ECLI:NL:RBZUT:2008:BF3173

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
96499 - KG ZA 08-289
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming en contactverbod tussen Stichting 't Memelink en bewoner

In deze zaak, die op 25 september 2008 door de Rechtbank Zutphen is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Stichting 't Memelink en een bewoner. De stichting, die een zorgboerderij exploiteert, vordert ontruiming van de bij de zorgboerderij behorende ruimtes door de bewoner, die zijn zorgovereenkomst per 1 augustus 2008 heeft opgezegd. De stichting stelt dat de bewoner zonder recht of titel in het bijgebouw verblijft, aangezien de huurovereenkomst onlosmakelijk verbonden is met de zorgovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzorgingselement in de overeenkomst tussen de stichting en de bewoner overheerst, waardoor de huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, met een termijn van veertien dagen voor de bewoner om andere woonruimte te vinden.

Daarnaast vordert de bewoner een straat- en contactverbod tegen de voorzitter van het bestuur van de stichting en andere bestuursleden. De voorzieningenrechter wijst dit verbod gedeeltelijk toe, met uitzondering van de interim manager, om communicatie tussen de stichting en de bewoner niet onmogelijk te maken. De kosten van het geding worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij de bewoner in de proceskosten van de stichting wordt veroordeeld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen, waarbij de veiligheid en het welzijn van de betrokkenen voorop staan.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
Vonnis in kort geding in gevoegde zaken van 25 september 2008
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 96499 / KG ZA 08-289 van
de stichting
STICHTING 'T MEMELINK,
gevestigd te Haarlo, gemeente Berkelland,
eiseres,
advocaat mr. C.G.M.J. van Kreij te Groenlo,
tegen
[bewoner],
wonende te [plaats, gemeente]
gedaagde,
advocaat mr. A.A. Dooijeweerd te Zutphen,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 96310 / KG ZA 08-280 van
[bewoner],
wonende te [plaats, gemeente]
eiser,
advocaat mr. A.A. Dooijeweerd,
tegen
1. de stichting
STICHTING 'T MEMELINK,
gevestigd te Haarlo, gemeente Berkelland,
2. [voorzitter bestuur],
wonende te [plaats],
gedaagden,
advocaat mr. C.G.M.J. van Kreij te Groenlo.
Partijen zullen hierna Stichting 't Memelink, [bewoner] en [voorzitter bestuur] genoemd worden.
1. De procedure in beide zaken
Het verloop van de procedures blijkt uit:
- de op 29 augustus 2008 aan Stichting 't Memelink en [voorzitter bestuur] betekende dagvaarding
- de op 5 september 2008 aan [bewoner] betekende dagvaarding
- het proces-verbaal van de de mondelinge behandeling op 11 september 2008
- de pleitnota van Stichting 't Memelink en [voorzitter bestuur]
- de pleitnota van [bewoner] waaruit blijkt van een nuancering van de vordering.
2. De feiten in beide zaken
2.1. Stichting 't Memelink exploiteert een zorgboerderij. In artikel 2 van de statuten is bepaald:
“1. De stichting heeft tot doel het zonder winstoogmerk exploiteren en instandhouden van [zorgboerderij, adres en plaats] (gemeente [naam]), als dagbesteding en mogelijkheid tot woning, voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, mensen met een psychiatrische stoornis, al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Alles in de ruimste zin des woords. (…)”
2.2. [bewoner] verblijft in een kamer in een bijgebouw van de zorgboerderij. Hij betaalt daarvoor € 485,00 per maand aan Stichting 't Memelink. Daarnaast ontvangt [bewoner] een Persoonsgebonden Budget (PGB) waarmee hij van Stichting 't Memelink zorg inkoopt. Tussen Stichting 't Memelink en [bewoner] zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn niet schriftelijk vastgelegd.
