ECLI:NL:RBZUT:2008:BD9754

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/2200 HOREC
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing handhavingsverzoek zelfstandige horeca-activiteiten in Vaassen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Horeca Nederland, vertegenwoordigd door drs. M.R.F. Wiesehahn, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe. De zaak betreft de afwijzing door de gemeente van een verzoek om handhavend op te treden tegen zelfstandige horeca-activiteiten in het dorpscentrum 'De Wieken' te Vaassen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelde dat de evenementen 'Rock in night' en 'Dance classic', die in het dorpscentrum werden georganiseerd, niet passen binnen de bestemming 'Bijzondere Doeleinden' van het bestemmingsplan. De rechtbank stelde vast dat deze evenementen niet in verenigingsverband worden georganiseerd en dat er geen connectie is met de in het dorpscentrum gevestigde verenigingen. Dit betekent dat er sprake is van reguliere horeca-activiteiten die in strijd zijn met het bestemmingsplan.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders niet op goede gronden het handhavingsverzoek heeft afgewezen. De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij het de eerdere afwijzing moet heroverwegen. Daarnaast is het college veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 322,--.

De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de rol van bestuursorganen in het waarborgen van de naleving van deze plannen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die zouden rechtvaardigen dat het college van handhaving afziet, en dat er geen concreet zicht op legalisering bestaat.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Bestuursrecht
Enkelvoudige kamer
Reg.nr.: 07/2200 HOREC
Uitspraak in het geding tussen:
Afdeling Apeldoorn en omstreken van het Koninklijk verbond van ondernemers in het
horeca- en aanverwante bedrijf Horeca Nederland,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe,
verweerder.
1. Bestreden besluit
Besluit van verweerder van 21 november 2007.
2. Feiten
Bij besluit van 28 juni 2007 heeft verweerder afwijzend beslist op het namens eiseres op
29 januari 2007 ingediende verzoek om handhavend op te treden tegen het ontplooien van
zelfstandige commerciële horeca-activiteiten in het dorpscentrum 'De Wieken' aan de
Molenstraat 15 te Vaassen.
Namens eiseres is tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder - in overeenstemming met het advies van de
commissie voor de Bezwaarschriften - het bezwaar ongegrond verklaard.
3. Procesverloop
Namens eiseres heeft drs. M.R.F. Wiesehahn, werkzaam bij het Bureau Eerlijke
Mededinging te Woerden, beroep ingesteld op de in het beroepschrift vermelde gronden
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift
ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 24 april 2008, waar eiseres, met kennisgeving vooraf,
niet is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door B. Verberk-Jansen.
Ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek met toepassing van artikel 8:64, eerste lid, van
de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschorst, om verweerder in de gelegenheid te stellen
een nader stuk over te leggen. Dit is gebeurd bij schrijven van 24 april 2008.
Vervolgens heeft de rechtbank na verkregen toestemming van partijen bij brieven van 24 juni
2008 bepaald dat (nader) onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
4. Motivering
4.1. De rechtbank stelt allereerst vast dat eiseres als een belanghebbende als bedoeld in
artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt. Daartoe
wordt het volgende overwogen.
Eiseres is volgens artikel 2 van haar statuten een vereniging met als doel onder andere in de
gemeente Epe de algemene materiële en immateriële (bedrijfs)belangen van de leden en de
bedrijfscategorieën waartoe deze behoren te behartigen.
Uit de gedingstukken kan worden afgeleid dat het tegengaan van oneerlijke concurrentie in
het werkgebied, waartoe het handhavingsverzoek kennelijk is ingediend, een belang betreft
waarvan de behartiging voldoende kenmerken vertoont van behartiging van bovenbedoeld
belang, dat los kan worden gezien van het belang van individuele leden.
4.2. Ter beoordeling staat of verweerder op goede gronden het handhavingsverzoek van
eiseres van 29 januari 2007 heeft afgewezen.
4.3. Eiseres heeft aan haar handhavingsverzoek ten grondslag gelegd dat haar is gebleken
dat Dorpscentrum 'De Wieken' haar pand geopend houdt voor het houden van feesten en
partijen die als zelfstandige horeca-activiteiten zijn aan te merken en daarmee in strijd zijn
met de gebruiksvoorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
4.4. Dorpscentrum 'De Wieken' wordt geëxploiteerd door de Stichting Dorpscentrum
Vaassen (hierna: De Stichting). In het dorpscentrum is een sporthal aanwezig, een
multifunctionele zaal en een restaurantgedeelte. Acht plaatselijke (sport)verenigingen
hebben er hun activiteiten.
Op het betreffende perceel rust ingevolge het vigerende bestemmingsplan "Centrum-
Vaassen" (hierna: het bestemmingsplan) de bestemming "Bijzondere Doeleinden".
Ingevolge artikel 2.4 van de voorschriften van het bestemmingsplan mag de op de plankaart
blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig bestemde grond uitsluitend worden
gebruikt voor instellingen terzake van openbare dienstverlening, verenigingsleven, cultuur,
onderwijs, volksgezondheid en religie met de daarbij behorende gebouwen, waaronder
begrepen een al dan niet vrijstaande dienstwoning, andere bouwwerken en andere werken.
Ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de planvoorschriften is; het verboden gronden en
opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het bestemmingsplan
aan de grond en ten aanzien van het gebruik van de grond gegeven bestemming.
4.5. Verweerder heeft bij de voorbereiding van haar besluitvorming vastgesteld dat voor
2007 de volgende evenementen in het dorpscentrum gepland stonden:
1. Carnaval van 17 t/m 20 februari;
2. Antiek- en rommelmarkt op 25 maart;
3. Rock in night op 7 april;
4. Dance classic op 16 juni;
5. Verzamel- en ruilbeurs op 1 1 augustus;
6. Poppenbeurs op 26 augustus;
7. Oktoberfeesten van l l tot en met 14 oktober;
8. Rock in night begin september;
9. Rock in night eind november.
Uit de stukken blijkt dat het handhavingsverzoek zich niet richt tegen activiteiten als vermeld
onder 2, 5 en 6.
Met betrekking tot de overige evenementen heeft verweerder gesteld dat deze worden
georganiseerd door de Stichting dan wel door vrijwilligers en het verenigingsleven uit de
kringen van de Stichting en dat gelet daarop geen sprake is van strijd met het
bestemmingsplan omdat binnen de bestemming 'bijzondere doeleinden' het verenigingsleven
haar activiteiten mag ontplooien. In de voorschriften zijn geen beperkingen opgelegd ten
aanzien van de te ontplooien activiteiten door de verenigingen, aldus verweerder.
4.6. De rechtbank kan verweerder in dit standpunt niet volgen.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank vast dat de
evenementen 'Rock in night' en de 'Dance classic' niet in verenigingsverband worden
georganiseerd. Vaststaat dat beide feesten worden georganiseerd door een stichting die niet
haar basis heeft in het dorpscentrum. Evenmin is sprake van een connectie met een van de in
het dorpscentrum 'huizende' verenigingen. Daar komt bij dat het bij deze evenementen gaat
om openbaar toegankelijke feesten, met een vaste toegangsprijs, waarvoor lidmaatschap van
een vereniging in Vaassen niet vereist is. Iedere (toevallige) bezoeker wordt toegelaten.
Naar het oordeel van de rechtbank is bij deze evenementen dan ook sprake van reguliere
horeca-activiteiten, welke niet passen binnen de bestemming "Bijzondere doeleinden".
Dit ligt anders wat betreft het carnaval en de oktoberfeesten, nu gebleken is dat deze worden
georganiseerd door de plaatselijke carnavalsvereniging.
4.7. Vaststaat dat evenementen als de 'Rock in night' en 'Dance classic' ten tijde van
belang voor de beoordeling van het nu voorliggende besluit van verweerder, op structurele
basis plaatsvonden in het dorpscentrum. Dat, zoals verweerder heeft aangegeven, het voor
november 2007 geplande evenement geen doorgang heeft gevonden en dat de betreffende
organiserende stichting geen feesten meer in de dorpscentrum zal organiseren, kan aan die
conclusie niet afdoen.
Er was mitsdien ten tijde van belang sprake van met het in het bestemmingsplan opgenomen
gebruiksverbod strijdig gebruik van het dorpscentrum. Venveerder was derhalve, anders dan
hij heeft aangenomen, bevoegd tot handhavend optreden er zake van overtreding van artikel
3.1, eerste lid, van de bestemmingsplanvoorschriften.
4.8. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van
overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaari dat bevoegd is om met
bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid
gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan
weigeren, dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat.
Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te
dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Voor zover verweerder heeft beoogd zich op het standpunt te stellen dat concreet zicht op
legalisering bestaat gelet op de voorschriften van het nieuwe (vastgestelde maar niet
goedgekeurde) bestemmingsplan "Vaassen-Centrum", kan dat door de rechtbank niet worden
gevolgd, reeds omdat ook onder de nieuwe doeleindenbeschrijving, om dezelfde redenen als
hierboven vermeld, sprake zou zijn van strijdig gebruik.
Ook overigens is niet gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan
handhavend optreden in dit geval zodanig onevenredig is dat daarvan behoort te worden
afgezien.
4.9. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke
motivering berust en derhalve voor vernietiging in aanmerking komt wegens strijd met
artikel 7: 12 van de Awb. Het beroep is gegrond. Verweerder dient met inachtneming van
deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres.
4.10. Er is aanleiding voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten van eiseres.
Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt ter zake van rechtsbijstand
1 punt toegekend, waarbij een wegingsfactor 1 wordt gehanteerd.
5. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een
nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder het betaalde griffierecht van € 285,-- aan eiseres vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 322,--, te
betalen door de gemeente Epe, ter zake van verleende rechtsbijstand.
Aldus gegeven door mr. L.J.P. Lambooij en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2008 in
v a.mn: M.H.M. Steigenga-Gerritsen als griffier.