde de filiaalhouder van de [supermarkt], te
plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
-met zijn/hun gezicht(en) gedeeltelijk bedekt en/of vermomd, en/of
-met één of meer mes(sen) en/of hamer(s), althans voor afdreiging geschikte
voorwerp(en), in zijn/hun hand(en), in voornoemde [supermarkt] is/zijn
binnengetreden, en/of
-(vervolgens) voornoemde [filiaalhouder supermarkt] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"Overval, de kluis, geld!" en/of "Je moet de kluis openen", en/of "Jij gaat de
deur op slot draaien en je gaat geen gekke dingen doen", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking, en/of
-(vervolgens) toen voornoemde [filiaalhouder supermarkt] naar buiten was gerend/gevlucht, met
voornoemd(e) mes(sen) en/of hamer(s), althans voorwerp(en), achter
voornoemde [filiaalhouder supermarkt] is/zijn aangerend en/of toen voornoemde [filiaalhouder supermarkt] op de
grond gevallen was, op korte afstand van voornoemde [filiaalhouder supermarkt] is/zijn gaan
staan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(zaak 2 [supermarkt])
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 juni 2008 in de gemeente Doetinchem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld de heer [slachtoffer A] en/of
mevrouw [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de afgifte van
een horloge en/of een sleutel van een kluis en/of de inhoud van voornoemde
kluis (te weten - onder meer - een grote hoeveelheid sieraden) en/of een
laptop en/of een portefeuille met inhoud (waaronder meerdere, althans een
bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of een geldbedrag van 40 euro) en/of een
spiegelreflexcamera en/of daarbij behorende fotoapparatuur en/of meerdere,
althans een mobiele telefoon(s), in totaal ter waarde van ongeveer 70.310
euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de heer
[slachtoffer A] en/of mevrouw [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of diens mededader(s)
- (een) ruit(en) van een woning aan de [adres] heeft/hebben ingeslagen
en/of
- (een) bivakmuts(en) en/of (een) masker(s) heeft/hebben gedragen, althans
zijn/hun gezicht(en) heeft/hebben bedekt en/of
- voornoemde [slachtoffer B] bij de kleding en/of het lichaam heeft/hebben vastgepakt
en/of (vervolgens) een arm op de rug heeft/hebben gedraaid en/of (vervolgens)
op de grond heeft/hebben geduwd en/of aan de kin en/of het hoofd heeft/hebben
getrokken en/of (daarbij) aan die [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"op de grond, op de grond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die
[slachtoffer A] heeft/hebben gericht en/of die [slachtoffer A] met dit (vuur)wapen,
althans dat daarop gelijkende voorwerp, tegen het hoofd heeft/hebben geslagen
en/of dat (vuur)wapen, althans dat daarop gelijkende voorwerp, tegen de hals
van die [slachtoffer A] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of dit (vuur)wapen,
althans dit daarop gelijkende voorwerp, nabij die [slachtoffer B] heeft/hebben
gehouden, althans op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben
toegevoegd: "hij is echt en hij is geladen. Ga op de grond zitten. Ik wil
geld. Ik wil weten waar de kluis is", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben laten knielen en/of
(met tape) een/de hand(en) op de rug heeft/hebben vastgebonden en/of de mond
en/of de ogen heeft/hebben dichtgeplakt en/of het hoofd met tape heeft/hebben
omwikkeld en/of
- aan die [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "als je niet zegt waar
de kluis is, dan doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] aan een/de arm(en) (omhoog)
heeft/hebben getrokken en/of naar de kelder van de woning heeft/hebben geduwd
en/of getrokken en/of
- (daarbij) die [slachtoffer B] meermalen, althans eenmaal, in haar kruis heeft/hebben
gepakt en/of betast en/of
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "maak
de kluis open" en/of "zitten, zitten" en/of "ga in een hoek op de grond
zitten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (daarbij) (voortdurend) voornoemd (vuur)wapen, althans dat daarop gelijkende
voorwerp, op die [slachtoffer A] heeft/hebben gericht, althans op duidelijk
zichtbare wijze heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer A] tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "blijf
in de kelder zitten anders loopt het fout met jullie af", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking;
(zaak 3 overval [adres])
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 21 juni 2008 in de gemeente Doetinchem, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
een horloge en/of een sleutel van een kluis en/of de inhoud van voornoemde
kluis (te weten - onder meer - een grote hoeveelheid sieraden) en/of een
laptop en/of een portefeuille met inhoud (waaronder meerdere, althans een
bankpas(sen) en/of creditcard(s) en/of een geldbedrag van 40 euro) en/of een
spiegelreflexcamera en/of daarbij behorende fotoapparatuur en/of meerdere,