2.3. Bij brief van 27 mei 2008 heeft [bewoner] Stichting 't Memelink als volgt bericht:
“Gericht aan: het bestuur van stichting het memelink
Reden: kennisgeving beëindiging zorg ingaande 01-08-08
Bij deze wil ik 2 maanden voor het verstrijken van de datum dat ik zorg ingekocht heb en zorg in wil kopen bij stichting het memelink kennis geven zodat ik straks niet voor verassingen kom te staan zoals een opzeg termijn (…)
De reden dat ik mijn zorg wil beëindigen is dat in de loop der tijd ik op de zorgboerderij woon er van mijn kant geen vertrouwen is naar het bestuur toe en ik niet wens mee te werken aan het spel waar jullie mee bezig zijn (…)”
2.4. Bij brief van 16 juli 2008 heeft Stichting 't Memelink aan mr. Schut medegedeeld dat [bewoner] op 27 mei 2008 de huur en zorg heeft opgezegd en dat Stichting 't Memelink er van uit gaat dat hij met ingang van 1 augustus 2008 het gehuurde leeg oplevert en geen gebruik meer wenst te maken van de zorg door Stichting 't Memelink.
2.5. Vanaf 1 augustus 2008 maakt [bewoner] niet langer gebruik van de zorgfaciliteiten. Wel is hij in het bijgebouw blijven wonen.
2.6. Op 7 augustus 2008 ’s avonds heeft [voorzitter bestuur], als voorzitter van het bestuur van Stichting 't Memelink, het bijgebouw betreden toen [bewoner] niet thuis was. [voorzitter bestuur] heeft toen aan de binnenzijde van de kamerdeur een briefje voor [bewoner] achtergelaten met de volgende inhoud:
“T.g.v. alle problemen die je gemaakt hebt dien je vrijdag 8 augustus 2008 vóór 14.00 uur je ruimte in [adres] geheel ontruimd en verlaten te hebben.”
2.7. Op 8 augustus 2008 heeft [voorzitter bestuur] de inhoud van voormeld briefje namens Stichting 't Memelink bevestigd in een aan [bewoner] overhandigde brief waarin onder meer nog het volgende wordt medegedeeld:
“Zoals u in eerder genoemd schrijven (het briefje van 7 augustus 2008, vzr) aangegeven dient U vandaag voor 14.00 uur het appartement verlaten en ontruimd te hebben. De door u en bij U bekende veroorzaakte problemen sommen wij U hierbij op;
1. geen betaling van huur,
2. achterstand in de betaling van huur,
3. bedreiging van onze boekhouder,
4. onder bedreiging onrechtmatig geld ingevorderd (…) van onze boekhouder,
5. bedreiging van beide interim managers,
6. bedreiging van bestuursleden,
7. bedreiging van cliënten,
8. bedreiging van begeleiders en personeel,
Wellicht ten overvloede herinneren wij u eraan dat u zelf per 1 augustus 2008 de huur- en zorgovereenkomst hebt opgezegd en derhalve op dit moment al wederrechterlijk gebruik maakte van de ruimte die tot 1 augustus 2008 door u werd gehuurd. (…)”
2.8. Bij overhandiging door [voorzitter bestuur] aan [bewoner] van de in 2.6 genoemde brief is het tot een confrontatie tussen beiden gekomen. In verband daarmee heeft [voorzitter bestuur] in de middag van 8 augustus 2008 aangifte bij de politie gedaan van mishandeling door [bewoner].
2.9. Op 11 september 2008 heeft [bewoner] zijn huurachterstand aan Stichting 't Memelink voldaan.
3. Het geschil in de zaak 96499 / KG ZA 08-289
3.1. Stichting 't Memelink vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [bewoner] te veroordelen om de bij hem in gebruik zijnde ruimtes van [de zorgboerderij] binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis, althans een zodanige andere termijn bij dit vonnis in goede justitie te bepalen, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden met al het zijne en eventueel zijnentwege daarin verblijvende personen en onder overgave van de sleutels in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking te stellen van Stichting 't Memelink;
II. [bewoner] te veroordelen in de kosten van het geding en daarbij op voorhand het nasalaris te begroten op een bedrag van € 131,-- zonder betekening en € 199,-- met betekening van dit vonnis, het totale bedrag aan proceskosten vermeerderd met de in artikel 119 van boek 6 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis indien en voorzover deze niet binnen de termijn zijn voldaan.
