ECLI:NL:RBZUT:2008:BE9517
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Bie
- R. Rademaker
- H. Hödl
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een jeugdzorgzaak
In deze beschikking van de Rechtbank Zutphen, gedateerd 28 augustus 2008, werd een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door vier verzoekers, waaronder minderjarigen, die niet zelfstandig in rechte konden optreden. De rechtbank oordeelde dat de minderjarigen niet-ontvankelijk waren in hun verzoek. De wraking was gericht tegen een rechter die betrokken was bij een jeugdzorgzaak, waarin de Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming betrokken was. De verzoekers voerden aan dat de rechter niet onpartijdig was, omdat hij hen niet over alle relevante stukken had geïnformeerd en de Stichting niet-ontvankelijk had moeten verklaren. De rechtbank benadrukte dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde gronden van de verzoekers niet als uitzonderlijke omstandigheden konden worden gekwalificeerd. De verzoekers en de rechter maakten geen gebruik van de gelegenheid om hun standpunten mondeling toe te lichten, waardoor de rechtbank op basis van de stukken moest beslissen. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen en werd bepaald dat de procedure in de oorspronkelijke stand zou worden voortgezet. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.