althans een mobiele telefoon(s), in totaal ter waarde van ongeveer 70.310
euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de heer
[slachtoffer A] en/of mevrouw [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen de heer [slachtoffer A] en/of mevrouw
[slachtoffer B]
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een)
andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te
maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn, verdachtes, mededader(s):
- (een) ruit(en) van een woning aan de [adres] heeft/hebben ingeslagen
en/of
- (een) bivakmuts(en) en/of (een) masker(s) heeft/hebben gedragen, althans
zijn/hun gezicht(en) heeft/hebben bedekt en/of
- voornoemde [slachtoffer B] bij de kleding en/of het lichaam heeft/hebben vastgepakt
en/of (vervolgens) een arm op de rug heeft/hebben gedraaid en/of (vervolgens)
op de grond heeft/hebben geduwd en/of aan de kin en/of het hoofd heeft/hebben
getrokken en/of (daarbij) aan die [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd:
"op de grond, op de grond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
- (vervolgens) een (vuur)wapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, op die
[slachtoffer A] heeft/hebben gericht en/of die [slachtoffer A] met dit (vuur)wapen,
althans dat daarop gelijkende voorwerp, tegen het hoofd heeft/hebben geslagen
en/of dat (vuur)wapen, althans dat daarop gelijkende voorwerp, tegen de hals
van die [slachtoffer A] heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of dit (vuur)wapen,
althans dit daarop gelijkende voorwerp, nabij die [slachtoffer B] heeft/hebben
gehouden, althans op duidelijk zichtbare wijze heeft/hebben getoond en/of
- (daarbij) aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben
toegevoegd: "hij is echt en hij is geladen. Ga op de grond zitten. Ik wil
geld. Ik wil weten waar de kluis is", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben laten knielen en/of
(met tape) een/de hand(en) op de rug heeft/hebben vastgebonden en/of de mond
en/of de ogen heeft/hebben dichtgeplakt en/of het hoofd met tape heeft/hebben
omwikkeld en/of
- aan die [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "als je niet zegt waar
de kluis is, dan doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] aan een/de arm(en) (omhoog)
heeft/hebben getrokken en/of naar de kelder van de woning heeft/hebben geduwd
en/of getrokken en/of
- (daarbij) die [slachtoffer B] meermalen, althans eenmaal, in haar kruis heeft/hebben
gepakt en/of betast en/of
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "maak
de kluis open" en/of "zitten, zitten" en/of "ga in een hoek op de grond
zitten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- (daarbij) (voortdurend) voornoemd (vuur)wapen, althans dat daarop gelijkende
voorwerp, op die [slachtoffer A] heeft/hebben gericht, althans op duidelijk
zichtbare wijze heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer A] tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "blijf
in de kelder zitten anders loopt het fout met jullie af", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking;
(zaak 3 overval [adres])
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2008
tot 12 augustus 2008 in de gemeente Doetinchem en/of elders in Nederland,
tezamen en/of in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) één
of meer wapen(s) van categorie III en/of II, en/of onder andere een pistool
(merk: Smith and Wesson), en/of munitie van categorie III en/of II voorhanden
heeft gehad en/of heeft gedragen;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Partiële nietigheid van de dagvaarding ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel, dat de dagvaarding wat betreft het onder 3 ten laste gelegde nietig moet worden verklaard, aangezien het daar gestelde geen duidelijke en begrijpelijke omschrijving bevat van het ten laste gelegde. In het dossier is sprake van verschillende vuurwapens in handen van verschillende personen. Het is de rechtbank niet duidelijk over welk(e) vuurwapen(s) het in deze tenlastelegging gaat.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
A. Vaststaande feiten
1. Op 28 mei 2008 is een tweetal personen voor openingstijd een [supermarkt]-filiaal in Doetinchem binnengekomen met bedekt gezicht en hebben onder bedreiging van een mes en een (klauw)hamer de filiaaleigenaar verzocht de kluis te openen. De filiaaleigenaar is erin geslaagd naar buiten te vluchten, waarna de twee personen weg zijn gerend.2
2. Op 21 juni 2008 is het echtpaar [slachtoffer A] in hun woning in Doetinchem overvallen door meerdere personen. Bij deze overval zijn een grote hoeveelheid sieraden, een portefeuille met inhoud en een spiegelreflexcamera gestolen en is gedreigd met een vuurwapen.3
B. Standpunt openbaar ministerie
3. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen kan worden en dat verdachte van het onder 3 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken.