3.2. [bewoner] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in de zaak 96310 / KG ZA 08-280
4.1. [bewoner] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink, feitelijk zijnde diens bestuursleden [naam A en naam B], alsmede [naam C], interim manager, te veroordelen tot een verbod tot het mondeling, schriftelijk of telefonisch zowel middellijk als onmiddellijk benaderen van [bewoner] op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding, dan wel een bedrag door de voorzieningenrechter te bepalen, voor iedere overtreding, die zich voordoet na twee dagen na betekening van dit vonnis;
II. [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink, feitelijk zijnde diens bestuursleden [naam A en naam B], alsmede [naam C], interim manager, te veroordelen tot een verbod tot het benanderen van de woning, dan wel het zich in de tuin begeven van de woning, dan wel het benaderen van de woning binnen 8 meter, dan wel de tuin of ruimte binnen de gearceerde lijnen op de bij de dagvaarding gevoegde tekening, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per overtreding, dan wel een bedrag door de voorzieningenrechter te bepalen, voor iedere overtreding, die zich voordoet na twee dagen na betekening van dit vonnis;
III. Stichting 't Memelink en [voorzitter bestuur] hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van het geding.
4.2. Stichting 't Memelink en [voorzitter bestuur] voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling in de zaak 96499 / KG ZA 08-289
5.1. Stichting 't Memelink heeft aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat [bewoner] zijn overeenkomst zelf per 1 augustus 2008 heeft opgezegd waardoor hij nu zonder recht of titel in het bijgebouw verblijft. Aan [bewoner] komt geen wettelijke huurbescherming toe nu geen sprake is van een huurovereenkomst maar van een gemengde overeenkomst die hij zelf heeft opgezegd. Daardoor handelt hij onrechtmatig jegens Stichting 't Memelink. Daarnaast is de positie van [bewoner] onhoudbaar geworden door zijn agressieve gedrag. Mede doordat hij geen verzorging meer ontvangt is [bewoner] niet langer te begeleiden. Zowel medebewoners als personeelsleden voelen zich in aanwezigheid van [bewoner] niet veilig. Het is daarnaast voor Stichting 't Memelink, die financieel in een penibele positie verkeert, onacceptabel dat [bewoner] een bijgebouw bezet houdt waar normaal gesproken drie personen verblijven. Stichting 't Memelink loopt hierdoor, en doordat [bewoner] een plek bezet houdt zonder zorgbijdrage te betalen, broodnodige inkomsten mis. Daardoor stelt Stichting 't Memelink schade te lijden waardoor haar levensvatbaarheid wankelt.
5.2. [bewoner] voert ten verwere aan dat sprake is van twee separate overeenkomsten waarvoor hij separaat wordt gefactureerd. Hij heeft alleen de zorgovereenkomst opgezegd omdat hij geen vertrouwen meer heeft in het bestuur van Stichting 't Memelink (hierna: het bestuur). De huurovereenkomst heeft hij niet opgezegd. Hij heeft geen huurachterstand en heeft recht op huurbescherming. [bewoner] stelt voorts dat het bij [de zorgboerderij] mogelijk is te wonen en elders zorg in te kopen. [bewoner] constateert dat het bestuur wil dat hij vertrekt en om dat te bereiken schuwt het bestuur geen middel. Het bestuur heeft [bewoner] bedreigd, geïntimideerd en leugens over hem verspreid. [voorzitter bestuur] is de woning van [bewoner] binnengedrongen terwijl hij daar als bestuurslid niets te zoeken heeft. Daarmee heeft [voorzitter bestuur] het incident waarvan hij aangifte heeft gedaan, zelf uitgelokt. Dat personeel in de woning komt voor werkzaamheden is voor [bewoner] geen probleem. Evenmin belet hij dat de twee andere kamers in het bijgebouw door andere bewoners worden ingenomen. [bewoner] heeft een verleden met verslavingsproblematiek. [de zorgboerderij] is een instelling die zich richt op mensen met (psychiatrische) problemen. Zorg die door Stichting 't Memelink wordt geboden dient dan ook te zijn ingesteld op agressie en andere problemen die deze mensen hebben. Dat de financiële positie van Stichting 't Memelink niet rooskleurig is, wordt door [bewoner] betwist. Hij stelt dat bij het huidige bestuur – dat sinds eind 2006 is aangetreden – de zorg niet langer centraal staat maar het genereren van inkomsten. [bewoner] stelt dat hij zich aan de afspraken heeft gehouden en betwist dat hij bewoners of personeel heeft bedreigd.
