ECLI:NL:RBZUT:2009:BH8905
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Kleinrensink
- Van der Hooft
- Gilhuis
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding wegens onjuiste betekening in strafzaak
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is de verdachte, geboren te Doetinchem in 1980, gedetineerd in Duitsland. De zaak betreft de geldigheid van de oproeping van de verdachte, die op 13 februari 2009 ter griffie van de rechtbank is uitgereikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet op het GBA-adres bevond, maar in voorlopige hechtenis in Duitsland. Het openbaar ministerie heeft nagelaten om de feitelijke verblijfplaats van de verdachte te achterhalen, wat heeft geleid tot de conclusie dat de betekening van de dagvaarding niet op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. Hierdoor is de dagvaarding nietig verklaard.
De rechtbank heeft op 26 februari 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, na onderzoek op de terechtzittingen van 4 december 2008, 16 december 2008 en 26 februari 2009. De beslissing van de rechtbank is dat de oproeping nietig wordt verklaard, wat betekent dat de verdachte niet op de zitting kan worden vervolgd op basis van deze dagvaarding. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. Kleinrensink en de rechters mrs. Van der Hooft en Gilhuis, in aanwezigheid van griffier mr. Van Soest. De uitspraak is openbaar gedaan op de zitting van 26 februari 2009.