C. Standpunt van de verdachte
4. De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte niet betrokken is geweest bij het maken van de plannen en dat zijn opzet niet was gericht op het toegepaste geweld door medeverdachten.
6. Voorts heeft de raadsman ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde vrijspraak bepleit.
D. Beoordeling door de rechtbank
7. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en baseert zich hierbij op:
8. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
- de aangifte van [filiaalhouder supermarkt];4
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte B];5
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte A];6
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 februari 2009.
9. De rechtbank is van oordeel, dat de medeverdachten geld of goederen gepakt zouden hebben, maar ook aangenomen zouden hebben indien geld of goederen hen ten gevolge van de door hen uitgeoefende bedreiging met geweld zouden zijn aangereikt. Daarom is hier sprake van zowel een poging tot diefstal door bedreiging met geweld als een poging tot afpersing.
10. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
- de aangifte van [slachtoffer A];7
- de aangifte van [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A];8
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte A];9
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte B];10
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte D];11
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte E];12
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting op 26 februari 2009.
11. Medeverdachte [medeverdachte E] heeft verklaard, dat een dag voor de overval [medeverdachte D], [medeverdachte E], [medeverdachte B], [medeverdachte A] en verdachte in de auto van [medeverdachte E] rondreden.13 In de auto hebben [medeverdachte A] en [medeverdachte D] verteld, dat zij een woning wisten waar veel geld te halen viel en heeft [medeverdachte D] de desbetreffende woning aangewezen.14
12. [medeverdachte A] heeft verklaard, dat ze hadden afgesproken dat verdachte via het raam naar binnen gaan en wanneer ze binnen waren, verdachte meteen naar boven zou gaan naar de kluis.15 [medeverdachte B] heeft dit eveneens verklaard en verdachte heeft dit bevestigd.16
13. Na de overval is de buit, voornamelijk bestaande uit sieraden, verkocht en is de opbrengst daarvan verdeeld onder [medeverdachte B], [medeverdachte A] en verdachte.17
14. Het verweer van de raadsman, dat verdachte geen opzet had op het toegebrachte geweld door medeverdachten kan niet slagen, nu verdachte wist dat medeverdachten een vuurwapen en duck tape hadden meegenomen naar de woning.18 Verdachte heeft daarmee willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard, dat het meegenomen wapen en de duck tape ook gebruikt zou worden ten tijde van de overval. Het verweer wordt mitsdien verworpen.
15. Uit het vorenoverwogene volgt tevens, dat verdachte mee is geweest tijdens het voorverkennen van de omgeving en locatie van de woning. Voorts is hij betrokken geweest bij het maken van de (in de achtertuin kort voor de overval gemaakte) plannen, welke betrekking hadden op welke wijze het huis binnengetreden zou worden. Verdachte heeft vervolgens het voortouw genomen door als eerste de woning binnen te gaan, na een raam van de keuken met een tuinstoel kapot geslagen te hebben. In de woning is hij naar boven gegaan, op zoek naar de kluis/buit. Hij heeft daadwerkelijk enige voorwerpen, zoals portemonnees danwel daarop lijkende voorwerpen en een zaklamp meegenomen.19 Na de overval heeft hij meegedeeld in de opbrengst van de buit. De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat sprake is van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking tussen medeverdachten en verdachte, dat sprake is van medeplegen.