5.3. Hetgeen tussen Stichting 't Memelink en [bewoner] is overeengekomen is niet schriftelijk vastgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat [bewoner] tot 1 augustus 2008 tegen betaling, naast woonruimte, zorg heeft ontvangen van Stichting 't Memelink. De stelling van [bewoner] dat [de zorgboerderij] de mogelijkheid biedt om woonruimte te huren zonder zorg af te nemen is door Stichting 't Memelink betwist waarna [bewoner] zijn stelling onvoldoende heeft onderbouwd. In de statuten van Stichting 't Memelink is bepaald dat zij een zorgboerderij exploiteert en in stand houdt als dagbesteding en mogelijkheid tot wonen, voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. In deze doelomschrijving is ondersteuning te vinden voor het standpunt dat wonen zonder meer niet kan worden afgenomen. De mensen die voor wonen bij het [de zorgboerderij] in aanmerking komen, zullen immers in meer of mindere mate ook zorg nodig hebben die praktisch gezien niet (geheel) elders is af te nemen. Uitgangspunt bij de verdere beoordeling is daarom dat wonen in [de zorgboerderij] zonder zorgovereenkomst met Stichting 't Memelink niet tot de mogelijkheden behoort.
5.4. Het voorgaande brengt met zich dat aangenomen dient worden dat tussen partijen sprake is van een gemengde overeenkomst die is te typeren als een “huurovereenkomst met levering van diensten” waarbij het ene onderdeel onlosmakelijk is verbonden met het andere. Dat [bewoner] de huur separaat van de zorg betaalde, maakt dit niet anders. Doordat de huurovereenkomst één geheel vormt met de zorgovereenkomst, heeft de opzegging van de zorg door [bewoner] tot gevolg dat ook de huur is geëindigd. Het beroep van [bewoner] op huurbescherming kan, ook afgezien van het feit dat hij de overeenkomst zelf heeft opgezegd, niet slagen. Op grond van vaste jurisprudentie (HR 28 juni 1985, NJ 1986, 38 en HR 17 maart 2000, NJ 2001, 209) geldt dat op overeenkomsten onder bezwarende titel die niet alleen strekken tot het verschaffen van het gebruik van woonruimte maar bovendien tot levering van diensten en goederen welke tezamen kunnen worden aangeduid als “verzorging” de huurbeschermingsbepalingen toepasselijk zijn, tenzij het verzorgingselement overheerst. Hetgeen in 5.3 is overwogen leidt tot het oordeel dat het verzorgingselement in de overeenkomst tussen Stichting 't Memelink en [bewoner] overheerst, zodat de huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn.
5.5. Gelet op het voorgaande bestaat tussen partijen met ingang van 1 augustus 2008 geen overeenkomst op grond waarvan [bewoner] gerechtigd is in het bijgebouw van [de zorgboerderij] te verblijven. Nu [bewoner] zonder recht of titel in het bijgebouw verblijft, handelt hij onrechtmatig jegens Stichting 't Memelink.
5.6. Een afweging van de wederzijdse belangen van partijen valt niet uit in het voordeel van [bewoner]. Daarbij is in aanmerking genomen dat de heer N.J.A. van Luijk (rapporteur GAVO reclassering Jusititiële Verslavingszorg) ter terechtzitting heeft verklaard dat het in het belang van [bewoner] is dat hij in de regio blijft omdat het de afgelopen tijd goed met hem is gegaan maar dat het duidelijk is dat Stichting 't Memelink van [bewoner] af wil. De heer Van Luijk heeft vervolgens medegedeeld dat voorkomen moet worden dat [bewoner] dakloos wordt en dat hij zich ervoor zal inzetten dat [bewoner] in de Achterhoek kan blijven. De spanningen tussen het bestuur en [bewoner], de begeleiding door de reclassering bij het zoeken naar alternatieve woonruimte voor [bewoner] en het belang van Stichting 't Memelink bij bewoners die zorg afnemen en betalen, leiden tot de conclusie dat de vordering tot ontruiming voor toewijzing vatbaar is, met dien verstande dat [bewoner] na betekening van dit vonnis een termijn van veertien dagen zal worden gegund voor het zoeken naar andere woonruimte.
