ECLI:NL:RBZUT:2008:BJ1349
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- K. van Duyvendijk
- L.J. Bosch
- P. Bos
- Rechtspraak.nl
Huurtoeslag en verblijfsstatus van medebewoner
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 12 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de aanspraak op huurtoeslag van eiseres. Eiseres had een voorschot op huurtoeslag ontvangen, maar de Belastingdienst/Toeslagen heeft dit voorschot herzien en teruggevorderd omdat de medebewoner van eiseres niet beschikte over een geldige verblijfsstatus. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wet, met name artikel 9 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), geen ruimte biedt om minderjarige vreemdelingen die geen asielzoekers zijn, van het koppelingsbeginsel uit te zonderen. Dit betekent dat de medebewoner van eiseres, die niet rechtmatig in Nederland verblijft, niet kan worden aangemerkt als een alleenstaande minderjarige vreemdeling die recht heeft op huurtoeslag.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, maar de rechtbank oordeelt dat de herziening van het voorschot en de terugvordering rechtmatig zijn. De rechtbank wijst erop dat de hardheidsclausule in de Awir niet van toepassing is op deze situatie en dat de artikelen van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind niet zonder meer door de rechter kunnen worden toegepast zonder nationale wetgeving. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de terugvordering onbillijk maken.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft geen recht op huurtoeslag en het voorschot is ten onrechte verstrekt. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.