16. Voorts is de rechtbank van oordeel, dat sprake is van diefstal met geweld, nu verdachte en medeverdachten de goederen zélf hebben weggenomen. Tevens is de rechtbank van oordeel dat sprake is van afpersing, nu verdachten [slachtoffer A] tot afgifte van zijn horloge hebben gedwongen en [slachtoffer A] zijn horloge aan (mede)verdachte heeft afgegeven.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 28 mei 2008 in de gemeente Doetinchem, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [filiaalhouder supermarkt], zijnde de filiaalhouder van de [supermarkt], te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan de [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
- met hun gezichten gedeeltelijk bedekt en
- met één mes en hamer in hun handen, in voormelde [supermarkt] zijn binnengetreden en
- vervolgens voornoemde [filiaalhouder supermarkt] de woorden hebben toegevoegd: "Overval, de kluis, geld!" en "Je moet de kluis openen" en "Jij gaat de deur op slot draaien en je gaat geen gekke dingen doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en
hij op 28 mei 2008 in de gemeente Doetinchem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld toebehorende aan de [supermarkt], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen [filiaalhouder supermarkt], zijnde de filiaalhouder van de [supermarkt], te
plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken met een of meer van zijn mededaders
- met hun gezichten gedeeltelijk bedekt en
- met één mes en hamer in hun hand, in voornoemde [supermarkt] zijn binnengetreden en
- vervolgens voornoemde [filiaalhouder supermarkt] de woorden hebben toegevoegd: "Overval, de kluis, geld!" en "Je moet de kluis openen" en "Jij gaat de deur op slot draaien en je gaat geen gekke dingen doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 21 juni 2008 in de gemeente Doetinchem tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld de heer [slachtoffer A] en mevrouw [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en diens mededaders
- een ruit van een woning aan de [adres] hebben ingeslagen en
-hun gezichten hebben bedekt en
- voornoemde [slachtoffer B] hebben vastgepakt en
- vervolgens een arm op de rug hebben gedraaid en
- vervolgens op de grond hebben geduwd en
- daarbij aan die [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Op de grond, op de grond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- een vuurwapen op die [slachtoffer A] hebben gericht en
- die [slachtoffer A] tegen het hoofd hebben geslagen en
- dat vuurwapen tegen de hals van die [slachtoffer A] hebben gedrukt en gehouden en
- dit vuurwapen nabij die [slachtoffer B] hebben gehouden, althans op duidelijk zichtbare wijze hebben getoond en
- (daarbij) aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Hij is echt en hij is geladen. Ga op de grond zitten. Ik wil geld. Ik wil weten waar de kluis is", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- die [slachtoffer B] en/of [slachtoffer A] hebben laten knielen en met tape de handen op de rug hebben vastgebonden en de mond en de ogen hebben dichtgeplakt en het hoofd met tape hebben omwikkeld en
- aan die [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Als je niet zegt waar de kluis is, dan doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- vervolgens die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] omhoog hebben getrokken en naar de kelder van de woning hebben geduwd en/of getrokken en
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Maak de kluis open" en "Zitten, zitten" en "Ga in een hoek op de grond zitten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- daarbij voortdurend voormeld vuurwapen op die [slachtoffer A] hebben gericht, althans op duidelijk zichtbare wijze hebben getoond en
- aan die [slachtoffer A] en [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Blijf in de kelder zitten anders loopt het fout met jullie af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
en
hij op 21 juni 2008 in de gemeente Doetinchem, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een sleutel van een kluis en de inhoud van voornoemde kluis (te weten een hoeveelheid sieraden) en een
laptop en een portefeuille met inhoud en een spiegelreflexcamera en daarbij behorende fotoapparatuur en mobiele telefoons, toebehorende aan de heer [slachtoffer A] en/of mevrouw [slachtoffer B],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen de heer [slachtoffer A] en mevrouw [slachtoffer B] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en diens mededaders
- een ruit van een woning aan de [adres] hebben ingeslagen en
- hun gezichten hebben bedekt en
- voornoemde [slachtoffer B] hebben vastgepakt en
- vervolgens een arm op de rug hebben gedraaid en
- vervolgens op de grond hebben geduwd en