5.7. [bewoner] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stichting 't Memelink worden begroot op:
- dagvaarding € 87,71
- vast recht 254,00
- salaris advocaat 527,00
Totaal € 868,71
5.8. In aansluiting op het voorgaande wordt tevens aanleiding gezien [bewoner] te veroordelen in de nakosten als hiernavolgend.
6. De beoordeling in de zaak 96310 / KG ZA 08-280
6.1. Hoewel een straat- en contactverbod inbreuk maken op het aan een ieder toekomend recht om zich vrijelijk te verplaatsen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding voor het toewijzen van de vorderingen van [bewoner], behoudens ten aanzien van [naam C] (interim manager) die is belast met de dagelijkse leiding over ‘t Memelink. Wanneer de gevorderde verboden ook voor hem zouden gelden, lijkt iedere vorm van communicatie tussen Stichting 't Memelink en [bewoner] onmogelijk te worden.
6.2. De beslissing om [bewoner] te veroordelen tot ontruiming brengt met zich dat hij nog veertien dagen na de betekening van dit vonnis in het bijgebouw kan blijven. Gedurende die tijd is het in het belang van de rust bij [de zorgboerderij] dat [bewoner], zonder te worden gehinderd door bestuursleden van Stichting 't Memelink, in het bijgebouw en de daarbij behorende tuin kan verblijven. Daarbij is in aanmerking genomen dat de periode en de omgeving waarvoor het verbod zal gelden zeer beperkt is en dat de stelling van [bewoner], dat [voorzitter bestuur] en de overige bestuursleden van Stichting 't Memelink geen belang hebben bij betreding van het bijgebouw met bijbehorende tuin, niet is betwist.
6.3. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als hiernavolgend. Aan de te verbeuren dwangsommen wordt een maximum verbonden. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde prikkelende werking van de dwangsomoplegging.
6.4. [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [bewoner] worden begroot op:
- dagvaarding € 87,71
- betaald vast recht 254,00
- in debet gesteld vast recht 190,50
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 868,71
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
in de zaak 96499 / KG ZA 08-289
7.1. veroordeelt [bewoner] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis met al het zijne en al de zijnen de bij hem in gebruik zijnde ruimtes van [de zorgboerderij] te ontruimen en ontruimd te houden en, onder overgave van de sleutels, in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking te stellen van Stichting 't Memelink;
7.2. veroordeelt [bewoner] in de proceskosten, aan de zijde van Stichting 't Memelink tot op heden begroot op € 868,71, te vermeerderen met de in artikel 119 van boek 6 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
7.3. veroordeelt [bewoner] in de nakosten aan de zijde van Stichting 't Memelink, begroot op een bedrag van € 131,00, dan wel, indien betekening van dit vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,00 te vermeerderen met de in artikel 119 van boek 6 BW bedoelde wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
7.4. verklaart dit vonnis in deze zaak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.5. wijst het meer of anders gevorderde af;
in de zaak 96310 / KG ZA 08-280
7.6. verbiedt [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink, feitelijk zijnde diens bestuursleden [naam A en naam B], gedurende de periode dat [bewoner] op grond van dit vonnis nog niet tot ontruiming heeft hoeven overgaan om [bewoner] mondeling, schriftelijk of telefonisch zowel middellijk als onmiddellijk te benaderen;
7.7. verbiedt [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink, feitelijk zijnde diens bestuursleden [naam A en naam B], gedurende de periode dat [bewoner] op grond van dit vonnis nog niet tot ontruiming heeft hoeve overgaan de woning waar [bewoner] verblijft te benaderen of zich in de tuin te begeven behorende bij die woning;
7.8. bepaalt dat [voorzitter bestuur] of Stichting 't Memelink voor iedere keer dat zij, na twee dagen na betekening van dit vonnis, in strijd handelen met het onder 7.6 of 7.7 bepaalde, aan [bewoner] een dwangsom verbeuren van € 500,00, tot een maximum van € 5.000,00;
7.9. veroordeelt [voorzitter bestuur] en Stichting 't Memelink hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van [bewoner] tot op heden begroot op € 868,71, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer [nummers] ten name van arrondissement Zutphen onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer;
7.10. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.11. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2008.