- daarbij aan die [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Op de grond, op de grond", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- een vuurwapen op die [slachtoffer A] hebben gericht en
- die [slachtoffer A] tegen het hoofd hebben geslagen en
- dat vuurwapen tegen de hals van die [slachtoffer A] hebben gedrukt en gehouden en
- dit vuurwapen nabij die [slachtoffer B] hebben gehouden, althans op duidelijk zichtbare wijze hebben getoond en
- (daarbij) aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Hij is echt en hij is geladen. Ga op de grond zitten. Ik wil geld. Ik wil weten waar de kluis is", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- die [slachtoffer B] en/of [slachtoffer A] hebben laten knielen en met tape de handen op de rug hebben vastgebonden en de mond en de ogen hebben dichtgeplakt en het hoofd met tape hebben omwikkeld en
- aan die [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Als je niet zegt waar de kluis is, dan doe ik je wat aan", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- vervolgens die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] omhoog hebben getrokken en naar de kelder van de woning hebben geduwd en/of getrokken en
- aan die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Maak de kluis open" en "Zitten, zitten" en "Ga in een hoek op de grond zitten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- daarbij voortdurend voormeld vuurwapen op die [slachtoffer A] hebben gericht, althans op duidelijk zichtbare wijze hebben getoond en
- aan die [slachtoffer A] en [slachtoffer B] de woorden hebben toegevoegd: "Blijf in de kelder zitten anders loopt het fout met jullie af", althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
poging tot diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf
1. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest.
2. Door en namens verdachte is bepleit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van kortere duur dan door de officier van justitie geëist op te leggen.
3. De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte betrokken is bij een tweetal overvallen die in de Achterhoek hebben plaatsgevonden. Bij de eerst overval is een mes (en een hamer) gebruikt, maar bij de tweede ook een vuurwapen. Bij de eerste overval is een filiaalhouder van een supermarkt bedreigd voor openingstijd. Verdachte is er bij de tweede overval ook niet voor teruggedeinsd om met zijn medeverdachten mensen in hun eigen woning onder bedreiging van onder meer een vuurwapen en met toepassing van geweld te overvallen. Door verdachte en medeverdachte(n) is ook geweld toegepast bij deze overvallen. Daarbij zijn oudere mensen niet ontzien. Verdachte en zijn medeverdachten hebben hun eigen financiële motieven telkens voorop laten staan en hebben geen enkel oog gehad voor de ellende die zij bij de slachtoffers aanrichten. Voor de slachtoffers zijn de overvallen zeer beangstigende ervaringen geweest, die bovendien ook geleid hebben tot het moeten missen van dierbare goederen. Daarnaast is het bekend dat slachtoffers van dergelijke overvallen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden, en ook in de onderhavige zaak is daarvan gebleken. Deze traumatische ervaring en het gevoel nergens (maar vooral niet in het eigen huis) meer veilig te zijn zal, naar de ervaring leert, het leven van het slachtoffer langdurig beïnvloeden. Deze gepleegde overvallen hebben daarnaast ook maatschappelijk voor grote gevoelens van onveiligheid en onrust in de Achterhoek gezorgd. Dat verdachte zich na de twee overvallen waar hij bij betrokken was, heeft gedistantieerd van de nog te volgen overvallen -waarbij de rechtbank wel opmerkt, dat verdachte voor een ander feit gedetineerd was- neemt de rechtbank mee in haar oordeel.
4. De rechtbank houdt rekening met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten.
5. De rechtbank heeft voorts bij de strafoplegging rekening gehouden met het rapport van de reclassering van 17 oktober 2008, waaruit blijkt dat verdachte niet gemotiveerd is voor een behandeling. Hij zou het meest gebaat zijn bij praktische ondersteuning bij de resocialisatiefase, aldus de reclassering. De reclassering heeft een eerdere pro-justitia rapportage van prof. dr. J.J. Baneke aangehaald, waaruit blijkt dat bij verdachte sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De reclassering heeft geadviseerd een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6. De raadsman heeft eveneens verwezen naar de pro-justitia rapportage van Baneke en heeft bepleit dat de feiten in mindere mate aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank oordeelt dat de rapportage is opgemaakt naar aanleiding van een andere strafzaak, maar dat de rapportage is opgemaakt kort nadat onderhavige feiten plaatsvonden. De rechtbank zal verdachte de feiten daarom niet geheel toerekenen.
7. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden, waarbij de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken. Om die reden komt de rechtbank ook tot een lagere straf dan geëist door de officier van justitie.
Vordering benadeelde partijen
1. De benadeelde partij [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde met een vordering tot schadevergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 1.500,00 gevoegd in het strafproces.
Daarnaast heeft zich ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde de benadeelde partij [slachtoffer A] met een vordering tot schadevergoeding ter hoogte van € 52.208,00 gevoegd in het strafproces. Voormeld bedrag is opgebouwd uit de navolgende bedragen: € 1.500,00 immateriële schade, € 882,98 inbraakschade en de waarde van de gestolen sieraden, na aftrek van de uitkering van de verzekering ad € 2.642,00, € 50.708,00.
Standpunt officier van justitie
2. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld, dat de vordering van [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] geheel kan worden toegewezen. Voorts heeft hij gesteld dat de vordering van [slachtoffer A] toegewezen dient te worden ter hoogte van een bedrag van € 2.382,98, bestaande uit € 1.500,00 immateriële schade en € 882,98 braakschade. De vordering dient voor het overige niet-ontvankelijk verklaard te worden, nu deze vordering niet zo eenvoudig van aard is, dat deze in het strafproces kan worden afgedaan.
Bij alle voornoemde vorderingen heeft de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
Standpunt van de verdediging
3. De raadsman heeft bepleit dat de vordering van [slachtoffer A] voor wat betreft de sieraden niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu deze vordering niet zo eenvoudig van aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces. Ten aanzien van het overige deel van de vordering van [slachtoffer A] en de vordering van [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
4. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer A] en [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde handelen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht -hoofdelijk- aansprakelijk is.
Beide vorderingen dienen tot een bedrag van € 1.500,00 immateriële schade worden toegewezen. Voornoemde toegewezen bedragen dienen vermeerderd te worden met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2008, voorzover het de vordering van [slachtoffer A] betreft, nu [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] geen rente heeft gevorderd.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij Kietselaar niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, omdat de vordering niet eenvoudig van aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces. De benadeelde partij kan in zoverre haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 57, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank
verklaart de dagvaarding nietig, te weten wat betreft het onder 3 ten laste gelegde.
verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als
Feit 1: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
poging tot diefstal voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en
diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
verklaart verdachte strafbaar.
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar.
beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het schadeveroorzakend moment en vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij Bedrag
1. [slachtoffer A]
[adres]
[plaats]
bankrekeningnummer: [nummer] € 1.500,00
2. [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A]
[adres]
[plaats]
bankrekeningnummer: [nummer] € 1.500,00
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer A] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende slachtoffers te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij bedrag vervangende hechtenis
1. [slachtoffer A], voornoemd € 1.500,00 30 dagen
2. [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A], voornoemd € 1.500,00 30 dagen
bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Aldus gewezen door mrs. Van der Hooft, voorzitter, Kleinrensink en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Soest, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 maart 2009.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal nr. PL0640/08-208550, gedateerd 27 oktober 2008.
2 Proces-verbaal van verhoor van aangever [filiaalhouder supermarkt] (pagina 2769-2771).
3 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 3009-3024) en proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] (pagina 3025-3037).
4 Proces-verbaal van verhoor van aangever [filiaalhouder supermarkt] (pagina 2769-2771).
5 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] (pagina 2852-2857).
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] (pagina 2827-2851).
7 Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer A] (pagina 3009-3024).
8 Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer B] e.v. [slachtoffer A] (pagina 3025-3037).
9 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] (pagina 3243-3285).
10 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] (pagina 3286-3300).
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte D] (pagina 3313-3320).
12 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte E] (pagina 3324-3343).
13 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte E] (pagina 3330).
14 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte E] (pagina 3330).
15 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] (pagina 3246).
16 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] (pagina 3290) en verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 februari 2009.
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B] (pagina 3290), proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A] (pagina 3247) en verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 26 februari 2009.
18 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1375).
19 Proces-verbaal van verhoor van verdachte (pagina 1379, 1414 en 1415).